Interview | Brand kan nog lachen na salto, maar is teleurgesteld in het peloton: 'Iedereen vindt het maar oké'

Een 10 voor de uitvoering van haar salto, maar veel had Lucinda Brand er na afloop niet aan. De Nederlandse van Trek-Segafredo reed een zeer sterke Parijs-Roubaix, maar werd - net als veel andere favorieten - teruggeworpen door de valpartij op 37 kilometer van de finish. In de Leiderstrui ving haar op.

Gelukkig kon de altijd eerlijke Brand er na afloop nog wel om lachen toen we haar confronteerden met haar salto. 'Ja, ach ja... ik ben wel blij dat ik nog heel ben. Ik weet niet precies wat er gebeurde. Ik zal nog wel een tijdje last hebben van mijn ribben, maar gelukkig is er volgens mij niks gebroken.'

Ploeggenote Elisa Longo Borghini gleed in voorste positie weg, waardoor onder meer Lorena Wiebes, Lotte Kopecky, de zwaargehavende Sanne Cant en dus ook Brand tegen de kasseien sloegen. Brand stond als eerste weer op en maakte nog lang koers, maar moest uiteindelijk genoegen nemen met een twaalfde plek. Daarmee was ze wel de beste renster van Trek-Segafredo, dat de eerste twee edities van Parijs-Roubaix bij de vrouwen won.

Brand snapt tactiek andere ploegen niet goed

'Natuurlijk hoop je op meer, maar we zijn ook niet zwaar teleurgesteld', is Brand realistisch, om zich vervolgens wat op te winden over het koersverloop. 'We zijn er meer in teleurgesteld dat niemand de verantwoording neemt. Dan bedoel ik dat ze niet gewoon met elkaar de controle pakken en dat iedereen het maar een beetje oké vindt, terwijl je dan wel van tevoren kunt bedenken dat je het dan niet meer dicht krijgt’, doelde ze op de vroege vlucht van de dag, die in Roubaix mocht sprinten om de zege.

'Ja, dat neem ik de rest wel een beetje kwalijk', stelt Brand. 'Ik snap dat niet zo goed. Je kunt dan wel zeggen dat je iemand van voren hebt, maar iedereen moet daarin ook eerlijk zijn of het de juiste persoon is. Wij waren blij met degene (Lisa Klein, red.) die namens ons van voren reed, maar we wisten ook wel dat we onze eigen sterke rensters daarmee niet zomaar naar Roubaix konden laten rijden', concludeert Brand.