Groot-Brittannië staat zaterdag met drie grote rondewinnaars aan de start van de wegrace in Tokio, reden genoeg om ambitieus te zijn. Geraint Thomas, Tao Geoghegan Hart, Adam Yates en Simon Yates willen er een aanvallende koers van maken, al staan ze lang niet allemaal met topvorm aan de start.
Thomas is voorzichtig met zijn ambities en verwachtingen van de olympische wegrace. Hij voelt zich weer redelijk na meerdere valpartijen in de Tour de France, maar weet ook dat je naast kwaliteit wat geluk nodig hebt om een medaille te pakken in Tokio. In gesprek met aanwezige media bij een persconferentie is Thomas nog terughoudend, zo is te lezen bij Cyclingnews. 'We hebben op papier een sterk team en we weten allemaal hoe we kunnen winnen, maar uiteindelijk wordt het pas duidelijk op de dag zelf hoe iedereen zich voelt met de hitte en de vochtigheid.'
In Rio reed hij ook al mee en toen zag hij ook dat kleine details belangrijk worden: 'Toen zat ik goed mee, maar in de laatste afdaling viel ik en daarna was het klaar voor mij. Er zijn zoveel factoren die meespelen, dus ik ga niet te ver vooruitdenken.' Het kan Thomas helpen dat hij drie ploegmaats bij zich heeft die in potentie allemaal kunnen winnen. 'Het belangrijkste is dat we geen ego's in het team hebben en we goed communiceren. We hebben een plan en gaan dat proberen uit te voeren, maar met zulke kleine ploegen kan er veel gebeuren.'
De vier Britten hebben inmiddels ook de twee laatste klimmen verkend van het parcours, waaronder de Mikuni Pass, met een stuk van vijf kilometer aan meer dan tien procent gemiddeld. Thomas erkent dat die zeer moeilijk gaat worden. 'Dat is een echte klim. Zeer steil en moeilijk, zeker omdat we 230 kilometer moeten en de hitte en vochtigheid daar nog eens bij komen.' Volgens hem gaat het dan ook een slachtveld worden, maar win je niet zonder geluk. 'Het wordt een slijtageslag, met renners die stuk voor stuk gaan lossen in plaats van dat er grote aanvallen gaan plaatsvinden. Het is geen loterij, maar uiteindelijk heb je ook geluk nodig.'
Yates noemt geen kopman: 'Staan met neuzen dezelfde kant op'
Soortgelijke teksten komen uit de mond van Simon Yates, in gesprek met Cyclingnews. Hij viel uit de Tour, maar kan toch meedoen in Japan. 'We kijken ernaar uit om te racen. Het wordt lastig om te winnen op een selectief parcours. Het wordt heet en vochtig en daar moeten we mee om zien te gaan. De puzzelstukjes moeten in de finale in elkaar vallen. Met onze renners hebben we een goede kans, maar een eendagskoers is anders dan een rittenkoers. Er zijn landen met meer ervaring, maar we zullen alles geven.'
Of er een kopman is bij de Britten? Nou, nee eigenlijk niet, zegt Yates. 'We staan met de neuzen dezelfde kant op. Het kan alle kanten op vallen, het hangt echt van de race af en wat de andere teams doen. Er is geen rivaliteit binnen onze ploeg.' Yates lijkt na de crash in de Tour niet optimaal voorbereid, al zegt hij zelf dat het slechts ging om wat schaafwonden en kneuzingen. 'Ik ben dankbaar dat ik aan de start sta.' Dat zegt ook Thomas, die al vroeg in de Tour viel, maar ondanks een gehavende schouder wel uitreed. 'Ik ben er klaar voor en voel me prima.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties