Ten Dam en Dekker trekken andermaal naar Andes-gebergte, waar ook Van Vleuten meedoet: 'Voor het avontuur'

Annemiek van Vleuten is pas een paar maanden gestopt als prof, maar van een lui pensioen is allerminst sprake. De Nederlandse vertelt aan Cyclingnews meer over de tocht van 985 kilometer in Colombia, waar ze zondag aan begint.

Van Vleuten was de laatste jaren altijd al in Colombia te vinden in de winter, maar dat was altijd ter voorbereiding op het nieuwe wegseizoen. Dit keer is ze richting Zuid-Amerika getrokken voor de Transcordilleras, een achtdaagse wielertocht - veelal onverhard - van in totaal 985 kilometer door het Andes-gebergte. Het is de race waar Thomas Dekker en Laurens ten Dam aan meedoen, nadat ze vorig jaar debuteerden.

In de Transcordilleras moeten deelnemers volledig voor zichzelf zorgen. Een lekke band plak je zelf, je zorgt zelf voor eten en drinken en iedere dag wordt er een etappe verreden. Van Vleuten doet niet mee aan de professionele gravel-editie, maar de tocht waarbij wel hulp wordt geboden tijdens de dagen. Zo worden hotels geregeld, en de fietsen worden onderhouden. 'Ik rijd niet voor een resultaat, maar gewoon voor het avontuur, en moet te finishen.'

Van Vleuten vroeg Ten Dam om advies

Een fietsvakantie, samen met oud-ploeggenote Iris Slappendel, zo legt Van Vleuten uit. 'Ik ben klaar met koersen, dit is een nieuwe manier om te genieten van de fiets. Iris had wel zin in een gravel-avontuur en het is leuker om zoiets met z'n tweeën te doen. Ik zal veel wegen zien die ik nog niet eerder heb gezien, omdat ik in Colombia louter op de wegfiets heb getraind.'

Om die reden een duik in het onbekende, en dus vroeg Van Vleuten de mannen met ervaring om advies. 'Ik heb contact gehad met Laurens over materiaal, omdat ik geen verstand heb van gravelen. Ik ben best een beetje nerveus, omdat we iedere dag minimaal zes uur op de fiets zitten, dus het zal niet relaxed zijn. Er volgen uitdagingen, maar dat is onderdeel van de battle.'