Wout van Aert zag landgenoot Jasper Philipsen woensdag zijn vierde ritzege van deze Tour de France boeken, maar de teller bij de kopman van Jumbo-Visma staat nog altijd op nul in deze ronde. En daar baalt de Belg vanzelfsprekend van.
In de elfde rit van de Ronde van Frankrijk probeerde Van Aert het opnieuw, met een negende plek als resultaat. Alweer zijn vijfde top tien-plek van deze Tour. 'Het was door de gladde omstandigheden belangrijk om vroeg in positie te zitten en dat liep allemaal goed', aldus Van Aert bij Sporza over het voortreffelijke werk van ploeggenoten Nathan Van Hooydonck en Christophe Laporte richting de slotkilometer.
'Tot die laatste kilometer ging het perfect, maar toen werd ik overruled', doelde hij op de lead-out van Luka Mezgec voor Dylan Groenewegen. 'Daardoor ben ik nooit echt aan mijn sprint kunnen beginnen. Ik verloor snelheid en kon het niet meer recht trekken.'
Dat zorgde voor zichtbare teleurstelling bij Van Aert, al verwoordde hij het zelf net wat anders. 'Ik zou willen dat ik teleurgesteld moest zijn, maar ik heb niet eens echt kunnen sprinten. Ik kan er niet veel over zeggen... chapeau voor Jasper, trouwens. Het is heel knap dat hij weer wint en telkens ook in de positie zit om te winnen', deelt hij een compliment uit.
Van Aert zoekt dan ook niet naar excuses. 'Als je terugkijkt zijn er altijd fouten, maar ja... dan wordt het als, als, als', geeft de Belg, die nog niet al te veel vooruit wil kijken naar de overgangsrit van donderdag, aan. 'In deze Tour bekijk ik het dag per dag, dus nu ook.'
Lees het artikel op de mobiele website