Demi Vollering is er niet in geslaagd zichzelf op te volgen in de Brabantse Pijl. De Nederlandse reed een heel attente koers, sprong in diepe finale naar een groepje met haar ploeggenote Marlen Reusser, maar moest in de sprint haar meerdere erkennen in Silvia Persico. In de Leiderstrui ving Vollering na afloop op.
Als er één ding is dat je niet mag vergeten als je een wedstrijd aan het rijden bent, is het wel om genoeg te eten en drinken. En toch overkwam het Vollering tijdens de Brabantse Pijl. Toen ze haar benen voelde leeglopen, besefte ze dat ze was vergeten bij te tanken. Gevolg: net te weinig punch in de benen in de sprint.
Maar dat was niet de enige reden waarom het in volle finale net ietsje minder werd bij de renster van Team SD Worx. Onderweg woekerde Vollering met haar krachten, misschien net iets te veel? 'Ik wilde misschien iets te vroeg de grote groep al uitdunnen', zo geeft ze toe. 'Er was niet echt samenwerking in het peloton. Bij de voorlaatste keer de klim richting aankomst reed ik volle gas op kop. Dat was met die tegenwind niet zo slim, want iedereen die dan in je wiel zit, zit dan uit de wind. Maar langs de andere kant de je de rest ook wel pijn doen, dus zo verkeerd was het nu ook weer niet.'
Vollering spreekt van vreemde wedstrijd: 'Normaal breekt het hier snel los'
Op televisie zag het er bij momenten een vreemde wedstrijd uit. De vroege vlucht kwam niet tot stand en ook in de voorfinale kreeg niemand ruimte. Pas diep in de finale reed er voor het eerst een groepje weg uit het peloton en dat was meteen de groep die zou sprinten voor de winst. Ook Vollering was verbaasd met de gang van zaken. 'Normaal gezien breekt het hier snel los, maar vandaag niet. Misschien omdat het weer nog te goed was in het eerste deel van de wedstrijd. Daardoor brak het heel de tijd net niet. Dat was op zich wel jammer, want het is zo'n chaotisch rondje en als je dan weg bent met een groep, dan is het alleen maar prettig.'
Toen een groepje met Shirin van Anrooij, Marlen Reusser en Persico dan toch weggeraakte, was Vollering echter niet mee. 'Ik zat op een gaatje en achteraf bekeken, had ik er meteen naar toe moeten springen. Maar ik gokte erop dat de meiden achter mij er naartoe zouden willen springen. Daarom stuurde ik van kop af en deed teken dat het aan hen was. Maar niemand ging nog over mij heen en daardoor was het gat meteen redelijk groot', aldus Vollering, die ook een halfuurtje na de wedstrijd nog stond te bibberen van de koude.
Naast hongerklop speelde ook communicatieproblemen Vollering en co parten
Vollering ging op de laatste keer Moskesstraat in de tegenaanval en nam daarbij Liane Lippert mee. Een risico? 'Dat was zeker wel een risico, inderdaad. Maar goed, het was wel ideaal voor ons om daar met twee te zitten. En ik merkte meteen dat Lippert mee wilde rijden, wat wel fijn was voor mij. Ik weet niet of ik er anders nog bij was geraakt. Het was best wel een pittig stukje en nu konden we het werk samen doen. En ik had gehoopt dat wanneer ik was aangesloten Marlen zou kunnen aanvallen.'
Wat tijdens de wedstrijd niet duidelijk was, maar wel roet in het eten van de dominante ploeg gooide: er was een probleempje met de radiocommunicatie. Of beter gezegd, het gebrek aan radiocommunicatie. 'We hadden maar twee rensters met radio. Dus Marlen en ik konden niet communiceren met elkaar. Anders had ik haar kunnen laten weten dat ik eraan zat te komen. Dus dat werkte niet helemaal zoals ik wilde. Maar uiteindelijk behaal ik nog wel een mooie tweede plaats', zo sluit ze toch op een positieve noot af.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties