Droomrit wordt nachtmerrie: Wout Poels vertelt over slagveld in rit 15: 'Ik stond daarna helemaal geparkeerd'

Wout Poels mocht dit jaar van zijn ploeg Bahrain Victorious de Giro d'Italia niet betwisten. De reden? Hij moest hoge ogen gooien in de Tour de France. Tot dusver lukt het nog niet heel goed. Poels voelt zich niet super, is verkouden en vertelt wat dat met hem doet in de koers. In zijn rubriek in het Algemeen Dagblad vertelt hij over het afgelopen Tourweekend.

Poels koesterde nog een aanvalslustige bui voorafgaand aan het weekend. In rit 15 zat hij dan ook vooraan in de neutralisatie, erna ging het snel bergafwaarts. 'Ik ben echt helemaal naar de vaantjes. Maar we hebben hier als klein jongetje van gedroomd, hè? Och, in zo’n weekend als dit is het toch helemaal niet leuk om in de Tour de France te rijden? Ik had zaterdag nog wel een goede dag, maar gisteren echt niet.'

Poels hoopt op beterschap en denkt terug aan Vuelta: 'Won daar pas in rit 20'

De Limburger kwam er dan ook al gauw achter dat de rit van zondag een waar gevecht zou zijn. 'Het ging vanuit de start meteen heel hard. Ik had er nog best veel vertrouwen in, wilde graag in de kopgroep terecht komen en zat in de neutralisatie echt op de achterklep van de jury-auto. Maar toen we aan de eerste beklimming begonnen, dacht ik: ‘ik mag al blij zijn als ik kan volgen. Ik werd eraf gereden, kwam in de vallei nog even terug, maar stond daarna geparkeerd.'

Poels weet echter wel waar de mindere dagen vandaan komen. Hij is een beetje ziek. Geen corona, wat hij zo vreesde, maar een flinke verkoudheid. 'Ik ben een paar dagen geleden verkouden te worden en dat begint los te komen. Ik was bang dat ik corona had, want dat heerst, maar ik heb twee dagen lang negatief getest. Het is dus gewoon een verkoudheidje, denk ik. Maar het zit niet lekker.' Toch houdt Poels de moed erin. 'Nu lekker een rustdag en een sprintetappe. Dan hoop ik dat ik weer wat fitter kan worden en dan komen er nog wel een paar heel mooie ritten aan. In de Vuelta won ik vorig jaar ook pas in rit twintig, dus ik geef het nog niet op.'