Van Aert met Kruijswijk op de kamer: 'Uur van slapen was elke dag identiek'

Wout van Aert hoopt in de Dauphiné op zijn kans in de sprint. Dat vertelt de renner van Team Jumbo-Visma aan Het Nieuwsblad. De Belg is vol vertrouwen voor de komende weken na een succesvolle hoogtestage met Steven Kruijswijk, van wie hij veel heeft geleerd.

‘Ik heb het deelnemersveld nog niet bekeken. Het is nu ook niet dat die sprinten het hoofddoel zijn de komende week. Als ik de kans krijg, ga ik wel proberen om me ertussen te smijten’, aldus Van Aert, die daarnaast in de tijdrit hoopt uit te pakken. ‘Ik ben er wat intensiever mee bezig geweest. Nu kan ik daarop werken, vroeger was dat moeilijker. Jumbo-Visma heeft het materiaal en de knowhow (…) Ik wil nagaan of tijdrijden mij ligt, of het iets is waarop ik me verder moet richten of niet.’

Van Aert: ‘Ronderenners werken nóg professioneler dan eendagsrenners’

In gesprek met Wielerflits gaat hij dieper in op de band met Kruijswijk, met wie hij bijna drie weken lang op de kamer lag in de Sierra Nevada. ‘Ik wil het niet te cliché laten klinken, maar die ronderenners werken dus nóg professioneler dan wij eendagsrenners. Die maniakaliteit druipt er als het ware af. Het uur van slapen… Dat is elke dag identiek. Daar zit met moeite vijf minuten verschil in. De eetgewoontes, daar zit weinig of geen speling op’, zo legt Van Aert uit.

De jonge renner ging mee in het stramien van Kruijswijk en leerde er een boel van. Toch volgde hij hem bergop niet. ‘We schelen zo ongeveer vijftien kilogram in lichaamsgewicht. Dat betekent inderdaad dat we onze intervalblokken niet samen konden afwerken. En ik bereidde me voor op de Dauphiné, terwijl bij Steven nu al alles in functie stond van de Tour. Cols van een half uur tot een uur oprijden, dat had ik niet nodig. (…) In principe zou ik hem kunnen volgen, maar daar zou ik niet beter van worden. Hij luistert naar zijn lichaam, ik naar het mijne.’ (foto: Proshots)