Zoals elk jaar gaan er ook in 2020 nieuwe talenten, jong of als laatbloeier, de overstap naar de top van het wielrennen wagen. Sommigen zullen slagen en eeuwige wielerglorie vergaren, anderen zullen misschien ambities bij moeten stellen en zich in een dienende rol moeten plaatsen en een paar zijn na een jaar al weer weg. In de Leiderstrui brengt om de twee weken een nieuw gezicht in beeld en gaat dieper in op de resultaten, kenmerken en verwachtingen van de renner. Vandaag: Barnabás Peák van Team Mitchelton-Scott.
Profiel:
Naam: | Barnabás Peák |
Nationaliteit: | Hongaars |
Leeftijd: | 21 (29-11-1998) |
Specialiteit | Allrounder |
Ploeg: | Michelton-Scott |
Vorige ploeg: | SEG Racing Academy |
Belangrijkste resultaten: | Vijfde etappe Tour de Normandie 2019, negende Gran Piemonte 2018, tweede Ronde van Hongarije 2017 |
Lange tijd was het Rabobank Development Team verantwoordelijk voor de ontwikkeling van talentvolle wielrenners in Nederland. Toen de ploeg eind 2016 wegviel, ontstond er een grote leegte, die in eerste instantie werd opgevuld door SEG Racing Academy. Hoewel die ploeg met Fabio Jakobsen en Thymen Arensman de nodige grote Nederlandse talenten aan de WorldTour heeft afgeleverd, richt de ploeg zich lang niet alleen op Nederlanders. Van begin af aan kent de ploeg een mix van renners uit verschillende landen en in de laatste jaren is dat alleen maar meer geworden. Meerdere van die renners hebben ook de overstap naar de WorldTour weten te maken, denk aan de tijdrijder Edoardo Affini, de sprinters Alberto Dainese en Kaden Groves en klimmer Stephen Williams. Een wat minder opvallend succesverhaal van SEG is de Hongaar Barnabas Peák, de hoofdrolspeler van deze IDL Neo.
Hongarije als wielerland is de afgelopen periode al uitgebreid aan bod gekomen op deze site. Het land zou dit jaar de Girostart organiseren, maar corona besliste anders. Daarnaast maakten twee Hongaren de overstap naar de WorldTour, naast Peák ook Atilla Valter. Een zeer sterke prestatie van beide renners. Tegenwoordig moet je als talent namelijk het nodige presteren om op te vallen bij de WorldTour-ploegen. Bovendien is het bijzonder omdat beide renners zich vanuit een land met weinig wielertraditie en dus ook minder mogelijkheden naar de top van het wielrennen hebben gewerkt. In het geval van Peák verdient ook de UCI een keer zijn complimenten, want mede dankzij het UCI World Cycling Centre heeft de jonge Hongaar zich sterk kunnen ontwikkelen.
Vuelta-strijd Froome-Contador doet Peák fietsen
Peák is weer een voorbeeld dat je niet vanaf zesjarige leeftijd een racefiets hoeft op te kruipen om het te halen als wielerprof. In zijn jeugdjaren was hij vooral aan het roeien. Hoewel de sporten ontegenzeggelijk verschillen, wordt in beide sporten het essentiële uithoudingsvermogen sterk getraind. Tot zijn zestiende bleef Peák roeien, want op die leeftijd raakte hij door de Vuelta a Espana 2014 geïnfecteerd met het wielervirus. Op televisie zag Peák Alberto Contador en Chris Froome intense duels op duizelingwekkende stijgingspercentages uitvechten. Waar de meeste wielerfans de immer aanvallende en strijdlustige Contador bewonderen, geraakte Peák onder de indruk van viervoudig Tourwinnaar Froome. ‘Vanwege hem en zijn prestatie besloot ik te gaan fietsen’, vertelt hij in een interview met Cafe Roubaix.
Peák presteerde bij de junioren al snel zeer degelijk, met top-10 plaatsen in zowel de tijdrit als de wegrit op het Europees kampioenschap in Plumelec als uitschieters. Voor een Hongaar waren dat opvallende prestaties, zo vond ook het UCI World Cycling Centre. Het opleidingscentrum van de internationale wielerbond investeert in talenten uit de meer exotische wielerlanden, om de renners uit die landen te ondersteunen bij het maken van de stap naar de profs.
Peák verslaat Pogacar en Ghebreigzabhier in Ronde van Hongarije
De overstap naar het UCI World Cycling Centre bleek de ontwikkeling van Peák een positieve impuls te geven. In zijn eerste jaar bij de beloften sprintte hij naar de winst in de Servische eendagskoers Beograd – Banjaluka (2.1). Daarnaast toonde hij ook talent voor de rittenkoersen. In de Ronde van Hongarije knalde Peák met veel power gelijk naar de derde plaats in de zeer korte proloog van één kilometer. Ook in de tweede etappe was hij met wederom een derde plek bij de pinken. Met zes andere renners bleef hij het peloton vier seconden voor. In de derde etappe sloeg het noodlot echter toe, of zo leek het in ieder geval. Peák kwam onderweg hard ten val, maar wist de etappe zonder tijdsverlies door te komen. Hij had echter wel een breuk in zijn sleutelbeen opgelopen, zo bleek na de etappe.
Toch was de koers voor Peák niet voorbij. De breuk was niet zodanig erg dat hij moest opgeven. Bovendien wilde hij het podium in eigen land niet zomaar laten schieten. Peák stapte met sleutelbeenbreuk gewoon weer op en overleefde zonder tijdverlies de laatste twee etappes. Hij passeerde in de één-na-laatste etappe zelfs de nummers één en twee in het klassement. Helaas voor Peák werd hij dan weer ingehaald door de ritwinnaar, de Colombiaan Daniel Jaramillo.
De tweede plaats in de Ronde van Hongarije was zeker geen misselijke prestatie. Peák versloeg onder andere Tadej Pogacar (Team UAE Emirates) en Amanuel Ghebreigzabhier (Team NTT). Hoewel Peák de eindoverwinning op luttele seconden misliep was hij erg in zijn nopjes met de tweede plaats, vooral gezien zijn sleutelbeenbreuk. ‘Het voelde als een overwinning.’
Lees verder onder de post.
Peák kritisch: ‘Er is genoeg werk te verrichten’
Na de Ronde van Hongarije bleven de prestaties lange tijd uit voor Peák. Hoewel de Hongaar altijd wel bij de beste vijftig renners van het peloton zat, kon hij zich moeilijk onderscheiden. Peák bleef echter zijn koersen rijden en deed steeds meer ervaring op. In 2018 kreeg hij ook veel meer mogelijkheden om aan wedstrijden van een hoger niveau in West-Europa deel te nemen. Dat betaalde zich uiteindelijk weer uit. Na een sterke Ronde van Servië (zevende in het algemeen klassement) liet de toen twintigjarige Peák zien al tot de top van het Hongaarse wielrennen te behoren. Hij won zowel de wegrit als de tijdrit van het nationale kampioenschap voor elites.
Ondanks verschillende sterke prestaties was Peák niet helemaal tevreden met zijn eerste twee jaren bij de beloften, want in het merendeel van de wedstrijden kwam hij vaak op beslissende momenten tekort. Waar de Hongaar tevreden was met zijn vermogen op de fiets, merkte hij dat het aan bepaalde vaardigheden nog ontbrak. ‘‘Het is frustrerend. Ik heb een goed wattage in verhouding met mijn gewicht. Desondanks ben ik verre van de beste op beslissende momenten. Er is dus nog genoeg werk te verrichten.’
Peák loopt stage bij The Wolfpack
Desondanks was zijn presteren voor Deceuninck-Quick-Step wel voldoende reden om Peák te testen tijdens een stageperiode. De jonge Hongaar reed onder andere de Brussels Cycling Classic, GP de Fournies en de Münsterland Giro voor The Wolfpack. Telkens deed Peák prima ondersteunend werk en beëindigde hij de koers bij de eerste helft van het peloton.
Hoewel er voor Peák weinig ruimte was om zichzelf te onderscheiden, pakte hij in zijn laatste koers van het jaar, de Gran Piemonte (1.HC), toch een beetje zijn kans. De Italiaanse semiklassieker liep uit in een sprint. Voor Deceuninck was Florian Sénéchal de aangewezen sprinter en Peák mocht als zijn piloot fungeren. Hij deed dat meer dan verdienstelijk. Sénéchal moest alleen Sonny Colbrelli voor zich dulden. Peák werd zelf nog negende, wat voor een belofterenner in een Hors categorie koers zeer verdienstelijk was. Het was echter onvoldoende voor Peák om een contract bij Deceuninck-Quick-step te verdienen. Uiteindelijk werd hij wel beloond voor zijn goede 2018 met een contract bij SEG Racing Academy, een ultieme kans voor de Hongaar, want veel renners van de ploeg weten uiteindelijk door te stromen naar de WorldTour.
Lees verder onder de foto.
Peák ontpopt zich als aanvaller bij SEG
Peák liet zich in 2019 voor SEG Racing meteen van zijn beste kant zien. In een sterk veld van enkele WorldTour-teams en ProContinentale-ploegen reed de Hongaar naar een zestiende plek in een door waaiers geplaagde Ronde van Drenthe. Vervolgens trok Peák naar de Ronde van Normandië, waar hij vooral in dienst van sprinter Alberto Dainese moest rijden. Na enkele overwinningen van zijn sprintkopman, kreeg Peák in de vijfde etappe naar Bagnoles-de-l'Orne zijn eigen kans. Vanuit de kopgroep begon hij aan een solo-inspanning tegen het peloton. Waar zulke ondernemingen vaak gedoemd zijn te mislukken, wist Peák het hongerige peloton aan wolven van zich af te houden. Met een voorsprong van drie seconden had hij zelfs tijd over om zijn handen in de lucht te gooien.
Lees verder onder de post.
Zijn eerste overwinning smaakte naar meer, dus probeerde Peák het in de Giro d’Italia U23 nog maar eens in de vlucht. In de overgangsetappe naar Falcade kwam hij zeer dichtbij. Met zes andere vluchters stoof hij op de finish af. Peák beschikt over een snel sprintje. De Italiaan Nicola Venchiarutti was echter nog wat sneller. Met een tweede plaats in de Giro voor beloften gaf de jonge Hongaar echter wel wederom zijn visitekaartje af.
Lees verder onder de post.
Mitchelton-Scott pikt Peák op: ‘Barnabás is een allrounder’
Niet veel later pakte Mitchelton-Scott het visitekaartje van Peák op en gaf hem een belletje. De Australische ploeg zag het in de Hongaar zitten en bood hem een contract aan. De droom van Peák om prof te worden ging daarmee in vervulling. Bij Team Mitchelton-Scott ziet de leiding in Peák vooral een ondersteunende renner voor de kopmannen. ‘Barnabás is een allrounder. Hij is een solide renner die kan sprinten, tijdrijden en zich goed kan positioneren in het peloton. Hij zal van waarde zijn in onze klassiekersgroep en bij het ondersteunen van onze leiders in de vlakke etappes’, aldus ploegleider Matthew White in een persbericht.
Peák spreekt ‘innerlijke Kwitatkowski’ aan in Tour de l’Avenir
Hoewel Peák prima de rol van ondersteunende renner in de klassiekers en vlakke etappes kan vervullen, gaat White wel een beetje voorbij aan de klimcapaciteiten van de Hongaar, die voor een renner van zijn gewicht (om en nabij de 75 kilo) erg goed zijn. Peák reed zowel in 2018 als 2019 zeer sterk in de Tour l’Avenir, vooral in de editie van 2019 gaf hij blijk van potentie bergop. In de bergetappes toonde Peák zich tot een uitmuntende knecht van zijn kopman Valter. Nadat zijn werk als knecht er op zat kon Peák nog lange tijd aanhaken bij de beste klimmers, waardoor hij ook hoog in het klassement kwam te staan. Het gaf Peák de motivatie om elke etappe opnieuw lang aan te haken. Op zijn Instagram noemde hij het: ‘Het aanspreken van mijn innerlijke Kwiatkowski’, refererend aan de veelzijdigheid van de Poolse wielrenner.
Lees verder onder de post.
Peák zijn Tour de l’Avenir bleef niet alleen bij knechten en lang aanhaken bij de klassementsrenners. Zijn kopman Valter viel in de laatste etappes van de ronde weg uit het klassement, waardoor hij zich in de slotetappe naar Le Corbier kon uitleven in de kopgroep. Peák reed die etappe erg sterk. Hij haalde de eerder uit de kopgroep weggereden Ide Schelling bij en ging solo verder. In de finale kon hij het echter net niet bolwerken tegen de échte pure klimmers. Uiteindelijk werd Peák zesde in de etappe en zeer verdienstelijk vijftiende in het eindklassement.
Lees verder onder de post.
Dit jaar is Peák nog niet tot wedstrijden gekomen. Naast het coronavirus kwam dat door een polsbreuk die hij begin dit jaar opliep. De Hongaar was bij de beloften zeker niet één van de toppers en is dus niet een renner waar je meteen het meeste van zal verwachten bij de profs. Hij heeft echter elk jaar veel progressie geboekt en zich ontwikkeld tot een zeer constante renner die nagenoeg op alle terreinen ingezet kan worden. Daarnaast is hij aanvallend ingesteld en maakt hij door zijn veelzijdigheid op meerdere parcoursen kans om vanuit een vlucht te winnen.
Hoewel Peák bij Mitchelton-Scott in eerste instantie een ondersteunende rol zal moeten vervullen, geeft de ploeg haar renners vaak kansen om aanvallend te koersen. Reken maar dat hij die met beide handen aan zal grijpen, want ambities heeft hij wel. ‘Ik hoop om tijdens mijn eerste jaar een koers te winnen.’ Het zal alvast een stuk lastiger worden dan in normale tijden, maar het jaar is nog niet om! (Foto's: Mitchelton-Scott/Sirotti)
Voor meer IDL Neo, klik hier.
Wilbert van der Velde
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties