Naesen over verheerlijking Van der Poel en Van Aert: 'Blijkbaar is dat hoe het werkt'

Oliver Naesen heeft met gewronste wenkbrauwen alle kritiek gelezen, aan het adres van hem en ploegmaat Greg Van Avermaet. 'Na de E3 kregen we veel kritiek, terwijl we mee waren. En na Gent-Wevelgem, waar we de boot misten, weinig kritiek. Onbegrijpelijk', zo stelt hij bij Het Laatste Nieuws.

Naesen en Van Avermaet zaten vrijdag mee in volle finale in de E3 Saxo Bank Classic. Nadat ze met Mathieu van der Poel en Wout van Aert het gros van het werk hadden gedaan in de achtervolging op Kasper Asgreen, gingen ze eenmaal terug vooraan om en om aan. Toen Asgreen zijn beslissende stoot plaatste, kon niemand reageren. Dat leverde op social media veel kritiek op. 'Ik ben dat niet gewend, dat werkt eerlijk gezegd wel een beetje op mijn gemoedstoestand.'

'Iedereen is zodanig fan van Wout en Mathieu dat gelijk wat je doet, behalve het op een zilveren schaaltje aanreiken, fout is.'

Ook bij Het Nieuwsblad deed Naesen voor de start van Dwars door Vlaanderen zijn zegje. 'Wij eindigen nog steeds als vierde en zesde in de Saxo Bank Classic, maar online lees je dan dat je de slechtste coureur ter wereld bent', aldus de doorgaans goedlachse Belg. Hij stelt dat hij en Van Avermaet volle bak hebben gekoerst in de E3. 'We zijn volle bak meegegaan met Mathieu, maar Wout zat achteraan. En hij is natuurlijk de chouchou van Vlaanderen, dus als je zoiets durft, ben je een stouterik, hè', zo klinkt het cynisch. 'Iedereen is zodanig fan van Wout en Mathieu dat gelijk wat je doet, behalve het op een zilveren schaaltje aanreiken, fout is.'

'Blijkbaar is dat hoe het nu werkt', zo vervolgt hij. 'Ofwel rij je volle bak zonder al te veel na te denken, zoals wij gedaan hebben, en dan heb je analfabeten online die je voor dommerik uitmaken. Ofwel gebruik je wel je verstand, maar dan heb je papzakken in de zetel die je voor tamzak gaan uitmaken. Het is ook wel gewoon terecht dat Wout en Mathieu nu heilig zijn. Maar als ik koersfan zou zijn, zou ik dat veel positiever benaderen. Het is niet zo dat er maar twee of drie goeien meedoen en dat de rest slecht is. Nee, er zijn er twee of drie die supergoed zijn en die op een niveau zitten dat we al een decennium niet meer gezien hebben. Maar het is niet dat de rest daarom erbarmelijk is. Nu lijkt het alsof we ineens geen bestaansrecht meer hebben.'