Dominante Vingegaard en Jumbo-Visma beantwoorden dopingvragen: 'Rijden op andere brandstof dan Armstrong'

Wie goed is, wordt verdacht, zo gaat dat in de wielersport. En dus moest Jonas Vingegaard na de zeventiende etappe in de Tour de France naast vragen over zijn naderende tweede eindzege ook vragen beantwoorden over doping en dat soort dingen.

'Ik begrijp de scepsis', zo citeerde onder meer Het Laatste Nieuws een rustige gele truidrager. 'Ik begrijp dat het moeilijk is voor sommige mensen om, gezien wat er in het verleden gebeurd is, in het wielrennen te geloven. Maar we zijn allemaal andere renners dan toen. En ik kan met de hand op het hart zeggen: ik neem niks, doe niets wat verboden is. Ik neem niets wat ik niet aan mijn dochter zou geven.'

Dat vertelde hij later op de avond ook in De Avondetappe bij de NOS. 'Ik kan alleen maar zeggen dat dit niet tijdens zijn zoals met Lance Armstrong. Wij rijden op andere brandstof dan Armstrong deed, de sport is nu duidelijk anders. Ik ben blij dat ik die etappe dinsdag gewonnen heb en ik ben er honderd procent zeker van dat niemand mij die zeges ooit nog zal afpakken.'

Ook voor de start werd Vingegaard al geconfronteerd met het dopingmonster, die bij uitzonderlijke prestaties nog steeds de wielersport overheerst. Tour-baas Christian Prudhomme beantwoordde voor de zeventiende etappe al vragen. Daarin verdedigde hij de dominantie van Vingegaard en Jumbo-Visma. 'Het zijn monniken. Sinds december staan ze zichzelf heel weinig toe, dat is ook een verklaring voor de prestaties.'

Tekst gaat verder onder de foto.

Jumbo-Visma wijst naar omkadering

Collega-renners worden ook niet per se achterdochtig bij een rondvraag van het Franse L'Equipe. 'Het zijn professionele atleten, alles is geoptimaliseerd. Vingegaard en Pogacar zijn de beste twee renners ter wereld, zo is het gewoon', aldus Rémi Cavagna van Quick Step. Ook Julien Jurdie, sportief directeur bij AG2R vertrouwt erop dat alles eerlijk en schoon gebeurt. 'Jumbo-Visma optimaliseert alles en Vingegaard heeft een uitstekende lichaamsbouw. Ook het biatlon wordt door één man gedomineerd, ik heb dan ook geen twijfels over zijn prestaties.'

Voor de start van de achttiende etappe werd Richard Plugge, directeur van Jumbo-Visma, door Het Laatste Nieuws geconfronteerd met alle dopingvragen. 'Niet alleen Jonas, maar ook Pogacar kreeg er al mee te maken. De de scepsis is ook wel wat logisch, gezien de geschiedenis van de sport. Tegelijk heeft het WADA (het wereldantidopingagentschap, red.) al aangetoond dat het wielrennen intussen één van de sporten met de meeste controles is. Onze deuren staan open. Er lopen twee camerateams mee en journalisten komen regelmatig over de vloer. Ook L’Équipe is al eens mee geweest. Wij laten alles zien en kunnen niet meer doen dan alle vragen beantwoorden. Als iemand ons niet vertrouwt, is dat maar zo.'

Bij Jumbo-Visma wijst men vooral naar de tijd en energie die de ploeg steekt in de omkadering, om het verschil van zeven minuten met nummer twee Pogacar te verklaren. 'Dat doen we nog steeds en net daar maken we een groot verschil. In de tijdrit van dinsdag wonnen we alleen al veertig seconden seconden, door bijvoorbeeld geen fietswissel te doen en harder naar beneden te rijden. In de eerste bocht en in de afdaling ging Jonas zoveel sneller dan Pogacar. Dat telt allemaal op - en dan heeft-ie nog niet eens getrapt. Een aerodynamische tijdritfiets en houding leveren zó veel meer winst op dan een gewone fiets. In die zaken steken wij heel veel tijd en energie.'