Haussler dankzij veldrijden weer een betere wegrenner: 'Voelde dat mijn explosiviteit terug was'

Heinrich Haussler is inmiddels 37 jaar, maar nog altijd actief als professioneel wielrenner bij Bahrain Victorious. De Australiër combineert sinds 2019 het wielrennen met het veldrijden en laat weten dat het grote voordelen oplevert.

Daarmee volgt Haussler het voorbeeld van jonge gasten als Mathieu van der Poel, Wout van Aert en Tom Pidcock, die laten zien dat ze beide disciplines met succes kunnen combineren. Haussler begon pas in 2019 in het veld, toen hij onder andere startte in de Wereldeker in Heusden-Zolder. Vorige crosswinter stonden er flink wat meer wedstrijden op het programma en was hij eveneens actief op het wereldkampioenschap, waar hij uiteindelijk als 35e eindigde. Deze winter is Haussler van plan nog meer wedstrijden te rijden, terwijl hij afgelopen zondag tijdens de Wereldbeker in Tabor (gewonnen door Lars van der Haar) al zijn derde wedstrijd van dit seizoen reed en als 27e eindigde.

Haussler heeft verder geen ambities in het veldrijden, maar hij denkt wel dat het hem enorm helpt op de weg. 'Ik heb geen schijn van kans tegen deze grote jongens. Ik wil zoveel mogelijk racen dit jaar en het meeste uit mijn lichaam halen. Ik geloof heel erg dat het voordelen heeft en het mij helpt op de weg. Dat realiseerde ik me afgelopen jaar al toen ik een week voor Omloop Het Nieuwsblad en Kuurne-Brussel-Kuurne nog twee veldritten reed. In Omloop Het Nieuwsblad voelde ik me heel sterk en in Kuurne werkte ik voor Sonny Colbrelli en voelde ik dat mijn explosiviteit terug was. Dat is moeilijk om te trainen op je 37e, want je wordt een beetje een diesel. Maar in de cross train je precies dat.'

Haussler dankt tiende plaats in Roubaix aan veldrijden

De laatste overwinning van Haussler dateert alweer uit 2015, toen hij nationaal kampioen op de weg werd. In 2021 zette hij echter weer wat mooie resultaten neer, met een vierde plaats in Omloop Het Nieuwsblad en iets meer dan een maand geleden eindigde hij nog als tiende in Parijs-Roubaix. In de moddereditie had hij veel aan zijn ervaring in het veld, zo laat hij weten in The Cyclocross Social Podcast. 'Ik voelde me met 120 procent vertrouwen op de fiets zitten door het veldrijden. Je weet hoe het werkt met het wegglijden van het achterwiel en hoe je weer naar het midden van de weg kan komen. Ik had ook geen lekke band en geen crash. Crosses zijn goed voor de klassiekers en als lead-out voor de sprint. Dat zien ook de trainers, waardoor ik de vrijheid krijg om te mogen veldrijden.' Die vrijheid krijgt hij dit jaar echter niet op het wereldkampioenschap die eind januari plaatsvindt. Dan mag hij begin februari voor zijn team opdraven in de eerste wegkoersen van het jaar.