Thijs Zonneveld geeft voorproefje van de grillen van Unbound: 'Het is alsof je de Tour van 1912 rijdt' Gravel
Gravel

Thijs Zonneveld geeft voorproefje van de grillen van Unbound: 'Het is alsof je de Tour van 1912 rijdt'

Thijs Zonneveld geeft voorproefje van de grillen van Unbound: 'Het is alsof je de Tour van 1912 rijdt'

Dit weekeinde staat in de Verenigde Staten de welbekende gravelkoers Unbound op het programma, waar opnieuw een heel aantal Nederlanders aan de start staan. Eén daarvan is journalist/wielrenner Thijs Zonneveld, die in zijn podcast In het Wiel uitgebreid vooruitblikte op de 320 kilometer lange wedstrijd over onbegaanbare Amerikaanse wegen.

Zonneveld staat voor het tweede jaar op rij aan de start van Unbound en weet dus al een beetje wat hem te wachten staat. 'Dit jaar gaan we naar het noorden, vorig jaar was het naar het zuiden. Het is echt in the middle of nowhere, je rijdt uren door een landschap heen zonder dorpen, supermarkten: er is gewoon niks', duidt de columnist.

'Voor Unbound moet je fysiek goed zijn, een harde kop hebben en om kunnen gaan met de omstandigheden', vervolgt hij. 'Het is superheet, het parcours kan snel veranderen door het weer en je rijdt snel lek. Dinsdag reden we tijdens een verkenning van 120 kilometer met zes man elf of twaalf keer lek. Je koerst over zulke scherpe stenen heen.'

Lees verder onder de foto.

Zonneveld vergelijkt Unbound met Tour van 1912

Materiaalkeuze is daarbij van belang. 'Ik wil gokken. Er rijden hier jongens als Matej Mohoric mee, die natuurlijk een heel stuk beter is. Sterker, handiger, sneller. Als ik hetzelfde ga doen als hij, ga ik hem nooit kloppen. Maar dit is Unbound en het is zo'n gekke wedstrijd, dus je gaat toch wel nadenken over manieren waarop het wel kan', aldus Zonneveld, die denkt aan het wisselen van banden tussen enkele stukken door. 'Het risico dat je daarmee neemt, is dat het meer tijd en inspanning kost.'

'Bij Unbound moet alles kloppen', vervolgt Zonneveld. 'Ik merk wel dat ik er anders in sta dan vorig jaar, toen ik ook heel erg bezig was met geen pech krijgen. Het is zo lang en wedstrijdsituaties kunnen constant veranderen. Laurens ten Dam is daar bijvoorbeeld heel goed in, hij is de enige die er in alle finales bij is geweest. Dat is heel knap, zeker gezien de pechfactor. Hoe je ermee omgaat, is heel belangrijk.'

'Het is een soort vooroorlogse race, alsof je de Tour van 1912 rijdt', vervolgt hij. 'Maar dan met het materiaal van nu, zonder volgauto's of informatie en dergelijke. Daarom moet je altijd blijven rijden, en dat is ook het mooie. Daarbij voelt het als een soort woestijn. Jasper Ockeloen vergeleek het als een kikker in kokend water: als je het water steeds warmer zet, voelt een kikker niet dat die in kokend water zit. Zo voelt het hier ook: als je te hard gaat, ben je jezelf aan het overkoken.'

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws