Elk voorjaar is het weer uitkijken naar nieuwe renners die het mooie weer kunnen maken in de (semi)grote wedstrijden. Dit jaar zou Arne Marit (Sport Vlaanderen-Baloise) er zomaar één van kunnen zijn. In de Leiderstrui sprak met de Belg, enkele dagen voor zijn start van het seizoen in de GP Marseillaise.
Marit vestigde de aandacht in het najaar van 2021 op zich, door goed voor de dag te komen in een hele serie najaarswedstrijden en te winnen in de Franse wedstrijd GP du Morbihan. De net 23-jarige sprinter hoopt die lijn dit voorjaar door te kunnen trekken. ‘Zeker, het mag van mij wel gaan beginnen. Als je de ploegmaten bezig ziet in de Challenge Mallorca, dan krijg je er stilaan wel zin in.’
De Belg zal zijn jaar dus starten in Marseille, om vervolgens via de Ster van Bességes en Ruta del Sol naar het Openingsweekend toe te trekken. Daarna staan onder meer de GP Jean-Pierre Monseré, GP Samyn, Ronde van Drenthe en Nokere Koerse op het programma, terwijl Marit ook graag van start zou gaan in de grotere klassiekers later dit voorjaar. ‘Die selecties worden ingevuld op basis van de voorbereidingskoersen, maar ik zou graag de Ronde van Vlaanderen rijden mét publiek aan de start. Dan is de beleving toch compleet.’
Marit wil beter voorjaar rijden dan in 2021: ‘Toen was ik niet tevreden’
Maar eerst dus de GP Marseillaise, waar Marit er direct hoopt te staan. ‘Ik hoop al mee te doen en te laten zien dat ik een goede winter heb gehad. Buiten vier dagen buikgriep heb ik alles perfect kunnen afwerken, ook al hebben we met de ploeg coronaproblemen gehad op trainingskamp. Het is altijd afwachten hoe het aanvoelt in de koers, ik veronderstel dat iedereen goed getraind heeft in de winter.’
Een goed begin is het halve werk, zal Marit denken. Helemaal na het voorjaar van 2021, dat redelijk in de soep liep voor hemzelf en zijn ploeg. ‘Ik was niet tevreden, maar dat kwam deels doordat we geen voorbereidingskoersen hebben kunnen rijden destijds. Die wedstrijden waren weggevallen, maar daardoor reden wij als ploeg eigenlijk constant achter de feiten aan.’
‘Wij begonnen in de Omloop Het Nieuwsblad en Kuurne-Brussel-Kuurne, wat al niet simpel is’, vervolgt Marit. ‘Maar die andere jongens trokken vervolgens naar Parijs-Nice en Tirreno-Adriatico, terwijl wij dat op proberen moesten vangen met alleen training. Dat was wel een lastige situatie, vooral voor een jongen als ik die toch wel koersritme nodig heeft. In het najaar zag je dat ik, toen ik koers na koers kon rijden, toch wel boven water kwam en goed begon te rijden.’
Koersen met, maar tegelijkertijd onder de indruk zijn van jeugdidolen
Marit is dus behoorlijk streng voor zichzelf, terwijl hij in 2021 toch echt pas eerstejaarsprof was. ‘Voila, inderdaad. Misschien was ik in het begin ook nog iets té veel onder de indruk van tussen wie ik allemaal aan het fietsen was. Dat waren jeugdidolen, die knop moest ik soms wel omdraaien. Ik liet me soms iets te veel doen, als we naar een bepaald punt toe moesten wringen, terwijl ik later in het jaar dacht: ik zet ook maar een elleboog.’
Dat hij in de GP du Morbihan grote namen als Elia Viviani en Bryan Coquard voor wist te blijven, gaf hem naar eigen zeggen een ‘flinke moraalboost. ‘Ik voelde destijds dat ik een stijgende lijn te pakken had, maar ik had niet gedacht dat ik aan het einde van het seizoen nog zou winnen. Toen moest ik wel even in mijn arm knijpen: ‘’Wow, wat heb ik hier gedaan?’ Het heeft me de hele winter motivatie gegeven.’
Bij Sport Vlaanderen-Baloise zal Marit één van de mannen zijn die in de gaten gehouden moet worden. ‘Op stage zagen we al dat iedereen dik in orde was. We hebben met Sacha Weemaes nog een snelle man in de ploeg, samen met hem zal ik als sprinter uitgespeeld worden. Ook is er nog Tuur Dens, pistier van opleiding. In sommige koersen ga ik echter ook gewoon meekoersen, in een wedstrijd als de Omloop moet ik niet gaan speculeren op een sprint. Met Wout van Aert en co is een sprint niet voor de hand liggend.’
De Belg hoopt dat ze met de ploeg zo nu en dan zijn kaart trekken in de finale. ‘Binnen het team wordt gezegd dat iedereen zijn kans mag gaan, maar ik hoop dat er soms wat lijn in gaat zitten. Ik ga zeker niet zeggen dat het allemaal voor mij moet zijn, maar ik hoop dat we, als het erop aankomt, als ploeg voor een mooi resultaat kunnen gaan in sommige sprints.’
Marit hoopt na 2022 stap te zetten naar hoger niveau
Marit plakt er nog geen specifiek doel op, maar hij hoopt dit voorjaar constant te kunnen zijn. ‘Ik laat me altijd verrassen, kijk elke koers hoe ver ik kan geraken. Ik ga tevreden zijn als mijn naam een paar keer gevallen is en ik top vijf, top tien kan rijden. Winnen is heel moeilijk en daar ga ik me ook niet te veel op focussen, maar voor hetzelfde geld komt dat ook eens en dan ga ik daar heel blij mee zijn.’
Ook koerst Marit met de gedachte om komende winter een stap omhoog te zetten. ‘Dat is toch de bedoeling. Onze ploeg staat bekend om de ontwikkeling van talent, het heeft maar één doel en dat is jonge renners afleveren aan de WorldTour-ploegen. Het zou heel mooi zijn als ik die lijn kan doortrekken en een stap omhoog kan maken.’
Afgelopen winter sluimerde er al wat interesse, maar die kans liet Marit aan zich voorbij gaan. ‘Het was nog niet super concreet, dus toen hebben we rap beslist om nog een jaartje te blijven. Ik voel me heel goed in de ploeg en kan me nog goed ontwikkelen bij Sport Vlaanderen-Baloise. Iedereen in de ploeg weet nu ook dat ik het af kan maken en dat ze me de volle honderd procent vertrouwen kunnen geven.’
Om te beginnen in Marseillaise, waar we de rappe man al goed in de gaten gaan houden. ‘Ik ga na afloop van dit voorjaar tevreden zijn als ik mijzelf constant heb kunnen laten zien in de koersen die mij liggen.’
Tom van der Salm (Twitter: @TomvanderSalm) | e-mail: t.vandersalm@indeleiderstrui.nl)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties