Deze zondag staat in Besançon de volgende Wereldbeker op de rol. Niet alleen voor de profs, maar ook voor de beloften mannen. Daar rijdt de Zeeuw Senna Remijn opnieuw mee, waar de eerstejaars gezien zijn prestaties van afgelopen weken wederom ambities voor mag koesteren. In de Leiderstrui sprak hem!
Remijn, 18 jaar jong, stak direct zijn neus aan het venster in de eerste Wereldbekermanche voor de onder 23-categorie. In Dublin eindigde hij knap als tiende, waarmee hij samen met landgenoot Keije Solen de enige 18-jarige in de top tien was. ‘Ik denk dat ik hier heel blij mee mag zijn, dit is prima voor de eerste Wereldbeker’, blikte Remijn terug op de cross in Ierland. ‘De start ging best goed, ondanks dat ik een klein beetje klem zat. Uiteindelijk startte ik misschien net wat te hard, ook omdat ik het ritme nog een beetje miste. Na een rondje kwam ik mezelf dus wel een beetje tegen.’
‘Vanaf dat moment moest ik wel even bekomen en toen kwam ik ook nog ten val, dus daar verloor ik mijn ritme wel weer wat. In de laatste ronde ging het toen eigenlijk nog heel goed, dus je merkt wel dat het lastig indelen was’, aldus Remijn, die het in Dublin al beter deed dan de X2O-manches van november. ‘In Lokeren en Hamme begon ik helemaal van achteren, dus daar moest ik plekje voor plekje opschuiven.'
Lees verder onder de foto!
Remijn maakt op 18-jarige leeftijd naam in de Wereldbeker
Na Dublin trok Remijn naar Spanje, waar de nummer drie van het junioren-WK op de weg overigens een straffe Strava-top tien-tijd op de prestigieuze Coll de Rates in bezit heeft. Dat die stage zijn uitwerking had, bewees hij wel in Herentals: Remijn eindigde daar na Tibor Del Grosso, Kay De Bruyckere en David Haverdings als vierde.
In Hulst en Zonhoven zette hij die goede lijn door met een zesde en vijfde plek in de Wereldbeker, wat zeer knap is op zijn jonge leeftijd. 'In Hulst kon ik niet veel beter, maar in Zonhoven heb ik wel wat laten liggen. Ik verloor elke ronde acht seconden ofzo in het zand, dus daar dacht ik telkens: dju toch. Kracht en conditie is er genoeg, maar technisch was het zo slecht. Daar ergerde ik me wel aan beetje aan mijzelf, dus dat wil ik wel even met mijn trainer en Gerben de Knegt over sparren. Want dat moet beter.'
Vanaf 1 januari komt de nummer drie van het junioren-WK op de weg officieel uit voor de opleidingsploeg van Alpecin-Deceuninck. ‘Zij ondersteunen mij al heel goed, ik mag eigenlijk al overal gebruik van maken: trainer, trainingen, de bus als ik dat wil: alles gewoon. Philip Walsleben is nu mijn nieuwe trainer en die gaat eigenlijk op dezelfde manier te werk als mijn oude trainer, maar er gaat wel gewoon nog een schepje bovenop. Dat moet ook wel, dus dat vind ik alleen maar fijn’, besluit de vriendelijke Zeeuw.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties