Cavendish móét Merckx voorbij en zó zal het gebeuren: 'Eerst Ballerini, dan ik, dan Morkov', zegt Cees Bol

Afgelopen zomer had het al moeten gebeuren: de 35e ritzege van Mark Cavendish in de Tour de France. Hij kwam er niet. De Brit viel uit in de achtste etappe en kon de rest van de Franse drieweekse achter de buis volgen. Aankomend jaar wil Cavendish met zijn ploeg Astana Qazaqstan een nieuwe poging. Met enkele nieuwe aanwinsten is de blauwe équipe meer dan ooit gefocust op dat ene doel, vertelt Cees Bol: 'Je voelt dat de benadering anders is, dat we nu met meer mensen ernaar toe werken', vertelt de Nederlander in een interview met Global Cycling Network.

Bol kwam afgelopen jaar aanwaaien bij Astana om de rol van lead-out te vertolken voor Cavendish. Hij bouwde een goede band op met de beste sprinter aller tijden. De Brit won dan wel geen Touretappe, al vrij gauw werd duidelijk dat hij zijn droom nog niet wilde opgeven. De gedroomde en unieke ritzege moest er komen en dus verlengde Cavendish zijn contract. Met die verlenging kwamen ook Davide Ballerini en Michael Morkov naar de Kazachse ploeg, om alles in dienst te zetten van de heilige graal: ritzege 35, waarmee The Manx Missile het record van Eddy Merckx wat betreft etappeoverwinningen in de Tour zou overnemen.

Bol visualiseert: 'Eerst Ballerini, dan ik, dan Morkov...'

'Het zal helemaal van de vorm van de renners en ook van het parcours afhangen welke volgorde we in de lead-out zullen hanteren. Maar in principe is Ballerini er om ons te beschermen en richting de sprint te brengen. Dan doe ik mijn kopbeurt en geef ik over aan Morkov. Morkov doet dan de laatste beurt.' Vervolgens moet Cavendish het dan afmaken. Bol zou dus een plekje opschuiven.

Dit vindt hij zelf meer dan logisch: 'Michael (Morkov, red.) heeft de meeste ervaring en het beste overzicht om Cavendish het beste af te zetten.' Bol geniet van het feit dat Astana zich volledig op de sprints is gaan richten: 'Max Kanter, Rudiger Selig. Ook dat zijn jongens die een sprint kunnen winnen, dat zie je op de training. Het is heerlijk om in zo'n team te trainen, dat kon vorig jaar echt nog niet', aldus de Noord-Hollander, die hoopt komende zomer onderdeel te worden van de wielergeschiedenis.