Aerts wint voor het eerst na schorsing, Cant wint voor het eerst in een jaar tijd tijdens losse cross in Otegem

Toon Aerts en Sanne Cant mochten vandaag juichen tijdens de losse cross in Otegem. Voor Aerts, die eerder al enkele ereplaatsen behaalde en zondag derde werd op het BK, was het een bijzondere dag. De renner van Deschacht-Hens-Maes-team pakte zijn eerste overwinning sinds zijn dopingschorsing. Ook voor Sanne Cant was het een gedenkwaardige dag. Ze boekte haar eerste zege sinds het BK van vorig jaar en reed voor het eerst in vijftien jaar zonder de Belgische driekleur om de schouders.

Hoewel enkele grote namen ontbraken, bracht de cross in Otegem toch een paar gedenkwaardige momenten. De wedstrijd, die niet op televisie werd uitgezonden, biedt jaarlijks de kans aan de kersverse Belgische kampioenen om hun driekleur voor het eerst te tonen. Bij de vrouwen straalde Marion Norbert-Riberolle van trots in haar nieuwe trui. Thibau Nys daarentegen liet verstek gaan; hij was al onderweg naar Spanje.

Tekst gaat door onder de foto

Een sterke groep sprint voor de overwinning

Bij de mannen was de verrassende Wies Nuyens razendsnel vertrokken. Al snel ontstond een kopgroep van zo’n tien renners. Na ongeveer vijftien minuten koers vormde zich een kopgroep van vier renners: Eli Iserbyt, Laurens Sweeck, Joran Wyseure en Jens Adams. Aerts moest na zijn goede start al snel een achterstand van zestien seconden toestaan.

De ploeggenoten Sweeck en Wyseure, beiden rijdend voor Crelan-Corendon, probeerden met een aanval de concurrentie onder druk te zetten. Iserbyt liet zich echter niet gek maken en wist met nog vijf ronden te gaan alles weer bij elkaar te brengen.

Ondertussen vocht Aerts zich vanuit de achtergrond weer terug naar voren in de koers. Bij het ingaan van de laatste ronde plaatste Iserbyt een versnelling en nam hij een paar seconden voorsprong. Toch slaagde hij er niet in om de andere renners definitief achter zich te laten, waardoor een sprint de beslissing moest brengen. Daarin toonde Toon Aerts zich de sterkste. Laurens Sweeck werd tweede, gevolgd door Joran Wyseure. Eli Iserbyt eindigde net naast het podium op de vierde plaats.

Tekst gaat door onder de foto

Bijna drie jaar geleden won Aerts voor het laatst

De laatste keer dat Aerts een overwinning behaalde, was op 5 februari 2022 tijdens de Krawatencross in Lille. Kort daarna volgde een schorsing van twee jaar vanwege een positieve test op letrozolmetabolieten. In februari 2024 maakte hij zijn rentree in het veldrijden.

'Dat was echt kicken. Het doet enorm deugd om nog eens te kunnen winnen maar ik heb daar wel serieus voor moeten koersen', reageerde Aerts na afloop tegen HLN. 'Ik was op een gegeven moment niet mee met de kop van de cross en gaf het bijna een beetje op. Tot ik mezelf oppepte en tegen mezelf zei dat ik niet moesten ‘janken’ en naar de kopgroep moest rijden. Ik kwam ook ten val en moest dan weer achtervolgen. Uiteindelijk maakte ik deel uit van de kopgroep met vier die de laatste ronde introk en in de sprint haalde ik het dan.'

'Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Ik ben volop aan het toewerken naar het WK en hoop nog in enkele crossen echt te schitteren. Deze zege geeft me weer wat meer vertrouwen', besloot de 31-jarige veldrijder.

Tekst gaat door onder de foto

Cant wint na duel met Van Alphen 

Bij de vrouwen waren de ogen uiteraard gericht op Norbert Riberolle, maar het was Kiona Crabbe die het sterkste begon. Zij leidde de wedstrijd in een hoog tempo. Hierdoor ontstond een kopgroep van ongeveer acht rensters. In de derde ronde voerden Cant en Aniek Van Alphen het tempo flink op. Geen van de anderen kon hun aanval beantwoorden.

Ook Norbert Riberolle slaagde er niet in om het gat te dichten. Haar achterstand groeide gestaag, terwijl Julie Brouwers en Jamie de Beer in haar buurt bleven. Aan de kop werkten Cant en Van Alphen goed samen en reden met een flinke voorsprong de laatste ronde in.

In de slotfase wist Cant zich los te maken van Van Alphen. Het is haar eerste zege sinds het Belgisch kampioenschap van vorig jaar. Van Alphen eindigde als tweede, terwijl Norbert Riberolle het podium compleet maakte met een derde plaats.