Van der Poel denkt niet dat hij Degenkolb aanraakte: 'Anders was ik zelf ook gevallen'

Mathieu van der Poel zegevierde in een spectaculaire editie van Parijs-Roubaix, die werd gekenmerkt door een bijzonder hoog tempo én diverse pechgevallen. Zijn overwinning in 'De Hel van het Noorden' betekent dat 'MVDP' drie verschillende monumenten op zijn palmares heeft staan.

'Er is geen begin in dit verhaal', lacht de laureaat na afloop van de race in het flashinterview met Han Cock. 'Er is alleen een heel mooi einde voor onze ploeg. Het was van start tot finish echt een gekke wedstrijd. Het was continu volle bak koers. Als ploeg hebben we het perfect gedaan. Ik ben heel blij om het af te maken. En dan is Jasper (Philipsen, red.) zelfs nog tweede geworden. Dat is iets waar we toch wel bij mogen en moeten stilstaan. Dit gaat waarschijnlijk nooit meer gebeuren', jubelt hij.

Chaos is het woord dat de laatste koersuren van de 120e editie van Parijs-Roubaix het best omschrijft. Op Carrefour de l'Arbre, de scherprechter bij uitstek, zette Van der Poel door. De Nederlander wilde langs de rest van de koplopers rijden, maar Philipsen maakte een manoeuvre naar rechts. De weg hield op, Van der Poel moest mee naar rechts en daar reed de arme Degenkolb. De Duitser reed voor het eerst in jaren weer eens finale, maar werd omver gekegeld in de berm door de twee van Alpecin. 'Jasper zat op kop en ik zat er schuin achter. Degenkolb zat al rechts en Jasper ging aan de kant, dus moest ik ook naar de kant. Ik weet niet precies meer wat er toen gebeurde. Ik denk niet dat ik hem heb aangeraakt. Anders had ik er zelf ook bij gelegen. Het is natuurlijk wel heel jammer voor hem.'

De solo-overwinning betekent naar eigen zeggen enorm veel voor Van der Poel. 'Ik denk dat ik mijn beste voorjaar ooit rijd. Ik kan alleen maar tevreden zijn. Het moet nog even doordringen. De rugproblemen zijn zo goed als opgelost. Voorbije jaren had ik daar last van. Ik ben niet iemand die daarover blijft zagen, maar ik haalde niet altijd het niveau dat ik wilde hebben. Dit seizoen is dat gelukt. Dan ben ik tot mooie dingen in staat. Het is een heel stuk aangenamer fietsen zo, ook op training. Ik denk dat heel de ploeg dat ook merkt aan mij.'