Mindere goden hekelen veldrit-opzet: 'Er komen maar vier truien in beeld'

Thijs Aerts en Dieter Sweeck zijn 'de broertjes van', maar naar eigen zeggen vooral zelf veldrijders. De broers van Toon Aerts en Laurens Sweeck zijn in Het Nieuwsblad kritisch over de manier waarop er momenteel wordt omgegaan met het veldrijden.

Zo vinden de twee het vreemd dat er op televisie zelden tot nooit zendtijd is voor mannen die buiten de top-5 rijden. 'Letterlijk: er komen maar vier truien in beeld. Die van Wout, die van Mathieu, Pauwels-Sauzen en onze Toon met Baloise-Trek. Daarachter rijden ook renners met sponsors die veel geld betalen aan de cross. Wat krijgen die daarvoor terug?', zo vraagt Aerts zich af. Sweeck stelt dat er inderdaad amper sprake is van zogenaamde 'internationalisering. 'En als het vooraan nu altijd geweldig spannend zou zijn, tot daaraan toe. Maar vorig jaar reed Mathieu bijna altijd alleen voorop. Terwijl de spanning om de tweede plek niet van die aard was dat je er een uur mee kon vullen. Waarom dan geen andere renners in beeld brengen?'

'Met vijftig euro erbij kan ik echt geen stage in Spanje inlassen'

Naast de zendtijd komt ook het startgeld aan bod. Daar is door organisatoren flink in gesnoeid. Aerts en Sweeck voelen dat in de portemonnee. 'Ik moet mijn eigen tubes betalen. Reken uit, aan 150 euro startgeld: als ik twee keer lek rij op een cross kom ik al niet meer toe. En een goede uitslag mag je met twee lekke banden ook vergeten. Gevolg: geen prijzengeld. Dat zijn dagen waarop ik geen cent verdien, integendeel.' Dat beaamt ook Sweeck: 'In ruil voor dat mindere startgeld hebben we het prijzengeld opgetrokken, zeggen die organisatoren dan. Dat klopt. Maar dan blijkt dat ze er voor een tiende plek vijftig euro bijgedaan hebben. Daarmee kan ik echt geen stage in Spanje inlassen. Dat is het probleem: de toppers kunnen dat wel, waardoor het niveauverschil tussen de top vijf en al de rest in de toekomst alleen maar groter dreigt te worden. Dat is niet goed voor de sport.'