Alpecin-Deceuninck zette de WorldTour-zegeteller woensdag met de zege van Jasper Philipsen in de Brugge-De Panne Classic alweer op vier, waarmee het definitief afrekende met de twijfels. In de Leiderstrui ving Philipsen en meesterhelper Jonas Rickaert na de finish op.
Het moet gezegd worden: Philipsen was de meer dan verdiende winnaar in De Panne woensdag, daar hij de koers van begin tot einde domineerde. 'Alles beslissen is een groot woord, maar we hebben de hele tijd mee in de koers gezeten en wisten ook dat we zelf beter de forcing konden voeren dan achter de feiten aanlopen', hield hij het zelf nog redelijk timide.
Al op de eerste passage van De Moeren was het kassa: de voorspelde waaiers. ‘Aan de start was het al duidelijk dat het geen sprint zou worden. Bijna alle snelle mannen zaten in eerste instantie wel mee van voren, maar De Moeren waren beslissend. Met goede benen kun je sowieso meedoen in de race en ook in het offensief gaan, dat is wel mooi', aldus Philipsen.
Rickaert: 'Ik zei tegen Jasper dat hij moest gaan'
'We hebben zelf de koers opengebroken, ik denk dat dat onze sterkte was', onderstreepte Rickaert die woorden. 'We waren altijd mee. Jasper had ook vertrouwen in mij, maar ik vooral in hem. Dat doet super veel deugd, ik heb hier zoveel voor gewerkt', klonk het apetrots bij de man die lang in de lappenmand zat. 'Ik kan het niet uitleggen, ik weet echt niet wat mij overkomt. Ik weet niet of ik het herboren mag noemen, maar ik had echt een heel goede dag.'
Uiteindelijk voerde Philipsen zelf de forcing, met Olav Kooij, Yves Lampaert en op het nippertje Frederik Frison in zijn zog. 'Ik voelde dat toen Lampaert ging, ik echt op mijn limiet zat. Ik zei tegen Jasper dat hij moest gaan, wat hij ook deed', legt Rickaert uit. Met name de aanwezigheid van Kooij zorgde wel nog voor wat twijfels. 'Ik wist niet hoe goed Olav nog was, maar op zich was het goed dat we nog met drie anderen waren. Het was niet dat ik het alleen moest oplossen. Ik voelde nog wel dat ik een sprint had, het was niet dat ik volledig op mijn limiet zat', analyseerde Philipsen.
'Je kunt de benen van de andere jongens niet voelen, alleen die van jezelf. Je weet nooit hoeveel hij nog over heeft of dat hij poker aan het spelen is. Dat zie je pas aan de finish', aldus Philipsen, die zichzelf niet direct een goede pokerspeler noemde. 'We spelen het wel met de ploeg. Ik heb wel eens gewonnen, maar ook veel verloren. Ik ben dus niet de beste pokerspeler, daarvoor moet je bij Dries De Bondt zijn', lachte de Vlam van Ham breeduit.
Met goede kaarten aan zijn romp (lees: goede benen) vergemakkelijkte Philipsen het al voor zichzelf, zo bleek aan de streep in De Panne. 'In 2018 eindigde ik hier voor het eerst op het podium van een grote wedstrijd, dus dat is wel mooi. Dat is alweer vijf jaar geleden, dat lijkt lang geleden. Alles gaat dus heel snel', haalt Philipsen herinneringen op.
Alpecin-Deceuninck rekent definitief af met de twijfels: 'Dit zal niet de laatste zijn'
Rickaert maakte het feestje daarachter nog compleet door zesde te worden. 'Dat had ik echt niet verwacht. Voor mijzelf plaats ik deze heel, heel hoog. Voor de ploeg: ik denk dat we opnieuw vertrokken zijn. Alle twijfels, vanuit de pers, zullen van de baan zijn en nu kunnen we uitkijken naar een supersterk voorjaar', klonk het vol vertrouwen. 'Bij ons zaten er ook twijfels, allez, van mijn kant toch. Nu win je vier koersen in dik één week, waarvan twee klassiekers. En het voorjaar is eigenlijk nog maar begonnen. De sfeer is ook opnieuw terug, dit zal niet de laatste zijn', stelt de blije Belg.
Wat rest er nu voor Philipsen? 'Gent-Wevelgem', antwoordde hij resoluut, om daarna uitleg te geven. 'We moeten zien waar dat eindigt, maar die koers gaat zeker niet gemakkelijk worden. Nu hebben we echt een goede stap gezet na Tirreno-Adriatico, dat zag je ook in Sanremo. Daar voelde ik ook wel dat alles in een goede plooi moest vallen, maar anders was dat ook wel een mogelijkheid geweest. Dat geeft wel vertrouwen', aldus Philipsen.
Rickaert is er anders nog wel om er een schepje vertrouwen bovenop te doen bij zijn kopman. 'Ik denk dat het zijn volste recht is om proberen een klassieke coureur te zijn. Hij is sterk, kan een bergske over en is aan de meet nog eens super snel. Het is gewoon echt een klasse renner', betoogt de lead-out. 'Je zag al dat Jasper sterk was in Milaan-Sanremo. Laat Trentin daar het gat niet vallen, dan is hij mee met de groep-Pedersen. Hij is op dit moment gewoon heel goed, dat bleek ook hier maar weer.'
Tom van der Salm (Twitter: @TomvanderSalm) | e-mail: t.vandersalm@indeleiderstrui.nl)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties