Astana tevreden, maar had op meer gehoopt: 'We misten op beslissende momenten wat geluk'

Astana mag met een vierde plaats in het algemeen eindklassement en drie tweede plaatsen in de daguitslag niet spreken van een mislukte Vuelta. Zelf is de ploeg ook tevreden met het behaalde resultaat. Het team uit Kazachstan had echter gehoopt op net ietsjes meer, zo blijkt volgens de teamsite.

Sportief directeur Giuseppe Martinelli kan over het algemeen best prima leven met de geleverde prestaties van zijn ploeg. 'Maar met renners als Lopez, Lutsenko, Nibali, De La Cruz en Battistella wilden we een etappe winnen. We waren er dichtbij, maar op de beslissende momenten misten we wat geluk. Met name de sprint van Battitstella in Cistierna waar hij tweede werd was een gemiste kans.' Battistella werd aan het eind van deze zevende rit geklopt door Jesús Herrada.

Ook had Martinelli concrete doelen gesteld met betrekking tot het algemeen klassement. Miguel Angel Lopez werd hierin uiteindelijk vierde. 'We gingen eigenlijk voor het podium, maar we moeten realistisch zijn. Er waren enorm veel onzekerheden voorafgaand aan de Vuelta. Na zijn noodgedwongen afstappen in de Giro, heeft Miguel zes à zeven weken niet gefietst.' Lopez stapte namelijk uit met een heupblessure.

Lopez verlaat Vuelta met bitterzoete nasmaak

'Dan is het in de Vuelta een kwestie van strijd leveren tegen enorm grote talenten', gaat Martinelli verder. 'Evenepoel is 22 en Ayuso is zelfs pas 19. We moeten steeds meer rekening gaan houden met zulke jonge renners. We zijn als ploeg wel elke dag actief geweest. Er heerst tevredenheid boven blijdschap, maar ik ben trots op de jongens.'

Lopez eindigt als vierde in de strijd om de rode trui, maar verlaat de Vuelta naar eigen zeggen met een bitterzoete nasmaak. 'We moeten genieten van deze vierde plaats. Het was geen gemakkelijk jaar voor mij dit jaar. Het hele team heeft mij met volledige toewijding geholpen. Het was misschien niet altijd zichtbaar, maar ze hebben het van start tot finish geweldig gedaan. Het belangrijkste is dat we drie weken lang gevochten hebben.'