Interview | Pim Ronhaar gaat voor tweede wereldtitel op rij: 'Moet met het koppie gaan rijden'

Als titelverdediger bij de beloften trekt Pim Ronhaar zaterdag met een sterk Nederlands blok ten strijde in hun veldrit in Fayetteville. In de Leiderstrui sprak uitgebreid met de Tukker, die na dit jaar aast op een voltijds overstap naar de profs.

Pim, allereerst bedankt voor je tijd. Hoe is het daar? Ik vernam van andere renners/rensters al dat die jetlag niet in de koude kleren gaat zitten?

'Ja, dat klopt helemaal. We wisten dat eigenlijk ook al van tevoren. Ik ben hier in oktober ook al geweest, dus ik weet wel een beetje hoe ik er mee om moet gaan. Die jetlag zo snel mogelijk tackelen, om het zo te zeggen. Tot nu toe lukt dat heel goed, ik kan goed uitslapen en ben er eigenlijk al redelijk aan gewend.'

Had je daar toentertijd, in oktober, goede ervaringen mee?

'Ja, toen ging het ook al goed. Ik heb tips gehad van Toon (Aerts, red.) en Lars (Van der Haar, red.) hoe ik het het beste aan kon pakken, dat zijn dingen die wel helpen.'

Laat ik daar meteen op inhaken. De vorige keer hebben jullie daar met de ploeg gereden, met de Trek-fabriek achter je. Heb je daar nu ook nog voordelen van of is dat als KNWU niet aan de orde?

'Trek is hier nu wel voor ons. Ze hebben ook een camper hier. Scott, de mechanieker van Trek, heeft onze fietsen ook al in elkaar gezet. Het is wel een voordeel dat we Trek hier in Amerika hebben zitten, ja.'

Als ik dan bijvoorbeeld naar Ryan Kamp kijk, die heeft dat dus niet als ik het goed begrijp?

'Hij heeft inderdaad de mechanieker van KNWU bij zich, maar die zijn ook gewoon goed. Ik denk dat onze fietsen iets specifieker nagekeken worden. Onze mechaniekers hebben minder werk, dus het wordt wat secuurder gedaan.'

Van de fiets naar de benen: hoe zijn die?

'Wel, prima. Je merkt nu dat de hartslag iets sneller de lucht in gaat, maar dat is gewoon de jetlag die nog een beetje in je lichaam zit. Nu is het twee dagen zaak geweest om rustig een uurtje of anderhalf te fietsen, om het lichaam te laten wennen. Morgen (vrijdag, red.) ga ik op het parcours rijden om spanning op de benen te zetten, en dan moet ik zaterdag normaal gesproken klaar zijn.'

Had je iets eerder naar Amerika willen gaan, als het had gekund?

'Dat had ik in principe wel gewild, ja. De Belgen hebben toch een extra dagje, en dat scheelt natuurlijk toch wel. Misschien hadden we dan nog een intensieve training doordeweeks kunnen doen, maar dat zit er nu voor ons niet in. Dagje eerder was wel fijn geweest, maar dit is ook gewoon prima.'

Heb je je nog zorgen gemaakt om corona, met natuurlijk Annemarie Worst en Quinten Hermans die positief zijn getest? Hoe zit dat nu in het Nederlandse kamp, zijn jullie rustig eronder?

'Ja, dat denk ik wel. Het was natuurlijk wel te verwachten dat er iets bij zou zitten, van de achttien met wie we als KNWU hierheen gingen. Helaas is dat dan Annemarie. Of ik ervan schrik? Ja, een beetje, maar je ziet het toch aankomen. We houden mondkapjes op, we houden er rekening mee: we vermijden nu contact met de buitenwereld, ik ben er niet heel bang meer voor.'

Buiten corona om: ben je blij dat het WK in Amerika is, voor de ervaring? Of had het van jou ook in Hoogerheide of ergens in België verreden mogen worden?

'Ja, de corona gooit nu een beetje roet in het eten voor ons. Daardoor is het misschien iets minder mooi dan het had moeten zijn, doordat het sfeertje dan anders is. Voor de rest geniet ik alsnog van de omgeving, af en toe is het net alsof je in een film rondrijdt. Het is een mooie ervaring.'

Je vertelde net dat je het parcours nog moet verkennen, maar je hebt er natuurlijk eerder deze winter al gereden. Is het wat voor jou, of is het meer op het lijf van Ryan Kamp of Mees Hendrikx geschreven?

'Dat ligt echt aan de weersomstandigheden. Zoals het er nu naar uitziet is het geen rondje dat mij écht ligt, maar het is zeker niet zo dat het me totaal niet ligt. Je moet gewoon sterk zijn, er zit een klim in van ruim een minuut. Het parcours is zwaar genoeg. We gaan hier niet met een groep van twintig à dertig man rondrijden. Voor mij is het jammer dat er geen regen meer komt, maar het is alsnog een mooi rondje.'

Ja, want dat is wel een ding. Zodra het ook maar een klein beetje zwaar werd dit jaar, zagen we Pim Ronhaar in de top vijf. Heb je dat altijd gehad?

'Natuurlijk liggen modderige parcoursen mij iets beter: ik kan hogere wattages voor lange tijd goed aan. Het is aan mij om zaterdag te bewijzen dat ik ook op snelle parcoursen vooruit kan. Ik denk sowieso dat het het WK wordt van wie het langst durft te wachten. Wie het langst fris kan blijven, gaat hier de koers winnen.'

Zeg je dat ook omdat je op het EK misschien iets te snel je kaarten op tafel gooide?

'Ja. Daar heb ik gewoon een fout gemaakt. Ik had niet verwacht dat het daar zo lang bij elkaar zou blijven, ik verwachtte dat het zwaar genoeg zou zijn om het te laten breken. Ik had misschien ook niet mijn beste benen die dag, maar ik reed zeker niet met het koppie. Dat moet ik zaterdag wel gaan doen.'

Op dat EK won Ryan Kamp. Ook nu hebben we drie Nederlanders die kunnen winnen. Hoe is die omgang onderling?

'Heel normaal, we hebben het er eigenlijk niet eens over. We rijden al sinds de junioren WK's met elkaar en gunnen het elkaar ook. Waar we elkaar kunnen helpen, gaan we elkaar helpen. Het is een wedstrijd als alle andere, we proberen het als een normale wedstrijd te zien.'

Hebben jullie al iets van een tactiek op het oog, is daar al over gesproken?

'Nee, daar hebben we het nog niet over gehad. Vrijdag gaan we met Gerben (bondscoach De Knegt, red.) zitten om de koerstactiek door te nemen. Ik denk dat er genoeg jongens gaan zijn die normaal niet vooraan rijden, maar nu op een snel rondje wel gaan proberen de koers open te breken omdat ze het bijzonder vinden dat ze voorin rijden. Dan is het aan ons om te volgen en die lijn door te trekken.'

Wie van de concurrenten boezemt je dan angst in?

'Goh, angst heb ik niet. Jordan Wyseure en Emiel Verstrynge rijden hard rond, Thibau Nys is ook een speciale op zo'n rondje. We zijn denk ik met zeven à acht renners die kans hebben op de titel, met Cameron Mason er natuurlijk ook nog bij. Ik verwacht een heel spannende wedstrijd.'

Heb je nog tips gehad van Lars van der Haar?

'We hebben het natuurlijk wel gepraat over de wedstrijd. Ik heb hem gevraagd hoe ik de wedstrijd het beste aan kan pakken. Hij heeft natuurlijk ook ervaring bij de beloften en elite op allerlei parcoursen. Dan is hij wel iemand die de nodige tips mee kan geven.'

Wat verwacht jij, als insider, van Lars zijn kansen op zondag?

'Ik denk dat hij gaat winnen. Als ik hem zie rondrijden en zie hoe hij in zijn vel steekt: hij is heel gebrand op die titel en hij weet dat het kan op een goede dag. Op het EK lukte het hem ook. Mathieu van der Poel en Wout van Aert zijn er niet, dus het is ook een mooie kans voor hem. Pidcock is er wel, maar Lars vindt hier op een goede dag echt een rondje wat hem ligt.'

Is het voor jou anders om met de beloften te koersen, dan met Van der Haar en co bij de elite?

'Ja, dat is heel anders fietsen. Je kan het eigenlijk niet met mekaar vergelijken: je moet zelf koers maken, er komt meer tactiek bij kijken. Bij de elite is het volle bak rijden en hopen dat je het wiel kan volgen. Ik ben er wel blij mee dat we dit seizoen wat apart hebben mogen rijden en dat ik mijn regenboogtrui heb kunnen laten zien. Ik denk wel dat ik volgend seizoen al klaar ben om de stap te maken naar de elite, maar daar moet ik het nog met de ploeg over proberen te hebben. Nu ga ik nog genieten van de paar beloftenwedstrijden die nog gaan komen.'

Bram van der Ploeg (Twitter: @BvdPloegg | e-mail: b.vanderploeg@indeleiderstrui.nl)