Philipsen stond al niet meer te kijken van risico's Van der Poel: 'Er is er maar één die dat kan'

Jasper Philipsen die op een tweede plek eindigt in Parijs-Roubaix: de Vlaming is overtuigd van zijn kunnen, maar dit verbaasde zelfs hem wel een klein beetje. Op de persbabbel na afloop zat hij er, mede door de overwinning van ploegmaat Mathieu van der Poel, zo trots als een pauw bij.

'Jasper heeft mij wel een beetje verrast', liet winnaar Van der Poel weten. 'Hij is natuurlijk een goede coureur en ik weet ook dat hij erg van de kasseien houdt, maar hij was hier wel heel goed. Dit is wel iets waar we goed van moeten gaan genieten, want dit maken we waarschijnlijk nooit meer mee.'

Philipsen zelf viel zijn kopman bij. '‘Om hier met Mathieu te winnen en zelf tweede te worden… dat is een droom die uitkomt en zeker iets wat ik mijzelf lang zal herinneren. We gaan hier zeker van genieten. Ik zou niet zeggen dat wij hét team van deze lente zijn, maar we hebben nu twee Monumenten gewonnen. Met dit een-tweetje kunnen we heel trots zijn, heel veel beter hebben we het niet kunnen doen.’

Desgevraagd gaf Philipsen nog een korte uitleg over de kwaliteiten van zijn kopman. ‘Hij is een super sterke coureur, natuurlijk. Samen met Van Aert en Pogacar is hij bij de beste coureurs ter wereld. Je weet gewoon dat ze iets extra’s hebben.' Dat kwam volgens Philipsen ook weer tot uiting in deze Parijs-Roubaix. 'Het was duidelijk dat Mathieu en Wout de sterkste mannen in koers waren. Zij hadden de beste benen op de cruciale punten in de wedstrijd.'

Philipsen heeft verklaring voor dadendrang Alpecin-Deceuninck

De Belg was samen met Van der Poel nog betrokken bij een incident met John Degenkolb, die daar tegen de grond ging. 'Ik heb de beelden nog niet gezien, maar ik voelde wel mee met Degenkolb.' Een dader was er niet, vond Philipsen. Die zei overigens ook nog wat over de risico's die Van der Poel nam toen hij solo reed. 'Ik heb het niet gezien, maar dat is gewoon Mathieu. Hij weet wat hij doet en kan goed met zijn fiets overweg. Er is maar één iemand die de bochten zo kan nemen als hij.’

Dat Alpecin-Deceuninck zó goed voor de dag kwam, heeft een verklaring volgens Philipsen. 'We zijn nog steeds fris, dit is pas mijn vijftiende wedstrijddag. Dat is bewust zo gepland, ik heb zware koersen als Vlaanderen en E3 bijvoorbeeld niet gedaan. Daarnaast hebben we ons op hoogte goed kunnen voorbereiden. Maar geluk is ook een factor: hier in Roubaix is alles onze kant op gevallen, je ziet het met de lekke band van Wout en de val van John maar weer.’

Wat zegt deze tweede plek dan over de toekomst van Philipsen in de Monumenten? ‘Vlaanderen zal wat anders worden, maar ik denk dat ik Roubaix wel ooit kan winnen. Ik zet goede stappen en ben nog elk jaar sterker geworden, dus dat is een goed teken. Ik hoop dat ik komend jaar nog een stap kan zetten.’