Zonneveld en KNWU willen terug naar basis voor het fietsen: 'Meiden moeten nu meteen tegen Vollering en Vos'

Nederland staat bij een groot gedeelte van de landen op de wereld bekend als fietsland. Naar werk, naar de sportschool of voetbal, naar het dorp... Nederlanders pakken in vergelijking met andere landen veel vaker de fiets. Toch is er een dreigende ontwikkeling aan het ontstaan in het Nederlandse wielrennen, zo ziet ook de Nederlandse wielerbond. De KNWU ziet namelijk dat steeds minder mensen zich inschrijven om fanatiek te gaan fietsen. Een probleem waar ook Thijs Zonneveld zich al vaker over uitsprak.

'We maken ons wel eens zorgen over de generatie die eraan komt', stelt Joost van Wijngaarden, de manager evenementen van de KNWU, bij Sporza. Van Wijngaarden startte dit jaar op 1 april aan die functie, maar ziet een dreigende ontwikkeling ontstaan. 'Op dit moment doen we het fantastisch. Nederland scoort in alle wielerdisciplines op EK's, WK's en op de Olympische Spelen, maar we maken ons zorgen over de generaties die er over vijf of tien jaar aankomen.'

De kille cijfers liggen ten grondslag aan die zorgen. Het aantal vergunninghouders in Nederland (een vergunning is nodig om aan een wielerwedstrijd mee te doen) is namelijk gedaald, en staat nu op 10.000. 'Terwijl onderzoeken aantonen dat er in Nederland een potentieel is van 200.000 mensen die fanatiek en ambitieus bezig kunnen zijn met de fiets', zegt Van Wijngaarden. Dat is dus slechts vijf procent van het potentiële aantal. 'Daardoor hebben we in Nederland een alsmaar kleiner wordende vijver om onze hengel in uit te slaan. De nieuwe Mathieu van der Poel of Puck Pieterse zit momenteel misschien in het roeien en het hockey. Gewoon omdat we de koers de voorbije jaren niet interessant genoeg hebben gemaakt voor die doelgroep', zo luidt de conclusie.

Van Wijngaarden heeft ideeën om de sport weer aantrekkelijker te maken voor de grote groep die nu niet door de KNWU aangetrokken wordt tot het fietsen van wedstrijden, die dus volgens onderzoek ongeveer 190.000 mensen zou bevatten. 'Met enkele aanpassingen willen we hen weer blij maken. Zo willen we wedstrijden aanbieden op een veel lager niveau.' Het zou dan gaan om korte circuits van ongeveer twee kilometer. 'Dat zijn rondjes met weinig scherpe bochten zonder kasseien en drempels. Op die wegen kunnen renners op een veilige manier hun eerste stap in de wielersport zetten.' Vooral jonge vrouwen zullen dan verschil merken. 'Nu moeten zij na drie wedstrijden al in een criterium koersen tegen Marianne Vos en Demi Vollering. Dat beginniveau moet lager als je jonge vrouwen wil laten instromen in de koers.'

Lees verder onder de foto!

'Denk Mathieu van der Poel weg en dan heb je in één keer een bijna-crisis', aldus Thijs Zonneveld

Wielerjournalist Zonneveld sprak zich bij Wielerrevue ook uit over dit probleem. Hij ziet dat we in Nederland steeds afhankelijker zijn geworden van een paar individuen. 'Kijk naar wie de punten scoren. Dat zijn maar een paar renners. Denk Mathieu van der Poel weg en dan heb je in één keer een bijna-crisis. Olav Kooij is een toptalent, maar ik denk dat we over een paar jaar gaan beseffen hoe bijzonder die periode van 2013 tot en met 2023 was', zo stelt de Nederlander.

Oplossingen weet Zonneveld wel te noemen, maar het is vooral de politiek die volgens hem die oplossingen in de weg zit. 'Waarom moet je per se een licentie hebben om aan een bepaalde wedstrijd mee te doen? Is dat niet anders op te lossen? Kunnen we wedstrijden in de buurt makkelijker maken? Moeten we meer naar plaatselijke rondjes toe? Dat zijn allemaal vragen. Het is een groot probleem waarvoor je ook steun nodig hebt vanuit de politiek. Die is er nu simpelweg niet.'

Zo is het probleem van een tekort aan politiemotoren om een wedstrijd in Nederland doorgang te laten vinden een goed voorbeeld volgens Zonneveld. 'Als we zelfs dat niet kunnen oplossen... Sterker nog, de oplossing is er al, maar Den Haag weigert een handtekening te zetten. Wedstrijdorganisatoren zeggen ook met burgermotards te kunnen werken, maar daarvoor moet de wet aangepast worden, zodat zij net als in België het verkeer mogen stoppen. Dat maakt je minder afhankelijk van de politie. Dat is voor een zeer beperkt aantal koersen, maar omdat Den Haag weigert, zie je de ene na de andere wedstrijd kapotgaan', luidt zijn harde conclusie.