Afzwaaiende Wild trots op bronzen plak, Van Riessen reed 'net iets te voorzichtig'

De professionele wielercarrière van Kirsten Wild zit erop. Met de Puntenkoers op het WK baanwielrennen reed de Nederlandse zondag haar laatste wedstrijd, waarbij een zilveren plak 'het hoogst haalbare was'. Haar landgenote Laurine van Riessen keerde zondag daarentegen juist terug in koers na haar val op de Olympische Spelen afgelopen zomer, waar ze erg trots op is.

Na een carrière van bijna twintig jaar gaat Wild met wielerpensioen, wat haar zeker niet koud laat. 'Het is heel raar dat dit mijn laatste rondjes waren', zo vertelt Wild voor de microfoon van de NOS. 'Ik heb ervan genoten, of eigenlijk heb ik afgezien.' Zaterdag behaalde de renster samen met Amy Pieters een gouden plak bij de Koppelkoers, maar zondag moest ze bij de Puntenkoers genoegen nemen met zilver. 'Lotte (Kopecky, red.) was enorm sterk, dus ik ben blij met die prestatie. De derde plek was het hoogst haalbare na zo'n sterke tegenstander.'

Wild, die onder meer negen wereldtitels op de baan binnensleepte, is apetrots op haar palmares. 'Ik heb een aardige erelijst bij elkaar gefietst, zowel op de weg als op de baan. Ik kijk terug op een mooie tijd en zou het iedereen aan willen raden, mits je het fysiek en mentaal aankunt. Het was een supermooi avontuur, maar het is ook mooi dat het nu afgelopen is.'

Van Riessen 'voorzichtig' bij terugkeer in koers

Waar Wild afzwaait, keert de 34-jarige Van Riessen juist terug in competitie. Tijdens de Keirin op de Olympische Spelen ging de renster onderuit, waaraan ze onder meer gebroken ribben en een gebroken sleutelbeen overhield. 'Dat voel ik nu nog wel', laat ze na het WK aan De Telegraaf weten. Van Riessen maakte zondag haar rentree tijdens de Keirin en schopte het daarbij tot de halve finale.

Van Riessen spreekt logischerwijs van een spannende dag. 'Je hebt geen idee hoe je ervoor staat', stelt ze. Tijdens de halve finales kwam ze tekort voor een plekje bij de beste drie, waardoor het WK erop zat voor haar. 'Fysiek zit ik op op tachtig à negentig procent en ik reed misschien net iets te voorzichtig. Dan wordt het lastig. Mijn acties waren best goed, maar je neemt net wat minder risico. Dan beuken ze je gewoon opzij. Ik moet tevreden zijn, maar als je aan de start staat op een WK wil je altijd meer. Maar ik weet ook dat dat niet realistisch is. Ik moet al blij zijn dat ik hier mocht rijden.'