Damiano Caruso heeft de zwaarbevochten laatste bergetappe van deze Giro d’Italia gewonnen. Op de slotklim naar Alpe Motta hield de oude krijger van Bahrain Victorious stand na een lange aanval. Egan Bernal behield het roze op imponerende wijze.
De etappe begon met wat strijd om de tweede plek in het puntenklassement. Fernando Gaviria stond daarin drie punten achter Davide Cimolai en was van plan zijn directe opponent te verrassen bij de tussensprint, maar slaagde daar niet in met zijn ploeg. Vervolgens was het de beurt aan de vluchters van de dag.
Een groep van negen kreeg na een halfuurtje strijd een vrijgeleide. Enkele van de usual suspects waren weer aanwezig, met Dries De Bondt (Alpecin-Fenix), Taco van der Hoorn (Intermarché-Wanty-Gobert) en Simon Pellaud (Androni-Giocatolli). Verder zagen we ook Vincenzo Albanese (EOLO-Kometa), Louis Vervaeke (Alpecin-Feni), Giovanni Visconti (Bardiani), Nico Denz (Team DSM), Felix Grossschartner (BORA-hansgrohe) en Matteo Jorgenson (Movistar) voorin.
Quick-Step en BikeExchange houden vluchters binnen de perken
Het peloton hield de dappere mannen kort in de vlakke aanloopfase van tachtig kilometer. Aan de eerste klim van de dag, de San Passo Bernardino, begonnen ze met krap drie minuten voorsprong, waardoor Grossschartner en Vervaeke zich meteen genoodzaakt voelden om te versnellen. In het peloton hield Team BikeExchange het tempo schappelijk.
Team DSM vond dit echter nog niet genoeg, de mannen van Romain Bardet trokken het gas op zeven kilometer van de top vol open. Dit resulteerde in een groep van veertig renners op de top van de eerste en langste klim van de dag, de Passo San Bernardino. In de afzink hielden de blauwhemden niet op, in tegendeel zelfs.
Verassingsaanval Bahrain Victorious en DSM
Met zijn drieën trokken ze vol door, met de Bahrain Victorious-mannen Pello Bilbao en Caruso in hun spoor. Dit kwintet dichtte het gat naar de kopgroep, waar ex-ploegmaten Vervaeke (DSM) en Visconti (Bahrain) nog in staat bleken om een vriendendienstje te doen. Een interessante situatie ontvouwde zich, waarbij INEOS in de verdediging werd gedrukt.
Caruso, de nummer twee van het klassement, breidde zijn voorsprong op de tweede klim van de dag, de Passo Spluga, zelfs uit naar vijftig seconden. De Giro stond allesbehalve op zijn kop, maar een mooie poging daartoe was het zeker van de Duits/Bahreinse alliantie. Op de top van de Passo Spluga hadden Bardet en Caruso hun ploegmaten Storer en Bilbao nog, terwijl ze in de lange regenachtige afdaling normaal beter omlaag zouden gaan dan de INEOS-mannen.
Het gat bleef echter gelijk, doordat Astana een handje bijstak in de achtervolging. Met volle vaart trokken de beide groepen richting Alpe Motta, de slotklim van zeven kilometer waar de Giro in een plooi zou worden gelegd voor de afsluitende tijdrit. Met een voorsprong van veertig seconden begonnen Caruso en Bardet aan hun klim.
Alles komt aan op prachtige slotklim
Daar trokken Bilbao en Storer nog eenmaal alles uit de kast, voor het aan de kopmannen zelf was. In de groep-Bernal was het Martínez die het tempo gigantisch hoog hield in dienst van zijn kopman en meerdere renners de nek omdraaide. Enkel Bernal en Yates konden het tempo van de Colombiaanse meesterknecht bijhouden.
Beetje bij beetje snoepten de achtervolgers wat af van de voorsprong van Bardet en Caruso, terwijl de Fransman niet de kracht meer had om over te nemen. Met nog drie kilometer te gaan bedroeg de voorgift twintig seconden, en even later was het definitief gedaan voor de DSM-renner. Daarachter moest Yates de INEOS-mannen laten gaan.
Caruso, de oude krijger, beet door de pijn heen en behield zijn voorsprong, terwijl Martínez zijn kopman helemaal naar de slotkilometer begeleidde. Daar was het aan Bernal, die Bardet nog oprolde en op zoek ging naar Caruso.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties