Klonk er het afgelopen decennium meermaals gemor na afloop van de presentatie van het Tour de France-parcours, eind 2021 staan zowat alle neuzen dezelfde kant op als het gaat om het parcours van de 2022-editie van La Grande Boucle. In één woord: verfrissend, een term die we in het voetbal langzamerhand zijn gaan haten, maar die perfect op het huidige wielrennen geplakt kan worden.
Van de beginselen in Kopenhagen hadden we natuurlijk al langer weet, maar desondanks beloven ook deze een mooi begin te zijn van de Tour van komend jaar. Denemarken is een fietsland, Kopenhagen een fietsstad, dus het belooft één groot wielerspektakel te worden in de driedaagse door het land van Hans Christian Andersen, Lego en de Kleine Zeemeermin.
Maar laten we niet vergeten dat we ook op wedstrijdgebied al wat mogen verwachten, om te beginnen in de openingstijdrit van dertien kilometer. Ook rit twee, van festivalstadje Roskilde over de Grote Beltbrug naar Nyborg, kan met wat hulp van Jan de Wind een epische etappe worden. Dat geldt in iets mindere mate voor rit drie, maar ook daar ligt het gevaar op de loer.
Speeldriedaagse Mathieu, Wout en Julian in week één, sprinters komen er bekaaid vanaf
Na een rustdag en verplaatsing gaan we verder in Noordwest-Frankrijk, waar Het Kanaal wordt aangetikt met een rit naar Calais en enkele hellingen die we kennen uit het Vlaamse voorjaar. Ideaal voor Mathieu van der Poel en Wout van Aert, die daags nadien nogmaals aan de bak moeten. Dan staat de nu al heroïsche rit over elf kasseistroken op het menu, met aankomst in het Mekka van Kasseienland, Arenberg-Wallers.
Ook in rit zes zullen de Alaphilippe's van deze wereld zich naar hartelust kunnen uitleven, in een klassiekerwaardige finale naar Longwy. Op dag zeven trekt het peloton al naar de La Super de Planche Belles Filles, inclusief gravelaankomst. In rit acht trekken we naar het Zwitserse Lausanne, waar opnieuw een punchaankomst voor Mathieu, Wout en Julian getrokken ligt. Daags voor de rustdag gaat het peloton via Aigle naar de tweede échte bergop aankomst, die zomaar eens ten deel kan vallen aan de vluchters.
Na de rustdag beginnen we met drie furieuze bergritten, waarvan de Alpe d'Huez op quatorze julliet de afsluiter is. Die etappe is een heruitgave van de fameuze Alpenrit in 1986, waarin Bernard Hinault en Greg Lemond gezamenlijk vijf minuten en meer wegreden bij de concurrentie, in hun La Vie Claire-truitje. Rit dertien is dan weer een zeldzame mogelijkheid voor spurters in deze Tour, gevolgd door de inmiddels bekende en mooie afsluiting naar het vliegveld van Mende. Etappe veertien en vijftien zijn respectievelijk voor de spurters en aanvallers.
Tour de France breekt met eigen wetten
De bergen in de Pyreneeën, waaronder Hautacam, bieden de pure klimmers in rit zeventien en achttien kansen. Rit negentien is vervolgens zo'n typische rit die tussen de sprinters en aanvallers gestreden gaat worden, alvorens we voor het derde jaar op rij op de voorlaatste dag een tijdrit gaan rijden. Die is - in tegenstelling tot de vorige twee jaren - ouderwets lang, met veertig kilometer. Daar kan dus nog met veel tijd gesmeten worden.
Op deze manier heeft de Tour de France een ontzettend dynamisch parcours voorgelegd, waarin de blik voor het eerst in jaren niet op de eigen chouchou's is gericht. Bij de ASO lijkt het besef ingedaald dat mannen als Tadej Pogacar, Primoz Roglic, Van der Poel, Van Aert en ook Alaphilippe pure reclame zijn voor de sport, die op de breedste manier ingezet kunnen worden. De hoop dat Thibaut Pinot of Romain Bardet de Tour gaat winnen, lijkt weg bij Christian Prudhomme en co.
Ook de sprinters moeten in 2022 meer kunnen dan hun trein volgen en het vervolgens afmaken; zoveel ritten zijn er niet voor de rappe mannen en ook daarmee breekt de Tour met haar eigen tradities. Wie één felbegeerde etappe wil winnen in 's werelds grootste wielerkoers, moet ervoor gaan rijden ook. Of je nu Tadej P., Mark C. of Mathieu van der P. heet. En dat gaat fantastische strijd opleveren, komend jaar.
Vrouweneditie: hoed af
Qua innovatie van de sport levert de ASO ook voor de eerste Tour de Femmes zeer goed werk af. Oké, we missen de Alpen en Pyreneeën, maar daar krijgen we een ouverture voor terug die een zeer interessant schouwspel gaat opleveren. Te beginnen in Parijs, waar de mannen het estafettestokje symbolisch kunnen overgeven aan de vrouwen: betere publiciteit voor de start van de eerste editie is er niet.
Rit twee zal met een hoogstwaarschijnlijke massasprint een soort inkomertje zijn, rit drie en vier zijn dit allesbehalve: met name die vierde moet je nu al in je agenda met rood omcirkelen. De prachtige wijnpaden in de Champagne-regio, o wat hoop ik er vurig op dat dit een voorbode is voor de komende jaren. Reclame voor de regio van de hoogste rang.
Etappe vijf is met haar lengte van 175 (!) kilometer eveneens een nieuw elan in de vrouwensport. Vlak, maar ongetwijfeld koren op de molen van een afmattingswedstrijd. Er volgen op dat moment namelijk nog drie zware ritten in de Vogezen, met de gravel van de Super Planche des Belles Filles als pronkend sluitstuk. Machtig, ASO, zeer goed werk!
Tom van der Salm (Twitter: @TomvanderSalm) | e-mail: t.vandersalm@indeleiderstrui.nl)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties