In het hedendaagse wielrennen worden de renners meer en meer afhankelijk van wattagemeters. Tijdritten worden uitgepland, kopbeurten tot in de puntjes voorbereid. Michel Cornelisse is geen groot fan, vertelt hij bij Kop over Kop.
Cornelisse mikt namelijk liever op de moraal van renners. 'Ik probeer kleine gesprekjes te voeren. 'Wat denk je er zelf van morgen?' Zo probeer je met een plan te komen. Als iedereen daarin gelooft is de uitvoer ook beter. Als jij een opdracht krijgt om de laatste vijf kilometer te doen terwijl je je liever in het begin had opgeofferd, wat je niet durft te zeggen in de meeting, krijg je een ploeg die niet marcheert.'
Als je de juiste spirit bij je renners kan krijgen, komen de resultaten meestal vanzelf, daar lijkt Cornelisse van overtuigd. 'Zelfvertrouwen is heel belangrijk. Als jij een sprint gaat doen terwijl je weet dat je niet kan verliezen, heb je negen van de tien keer al gewonnen. Je kan 1500 watt wegtrappen, maar als je met zijwind achterin de bocht indraait zit je toch niet mee. Terwijl je met 300 watt dan met twee vingers in je neus meezit als je bij de eerste tien zit.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties