Er is de voorbije week al het nodige over gezegd en geschreven: de discussie omtrent de Wereldbeker veldrijden. Daarbij waren er vooral sneertjes over en weer waarneembaar, maar ontbraken écht concrete oplossingen (los van de 'met elkaar om tafel zitten'-kaart). Niels Albert en Tom Van Damme zijn daarentegen wél met concrete oplossingen gekomen, zij het totaal uiteenlopende.
Ex-crosser Niels Albert is heden ten dage huiscolumnist bij Het Laatste Nieuws. Op de website van dat platform geeft hij zijn ongezouten mening over alles wat met de wieler- en veldritwereld te maken heeft, zo ook in het geval van de WB-discussie. De 37-jarige Belg reikt zelf oplossingen (tips) aan om het regelmatigheidsklassement aantrekkelijker te maken. Daarbij kijkt hij vooral naar het financiële plaatje. 'Want als je als tiende finisht, kan je daar ‘s anderendaags bij wijze van spreken geen brood mee kopen. Dat klopt niet hè', is hij stellig.
Albert ziet vooral oplossing in hoger prijzengeld bij Wereldbeker
'Uiteraard is het zonde dat Lars van der Haar, die in het grootste en belangrijkste klassement op amper één puntje van Iserbyt volgt, twee van de komende drie manches skipt. Het concept werkt dat echter onvermijdelijk in de hand. Maak het aantrekkelijker, denk ik dan. De UCI levert hard en goed werk en investeert vol in de discipline, dat kan alleen maar worden toegejuicht', vervolgt Albert eerst op milde toon. 'Er zijn veel meer manches dan enkele jaren terug, terwijl het prijzengeld nog steeds máár 39.500 euro bedraagt en er geen sprake is van onkostenvergoedingen. Enkel de eerste vijf à zes in de uitslag verdienen er hun brood mee. Er mag minstens 10.000 euro bijkomen', doet hij een nauwkeurig voorstel.
Albert is het bovendien eens met Eli Iserbyt, die de UCI aanraadde om één maand eerder met de Wereldbeker te beginnen. 'Zo creëer je daar al potentiële tijd en ruimte voor vier manches', denkt Albert mee met de betrokken partijen. 'En dan kan eind november-begin december twee à drie weken lang een soort pauze worden ingelast, in aanloop naar het drukke eindejaar en de kampioenschappen. Daarbij bied je een aantal losse crossen op een aantrekkelijke organisatiedatum, pal in de fase waarin Wout van Aert, Mathieu van der Poel en Tom Pidcock er doorgaans inkomen. En je daarmee andere renners de keuze laat: óf het even rustig aan doen en op stage trekken, óf een aardige cent meepikken zonder de stress van een klassement. Iedereen content', concludeert Albert.
Van Damme pleit voor inkrimpen Wereldbeker
In gesprek met Sporza komt Belgian Cycling-voorzitter Van Damme juist met een andersoortige oplossing, namelijk het inkrimpen van de Wereldbeker. 'Dat is pas echt promotie voor het veldrijden', aldus Van Damme, die in de eerste plaats toegeeft dat het Wereldbekerklassement wel het meest belangrijke klassement is. 'De onvrede is nu groot bij organisatoren, renners en federaties. Oorlogstaal via de media is nooit goed. We moeten rond de tafel zitten en kijken hoe we de Wereldbeker weer groot kunnen maken', stelt hij vervolgens praktisch hetzelfde als Van der Haar.
'Het is duidelijk dat de Wereldbeker momenteel te groot is', concludeert Van Damme. 'Ik pleit voor een inkrimping: hoogstens acht tot tien manches, met idealiter maar één manche per land.' In zijn plan is dan ook zeker geen ruimte voor verplichte deelname, het onderwerp dat zo'n beetje de aanzet gaf tot de discussie. 'Dan zou je een deelnemersveld van tien tot vijftien renners krijgen, zonder de toppers. In het mountainbiken en op de weg is deelname ook niet verplicht. Het veldrijden moet daarop geen uitzondering vormen. WK-deelname eraan vastkoppelen lijkt me ook geen goede beslissing. Dan krijg je een gehandicapt WK. Dat heeft dan weer gevolgen voor de interesse van de organisatoren. Dat is snijden in het eigen vlees.'
Het bundelen van alle Wereldbekermanches in één maand gaat volgens Van Damme ook niet helpen om toppers als Van der Poel en Van Aert aan de start te krijgen. 'Als je te veel manches bundelt in één periode, ga je de toppers uitmelken. Dan gaan wegrenners niet komen. Terwijl de toekomst van het wielrennen net een overlapping van disciplines is. Een gravelrace zonder wegrenners, daar kijkt geen kat naar. De UCI moet er ook rekening mee houden dat tachtig procent van de toppers en de organisatoren Belgisch is. Ik zou het liever anders zien. Hoe internationaler het veldrijden wordt, hoe beter. Maar men mag ook niet verwachten dat we ons marktaandeel zomaar gaan weggeven.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties