Drie redenen waarom Iserbyt deze winter een bedreiging kan zijn voor Van Aert en Van der Poel

Tot dusver is Eli Iserbyt dé grote slokop van het seizoen met elf zeges. In België rijst de vraag langzamerhand op of de Belg dadelijk ook Mathieu van der Poel, Wout van Aert en Tom Pidcock aan zal kunnen. Drie redenen waarom dit jaar wel eens anders zou kunnen zijn dan anders.

1. Hij heeft een tactisch vernuft om U tegen te zeggen

Iserbyt laat deze winter zien dat hij ontzettend goed met zijn krachten om kan gaan. De kleine Belg slaagt er keer op keer in om, af en toe ook met behulp van het ploegenspel, het bordje van de tegenstand leeg te eten en er vervolgens als een razende vandoor te gaan. Op die manier is hij andere krachtpatsers als Toon Aerts en Quinten Hermans al meerdere malen te slim (en sterk) af geweest.

Lars van der Haar, de andere succescrosser tot dusver, stipte al aan dat het door de koersstijl van Van der Poel en Van Aert moeilijk wordt om in de wedstrijd te komen en dat hij daarmee om heeft leren moeten gaan. Hetzelfde geldt voor Iserbyt, al heeft hij zich stilaan ontwikkeld tot een meester van de timing. Wat dat waard is tegenover de tenoren, moet nog maar blijken, maar Iserbyt staat ook nog steeds bekend als een bijtertje waar je moeilijk vanaf komt.

2. Hij wint crossen die hij eerder nooit won of kon winnen

Dat Iserbyt succesvol kon zijn in wedstrijden als die van Mersksplas, snel en technisch, daar is nooit aan getwijfeld. Maar ook in wedstrijden als Koksijde, toch een klassieker waar hij tot dusver nooit écht wist te performen, gaat het hem makkelijk af. Het gevolg van een aangescherpte training, zo stelde hij vast bij HLN.

'Noem me nog niet dé grote specialist. Maar ik bewaar nu wel beter de rust in het zadel, laat mijn fiets het werk doen. Vroeger verliep dat krampachtiger', aldus de glansrijke winnaar van Koksijde, die denkt dat hij zijn topvorm stilaan bereikt heeft. 'Hopelijk kan ik dit rekken tot in januari, naar het BK en WK toe. Want, in alle eerlijkheid: het is nog lang. December komt eraan, traditioneel een afmattende maand. Zien wat dat oplevert.'

3. Hij heeft twee klassementen stevig in handen

Eigenlijk is Iserbyt pas bezig aan zijn eerste échte crosswinter als volwaardig prof. In 19/20 was hij nog altijd eerstejaars, terwijl afgelopen winter de corona zorgde voor een flinke schifting in de kalender en hij ook nog eens hard ten val kwam in Heusen-Zolder. Op die manier kon hij nooit serieus meedingen om de Wereldbeker, een klassement dat hij nu meer dan stevig in handen heeft met een voorsprong van 400 punten.

Het zorgt ervoor dat Iserbyt op een relaxtere manier de strijd aan kan gaan met Van der Poel en co, zoals hij zelf ook aangeeft. ' Nu ik de drie klassementen aanvoer, zijn er belangrijker dingen om me op te focussen. En zal ik al eens aan het rekenen slaan.' Dat doet de concurrentie overigens ook, maar dan vooral met het oog op wat er nog op de weg moet komen in 2022.

Zelf kijkt de Belg bij de hervatting van 'de grote drie' overigens vooral naar de Nederlander, die volgens Iserbyt meteen op de afspraak zal zijn. 'Misschien zijn Tom en Wout in het begin nog niet op hun sterkst. En is er over veertien dagen wel iets mogelijk. Maar tegen Mathieu wordt het vanaf zijn eerste cross al meteen lastig, verwacht ik. Ik ga me in ieder geval niet blindstaren op die drie', concludeert Iserbyt. En terecht, want de man heeft al elf adelbrieven in zijn fietsrugzakje zitten die ook wat waard zijn.