Merlier krijgt ondanks charme-offensief geen voet tussen de deur in Tourambitie Evenepoel: 'Zo zal het niet zijn'

Nadat Fabio Jakobsen het schip had verlaten, had Tim Merlier hoop op een prominentere rol in de grote rondes voor zijn ploeg Soudal Quick-Step. Tegelijkertijd werd echter langzaam duidelijk dat Remco Evenepoel in de Tour de France de kopman van de ploeg zal zijn. Dit begrijpt Merlier, maar toch maakt hij zich zorgen over de rolverdeling binnen de Belgische équipe. In gesprek met Sporza ging de sprinter in op zijn rol komend seizoen. 'Ik ben ervan overtuigd dat ik in de Tour sprints kan winnen.'

Eerder had Merlier er zo al zijn gedachten over. Hij achtte het best mogelijk om in de Tour te starten met én een klassementstrein én een sprinter. Die toezegging kreeg hij echter niet van Soudal Quick-Step. Nu liggen andere grote koersen voor de hand, maar Merlier weet zijn programma nog niet. 'We zijn er nog niet volledig uit welke wedstrijden ik rijd. We moeten even afwachten. Dan zal het vast wel de Giro of de Vuelta worden, zeker?', steekt de spurter zijn teleurstelling niet onder stoelen of banken

Merlier wil knechten voor Evenepoel: 'Als ploeg rijden we toch tot de laatste kilometers'

Merlier zag het wél voor zich om naar de Tour te trekken en daar een veelzijdige rol aan te nemen. 'Ik weet dat ik in de Tour sprints kan winnen. Daar ben ik van overtuigd en dat is mijn ambitie. Als je als sprinter echt naam wil maken, dan moet je naar de Tour. Maar dat zit er voor komend jaar dan niet in.' Toch kent de voormalig Belgisch kampioen ook zijn eigen zwaktes en had hij prima een rol als sprinter willen combineren met andere taken.

'Ik weet dat ik beperkt ben in de grote rondes. Het is sprinten of overleven, ik kan me ook beter motiveren voor eendagswedstrijden', stelt de winnaar van een rit in de Giro en de Tour. 'Maar ik kan me ook wegcijferen voor de ploeg, dat heb ik al bewezen. De ploeg moet toch rijden tot de laatste kilometer, ook in vlakke ritten, en dan zou ik mijn gang kunnen gaan. Maar goed, zo zal het niet zijn.' Het is dus nog afwachten in welke ronde Merlier aan het vertrek zal staan. De Vlaamse klassiekers kijkt hij sowieso naar uit: 'Ik droom wel van het Vlaamse werk, dat steek ik niet onder stoelen of banken.'