Wat kan er misgaan, nu Merlier en Philipsen allebei mogen sprinten op het EK? 'Zal misschien raar zijn'

Tim Merlier en Jasper Philipsen horen dit seizoen bij de meest succesvolle sprinters van het peloton en ze kwamen elkaar ook al eens hardhandig tegen in een man-tegen-man. Dat ging soms hard tegen hard, met smerige blikken na afloop. Op het EK wielrennen moet die hele historie overboord worden gegooid, want Merlier en Philipsen rijden plots in één ploeg voor België. Hoe dat in z'n werk moet gaan? De twee hoofdpersonen legden het vrijdag uit tijdens een persconferentie.

Toen Sven Vanthourenhout recent zijn EK-selectie bekendmaakte, viel het meteen op: Merlier, Philipsen en op dat moment ook nog Wout van Aert en de altijd sterke Jordi Meeus. Vier sprinters op papier, volgens bondscoach Vanthourenhout omdat hij simpelweg geen argumenten had om één of meerdere renners van de vier níet mee te nemen.

Wie denkt dat Merlier en Philipsen op zondag in de wegwedstrijd in Vlaanderen voor elkaar gaan rijden, kan die gedachte alvast opbergen. 'Het zal misschien raar zijn dat er twee sprinttreinen zullen zijn, maar we willen beiden winnen. Het kan zijn dat we tegen elkaar zullen sprinten en dat vind ik ook meer dan logisch', zei Philipsen bij HLN met een nuchtere toon.

Lees verder onder de foto

Kunnen twee sprinttreinen van België naast elkaar bestaan?

Twee lichtblauwen in een sprint tegen elkaar? Kan dat, met ook sterke mannen als Olav Kooij en Jonathan Milan aan de start? 'Ik denk dat zowel Jasper als ik een sprinttrein zullen krijgen. Ik ben een andere sprinter dan hem. We gaan elkaar niet hinderen, maar we willen wel alle twee de trui. Als Milan dan wint, is hij de snelste. Kritiek zal er altijd zijn. Ik vind dat de bondscoach lof mag krijgen. Hij heeft ballen getoond door ons beiden mee te nemen', aldus Merlier.

Als er een Belg wint, zal dat inderdaad de conclusie zijn. Als er géén Belg wint, zal de kritiek op de selectie-keuze niet mals zijn. 'We krijgen alle twee onze kans als het tot een sprint komt', benadrukt Philipsen echter nog eens. 'We kunnen met twee naast elkaar sprinten. Ook met zes is een optie', grapt de man van Alpecin-Deceuninck, die dit jaar drie Touretappes won.