Gemengde gevoelens bij Affini na tweede plek: 'Weet niet of ik trots of teleurgesteld ben'

Edoardo Affini zorgde bijna voor een enorme verrassing door met een aanval in de slotmeters bijna een etappe in de Giro d'Italia te winnen. Uiteindelijk wist alleen Giacomo Nizzolo hem voor te blijven, waardoor de hardrijder van Jumbo-Visma genoegen moest nemen met een tweede plaats.

Affini was een van de laatste pionnen van Dylan Groenewegen in zijn sprinttrein, maar dat liep dus iets anders in de finale. Tijdens zijn kopbeurt reed hij iedereen uit het wiel, waarna hij bijna met de etappezege aan de haal ging. Na zijn tweede plek achter Filippo Ganna in de proloog is dit de tweede keer dat Affini net naast de overwinning grijpt. Nu proefde de Italiaan de overwinning echter een stuk meer dan in de eerste etappe, vertelt hij via de ploegsite van Jumbo-Visma. 'Daar werd ik tweede op tien seconden, maar nu op minder dan één, denk ik. Ik was heel dichtbij, maar ik gaf echt alles in die laatste meters.'

Affini: 'Ik keek naar beneden en zag geen wiel achter me. Vanaf dat moment gaf ik gewoon alles'

De aanval was helemaal niet gepland, vertelt hij na afloop in een flashinterview: 'We gingen volop voor Dylan. Het was een hele rommelige finale. In de laatste kilometer zag ik ruimte, dus toen dacht ik het is tijd voor de lead-out.' Toen hij achter zich keek, was Groenewegen echter nergens te bekennen: 'Ik weet niet wat er achter me gebeurde, maar ik keek naar beneden en zag geen wiel achter me. Vanaf dat moment gaf ik gewoon alles.'

Dat het met die lead-out niet lukte zorgde voor onvrede bij de Italiaan. 'Het was natuurlijk de bedoeling om met Dylan voor de sprint te gaan. Het is best jammer dat het zo liep.' Dat hij er zelf nog iets van maakte, zorgt voor gemengde gevoelens bij Affini: 'Ik ben in de war. Ik weet niet of ik nu trots of teleurgesteld moet zijn.' Toch heeft hij een enorm goede dag beleefd, die ook nog eens extra speciaal was: 'Het was voor mij een bijzondere dag, omdat we door mijn woonplaats reden en hier in Verona ben ik als wielrenner gevormd. Maar dat hij zo bijzonder zou eindigen, heb ik met geen mogelijkheid zien aankomen.'