Ramon Sinkeldam kon in de elfde etappe van de Tour de France weinig bijdragen aan de vierde sprintzege van Jasper Philipsen. Een luxe-probleem, maar de lead-out van Alpecin-Deceuninck had natuurlijk graag een meer prominente rol gehad in de finale.
'Ik denk dat de credits vooral naar Jasper zelf gaan, en Jonas', zo doelt Sinkeldam op laatste man Jonas Rickaert. Søren (Kragh Andersen, red.) bracht ons goed in de laatste kilometer en toen was hij een beetje op zichzelf. Maar volgens mij is hij op dit moment de beste sprinter, dus als hij daar in die positie zit, dan kan hij het afmaken.'
Mathieu van der Poel voelde zich nog steeds niet goed en kende volgens ploegleider Christoph Roodhooft zelfs 'zijn slechtste dag'. De rol van Sinkeldam had daarom prominenter moeten zijn, maar dat gebeurde niet echt. 'In principe moest ik die jongens richting laatste kilometer brengen, maar het was nat en chaotisch en ik moest één keer in de remmen. Toen was ik verloren, dus helaas heb ik persoonlijk niet zo heel veel kunnen bijdragen. Uiteindelijk wordt hij goed afgezet en laat hij zien dat hij de snelste is.'
Sinkeldam wil graag 'dat laatste tandje bij zetten'
Op de vraag van de NOS of hij ondanks de feeststemming baalt van zijn eigen beperkte rol, knikt Sinkeldam. 'Dat is natuurlijk een beetje teleurstellend. Zeker als je dan alsnog wint, voel je jezelf wel een beetje nutteloos. Je kan alleen niet iedere keer de belangrijkste zijn en uiteindelijk moeten wij zorgen dat hij richting de laatste kilometer zo goed mogelijk zit. Fysiek voel ik me heel goed, maar het lukt nog niet helemaal om dat laatste tandje bij te zetten in de finale. Het is nog een beetje zoeken naar mijn nieuwe positie in de trein. Ik zit twee plekken eerder, maar we laten zien dat we het kunnen oplossen en alsnog winnen.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties