WK wielrennen 1997 | De driehonderd eeuwige meters van Léon van Bon IDL-producties
IDL-producties

WK wielrennen 1997 | De driehonderd eeuwige meters van Léon van Bon

WK wielrennen 1997 | De driehonderd eeuwige meters van Léon van Bon

Het WK Wielrennen staat voor de deur! Wielerdromen in alle kleuren van de regenboog worden werkelijkheid. Althans.. voor een select aantal. Voor de meeste coureurs blijft het bij dromen, en blijken de meeste daarvan bedrog. Sommigen mogen ruiken aan de wereldtitel. Een renner die de regenboog ooit dacht te zien, maar hem nimmer vond was Léon van Bon.

De Nederlander greep in 1997 net naast de wereldtitel, maar bleef louter positief. Hij zou immers nog meerdere kansen gaan krijgen. Niets bleek minder waar. Van Bon, en daarmee ook Nederland, zouden vanaf die befaamde editie nooit meer dichter bij de wereldtitel komen. In deze special van IDL Retro, een terugblik op het WK wielrennen van 1997: De driehonderd eeuwige meters van Van Bon.

Sterke selectie en het afscheid van Breukink

Het is begin oktober 1997. De Nederlandse selectie staat aan de start voor de wegwedstrijd van het wereldkampioenschap wielrennen in San Sebastian. De Baskische wegen lijken een aantal ploegen, waaronder de Nederlandse equipe, gunstig gestemd. Italië lijkt echter op voorhand de beste selectie bij elkaar te hebben geraapt. Zij treden aan met onder meer Michele Bartoli, Francesco Casagrande, Andrea Tafi, Gianni Bugno, Maurizio Fondriest en (hij rijdt nog steeds!) Davide Rebellin.

Toch hebben de Nederlanders, met betrekking tot het (voor een wereldkampioenschap) relatief eenvoudige parcours, niets klagen. Daarnaast nam Erik Breukink afscheid van de sport en stond zijn opvolger, in de vorm van Michael Boogerd, al klaar. De "oude" Breukink zou dan ook in een dienende rol voor Boogerd gaan rijden. Een paar dagen terug had de ronderenner nog een verdienstelijke zevende plek weten te behalen in strijd om de mondiale titel in het tijdrijden. Met de vorm van de laatste Nederlandse geletruidrager (het was toen nog iets minder dan 22 jaar (!) wachten tot Mike Teunissen het geel in Brussel zou pakken) zat het dus wel goed.

De rest van de Nederlandse ploeg bestond uit hardrijders die zich van bondscoach Gerrie Knetemann zeker niet hoefden in houden wanneer er vroeg in de koers zou worden gedemarreerd. Althans, dat was de opdracht die Aart Vierhouten, Bart Voskamp, Servais Knaven, Koos Moerenhout, Max van Heeswijk, Mark van den Hurk en Léon van Bon, naast het eerder genoemde tweetal, meekregen.

Italië en Nederland nemen het initiatief

Wat van tevoren was voorspeld, werd werkelijkheid. De Baskische parcoursbouwers bleken geen zin te hebben gehad om veel uit te moeten wijken naar de vele heuvels in het achterland van San Sebastian en pogingen van Italië en Nederland om met een groepje voor het peloton uit te komen werden dan ook eenvoudig in de kiem gesmoord. Wat opviel was dat de Franse ploeg, op papier toch een van de sterkere, alles of niets leek te spelen. Daar waar zij soms met drie mannen van voren zaten, misten zij nog veel vaker de directe aansluiting, met het risico de beslissende slag te gaan missen.

Een massasprint behoorde zodoende tot de mogelijkheden. De vele aanvallen, en vooral de beperkte controle daarop, deden echter anders vermoeden. Er waren simpelweg te veel ploegen die het parcours bleken te hebben overschat en daarom hun sprinter thuis hadden gelaten. De toeschouwers werden daarom op hun wenken bediend. Een dergelijke open en intuïtieve koers zorgde nu eenmaal voor meer spanning dan een gecontroleerde, op een massasprint gerichte wedstrijd. Precies wat het Nederlandse team, zonder topsprinters, maar toch met veel rappe mannen, in de kaart zou kunnen spelen...

Mauri, Brochard en Van Bon

De laatste ronde van het wereldkampioenschap brak aan. Nog altijd streden de landen in een compact peloton al tientallen kilometers om de beslissende vlucht. Boogerd, Knaven, Moerenhout en Vierhouten sprongen om de beurt mee, maar nog zonder succes. Een massasprint dreigde op deze manier alsnog het einde van een zeer interessant WK te gaan vormen. Opnieuw probeerde een paar renners weg te komen en bleven de Nederlanders attent. Melchor Mauri, de winnaar van de Vuelta van 1991, trok twee coureurs in zijn aanval mee.

De eerste was Laurent Brochard. Rijdend voor de ploeg van Festina boekte de Fransman eerder dat jaar zijn tot dan toe grootste overwinning door in de negende etappe van de Tour de bergetappe van Pau naar Loudenvielles te winnen. Hij hield in deze etappe uiteindelijk een handvol seconden over op klassementsrenners als Richard Virenque, Marco Pantani en Jan Ullrich en was ten tijde van deze zege knecht voor Virenque. Ook tijdens het WK zou hij deze rol moeten gaan vervullen. Er was echter sprake van grote verdeeldheid binnen de Franse ploeg, waarbij Virenque niet met medekopman Laurent Jalabert door een deur kon. Virenque bleek die dag echter last van "pap in de benen" te hebben, wat de individuele kansen voor Brochard, die weigerde voor Jalabert te gaan rijden, deed toenemen.

Brochard had na de Tour gehoopt zijn status als "rittenkaper" te kunnen versterken door tijdens de achttiende etappe van de Vuelta met de juiste vlucht mee te springen. Twee etappezeges in twee verschillende grote rondes zouden immers perspectief bieden voor toekomstige contracten. Zijn plan viel echter in duigen nadat ene Léon van Bon, tot dan toe een talentvolle, maar nog niet veelzeggende naam in het peloton, hem in een millimetersprint voorbij stak. De Fransman bleef beduusd achter.. hij dacht immers toch veruit de rapste benen te hebben ten opzichte van zijn zeven medevluchters.

Wat Brochard wellicht niet wist, was dat Van Bon zijn status als supertalent eindelijk vorm leek te geven. De Nederlander was in de jeugdwedstrijden bij de Nieuwelingen en Junioren onverslaanbaar. Zowel in het nationale, als internationale veld behoorde Van Bon bij de absolute top. Een mooie carrière leek zodoende in Spanje dan ook van de grond te gaan komen. Laat het nu net Van Bon zijn die het wiel van Brochard te pakken zou krijgen. Zij wisten in de laatste ronde van het WK, samen met Mauri, een gaatje ten opzichte van het peloton te slaan. Zou dit dan de beslissende slag zijn?

Driehonderd eeuwige meters

Veel ruimte zouden de drie nooit krijgen. De Italianen hadden immers de slag gemist en wisten de drie op schootsafstand te houden. Toch was de aanval, met nog minder dan een ronde te gaan, zeker niet kansloos. De Italianen, gesteund door de Belg Johan Museeuw wisten meter bij meter dichterbij te komen. Het tempo lag dusdanig hoog dat er vooraan een gat in het peloton ontstond. Elf renners reden daarom snel weg van de rest en leken de drie vluchters met nog enkele kilometers te gaan bij de kraag te gaan vatten.

De drie keken achterom en vervolgens naar elkaar. De benen leken te berusten in het feit dat de vlucht op één kilometer van de meet was mislukt. Plots demarreerde Brochard onder de rode boog van de laatste kilometer. Hij leek nog veel in zijn mars te hebben en sloeg een klein gat. De elf sloten aan bij Mauri en Van Bon, waarop de Nederlander besloot zelf te gaan, hij had Brochard immers al eerder geklopt. Indien hij wederom in hetzelfde kunststukje zou slagen, zou de regenboogtrui voor het eerst sinds 1985 naar Nederland komen.

Van Bon slaagde erin het wiel van Brochard te vinden en hield zijn benen stil. Achter het tweetal keken Mauri, de Deen Bo Hamburger, de Duitser Udo Bolts en de Zwitser Laurent Dufaux ook naar elkaar. Op enkele honderden meters van de streep wilde niemand zijn kansen op de wereldtitel immers verspillen door te vroeg aan te gaan.

Brochard keek nog eenmaal over zijn schouder. 'Weer die dekselse Van Bon', moet hij hebben gedacht. De Nederlander bleef in zijn wiel zitten, wetende dat de rest zich slechts enkele meters achter hen bevond. Indien zowel Brochard als Van Bon zouden besluiten dit tempo nog enkele seconden vast te houden, zouden de vier achtervolgers de aansluiting vinden en zouden de kansen op in ieder geval een medaille aanzienlijk slinken. Niet langer leken de beste sprintersbenen, maar de zenuwen de doorslag te gaan geven. Immers, de timing van het inzetten van de sprint zou nu de wereldtitel gaan opleveren.

"300m". Dat staat er op het bordje tussen de dranghekken aan de rechterkant van de laatste rechte lijn naar de finish. De vier vinden aansluiting bij Brochard en Van Bon. Dat blijkt voor de Nederlander het moment om te gaan. Hij lanceert zichzelf over de Fransman heen en pakt een meter...

"200m". De fietslengte tussen Brochard en Van Bon wordt twee meter.. twee-en-een-half... meer niet. Nog altijd blijkt uit alles dat de Nederlander de regenboogtrui gaat pakken.

"150m". Plots komen Brochard en de rest iets dichterbij. Van Bon moet gaan zitten. Gaat het dan toch niet lukken?

"100m". Brochard komt eraan! Maar Van Bon heeft nog altijd een halve wiellengte voorsprong.

"50m". Daar gaat de Fransman eroverheen! Van Bon kijkt moedeloos opzij wanneer hij op 75 meter van de streep de regenboog onder zijn neus ziet verdwijnen. Het lichaam staat niet toe nog op de pedalen te gaan staan. De benen zijn leeg.

"Finish". De handen van de man met de roze bril en de roze haarband gaan de lucht in. Brochard pakt de grootste zege uit zijn carrière. Hamburger weet nog net zijn wiel voor die van Van Bon te drukken. Hij wordt tweede. De Nederlander had tot op 75 meter van de streep de regenboogtrui te pakken, maar gaat nu met een bronzen medaille naar huis. Woest slaat Van Bon na het passeren van de streep op zijn stuur. Dit was de kans van zijn leven.

Driehonderd meter was de door Van Bon gecalculeerde afstand naar de regenboog. Ze leken een eeuwigheid te duren... Het nog jonge wielerhart van Van Bon moest die oktobermiddag in een split second rekenen. Lang hield zijn berekening stand, maar het zat er 75 meter naast. Geen regenboogtrui voor Van Bon. Geen regenboogtrui voor Nederland. Wéér niet.

Geen spijt van vroege sprint

Menig lezer zou nu denken: Waarom zo vroeg... had toch gewacht. In het flashinterview na de race verklaart Van Bon zijn keuze om vroeg aan te gaan. 'Ik dacht: nú. Toen ik ging, zag ik een bordje met driehonderd meter. Normaal is dat te doen, maar ik moest gaan zitten en dan weet je dat je een gaatje moet hebben', aldus Van Bon in zijn reactie direct na de wedstrijd. Ook Knetemann dacht hetzelfde. 'Ik dacht nu dat het wel ging lukken, maar mooi niet. Wie weet volgend jaar in Valkenburg. Dat parcours moet hem ook liggen', aldus "De Kneet" toentertijd.

Van Bon zou het jaar erop als 62e eindigen, op meer dan een kwartier van winnaar Oscar Camenzind. Nederland wacht inmiddels nog steeds op een opvolger van Joop Zoetemelk. De hoop is het komende WK dan ook groter dan ooit, wanneer Mathieu van der Poel 34 jaar (!) na de prachtige zege van Zoetemelk voor troonopvolging kan zorgen.

Van Bon is nog altijd de laatste Nederlandse man die op het podium van een wereldkampioenschap op de weg stond. 'Ik heb de medaille nog bewaard. Ik weet alleen niet waar die is', biecht de ex-coureur jaren later op. 'Ik kijk met veel tevredenheid terug op die wegwedstrijd. Het is toch wel een bijzondere prestatie.'

Spijt van zijn keuze om vroeg aan te gaan heeft hij nog altijd niet. Sterker nog, hij zegt exact hetzelfde als in 1997. 'Je maakt op dat moment een beslissing met je volle verstand, waarvan jij denkt dat het je de meeste kans oplevert op de overwinning. Dat is achteraf wellicht niet altijd de slimste.'

Heeft Van Bon dan nooit meer beseft hoe dichtbij hij die dag kwam? 'Ik was nog jong en dan ben je blij dat je op het podium eindigt. Ik wist natuurlijk dat ik een kans had om te winnen, maar het gevoel van tevredenheid overheerste toen.' Toch dacht hij wel degelijk aan de regenboogtrui. 'Ik heb wel een moment gehad dat ik dacht dat ik ging winnen. Maar dat was maar heel kort hoor. Ik had al gauw doordat ik mijn snelheid niet kon vasthouden. En dan weet je dat de anderen over je heen kunnen gaan.'

En Brochard dan? Die klopte hij toch eerder in de Vuelta. 'Ja, maar dat was een heel andere wedstrijd waarin ik hem met een millimetersprint versloeg. Op het WK werd ik uiteindelijke met een fietslengte geklopt.' Toch weet ook Van Bon dat die ene dag in 1997 voor altijd aan zijn carrière zal vastkleven. 'Als ik zou mogen kiezen, dan had ik natuurlijk liever die wereldtitel gewonnen. Dat zou iedereen doen. Maar helaas. Dat is niet realistisch.' (foto: Youtube)

Jorn Schulting Twitter: @JornSchulting95

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws