Ga er maar voor zitten! De wegrit voor de mannen op de Olympische Spelen van Tokio belooft een heus spektakel te worden. Het uitdagende parcours, de extreme weersomstandigheden én het ijzersterke deelnemersveld maken dit tot een must-see wedstrijd. In de Leiderstrui gaat in dit artikel uitgebreid in op de favorieten voor het goud. Wie volgt Greg Van Avermaet op?
Parcours wegrit Olympische Spelen 2020
Het wordt smullen geblazen voor de wielerliefhebber tijdens de Olympische Spelen. In Japan is een prachtig parcours uitgetekend met niet minder dan 4600 hoogtemeters, verspreid over een parcours van 232 kilometer. Loodzwaar dus, zeker als je beseft dat de temperaturen in Tokio en omstreken hoog kunnen oplopen. Daarover later meer.
Opwarmen met 40 kilometer vals plat
Want eerst gaan we uitgebreid het parcours van de wegrit bij de mannen langslopen. Gestart wordt er in Musashinonomori Park, zo'n 25 kilometer verwijderd van het stadscentrum van Tokio. Hierna rijden de renners in zuidwestelijke richting de metropoolregio uit. Dat verloopt in het begin grotendeels over vlakke wegen.
Nadat de renners zo'n dertig kilometer hebben afgelegd, begint het wegdek voorzichtig omhoog te lopen. De renner bereiken vanaf dat punt een stuk vals plat van bijna veertig kilometer lang. Het gemiddelde stijgingspercentage van 2,2 procent stelt niet zo heel veel voor. De duizend hoogtemeters daarentegen... die ga je aan het eind van de rit vast nog wel een keer voelen.
Het laatste stuk van dit deel van de race kunnen we echter nog wel een echte heuvel noemen. Doshi Road, zoals de Engelsen het noemen, gaat 4,3 kilometer lang omhoog aan 6,1 procent gemiddeld. Daarmee is dit klimmetje een stuk zwaarder dan de heuvel die zestien kilometer later gepland staat: Kagosaka Pass. Deze is met 2,2 kilometer een stuk korter en ook nog eens minder steil (4,7 procent).
Klimmen over de flanken van Mount Fuji
We dalen vervolgens af naar Gotenba, waarna de renners langzaam maar zeker de flanken van Mount Fuji zullen zien opdoemen. Over de flanken van deze mythische berg, vulkaan moeten we eigenlijk zeggen, zullen de renners vijftien kilometer lang klimmen. De wegen zijn over het algemeen breed en er wordt weinig geslingerd. Het steilste deel bereikt zo'n vijftien procent, terwijl het gemiddelde 5,9 procent bedraagt.
Wil je aanvallen op Mount Fuji? Dat klinkt mooier dan dat het misschien is. Op de top van de beklimming ben je namelijk nog lang niet bij de definitieve finish. Eerst volgt een afdaling, maar vooral het dal van veertig kilometer lang kan voor vluchters mogelijk wel eens verlammend werken. Zeker wanneer je nog wat krachten over moet hebben voor hetgeen er daarna te wachten staat.
Brengt Mikuna Pass de beslissing?
Na bijna tweehonderd (!) kilometer te hebben gereden volgt er een beklimming waar je u tegen zegt. Mikuni Pass is bijna zeven kilometer lang en kent een gemiddeld stijgingspercentage van maar liefst 10,1 procent. Op het steilste punt van deze klim pieken er zelfs percentages van achttien procent. Een verschrikkelijk ding dus wanneer je al zóveel kilometers gemaakt hebt in de hitte.
Afgezien van de lastigheid, is Mikuni Pass een klim waar je als wielerfan bijna alleen maar van kunt dromen. De wegen zijn breed, het asfalt ziet er goed uit en de omgeving mag er ook zijn. De klim zal een meer dan bepalende rol in het wedstrijdbeeld gaan krijgen, maar ook vanaf hier is het nog lang tot de finish. De beste klimmer is hier dus nog allerminst zeker van de zege.
Nog niet gedaan met klimmen
Alsof de renners nog niet genoeg te doen hebben gekregen, besloot de organisatie dat het ook nog wel leuk was om een tweede passage over de Kagosaka Pass in het parcours op te nemen. Nogmaals: deze is 2,2 kilometer lang aan 4,7 procent gemiddeld en dit keer zal hij nog een stuk meer pijn doen. Voor de sterkste klimmers misschien wel het laatste moment om je te ontdoen van je concurrentie, want hierna volgt alleen nog een afdaling en een licht glooiende finale.
Ja, je hoort het goed. Zelfs de finale van de race is niet honderd procent vlak. Men finisht op het Fuji International-racecircuit, waar het wegdek nog venijnig omhoog kan lopen. Net vóór de finale loopt het nog omhoog met pieken tot tien procent. Wie daar nog het meest overheeft, zal in de schaduw van de toekijkende Mount Fuji kunnen genieten van het welverdiende uitzicht. En daarna van een zeer bijzondere gouden plak.
Weer wegrit Olympische Spelen 2020
Het peloton krijgt bij de start in het Musashinonomori Park direct te maken met erg pittige omstandigheden. Bij de start, plaatselijke tijd om 11.00 uur, kan het kwik al 31 graden Celsius aangeven. Geen fijn vooruitzicht met nog meer dan tweehonderd kilometer fietsen te gaan. De luchtvochtigheid kan in Japan daarnaast ook nog eens erg hoog zijn, waardoor het enorm drukkend aan kan voelen.
Naarmate de renners verder van Tokio wegrijden, zal de temperatuur iets afnemen. Warm blijft het echter ook in de finale van de wedstrijd. Op het circuit rond Gotenba kunnen er nog steeds temperaturen van dertig graden Celsius gehaald worden. De gevoelstemperatuur kan nog hoger uitpakken. Nat van het zweet zullen de renners wél worden, maar van de regen niet. Neerslag zal er meer dan vermoedelijk namelijk niet vallen op de dag van de wegrit.
Favorieten wegrit Olympische Spelen 2020
Het moge duidelijk zijn: de winnaar van het olympisch goud is er één die uit klimmershout gesneden is. Daarnaast moet hij klassiekerafstanden aankunnen én bestand tegen extreme weersomstandigheden. De invloed van die laatste zal bepalen welke renners we vooraan gaan zien, want op basis van de andere twee categorieën zouden we een prima profiel op kunnen stellen.
We komen dan namelijk als eerste uit bij Tour de France-winnaar Tadej Pogacar. Dat de Sloveen kan klimmen hoeven we je niet meer te vertellen, maar onthoud ook dat Pogacar dit jaar óók al de beste was in Luik-Bastenaken-Luik. Mocht hij op de beklimmingen zelf al niet wegrijden, heeft hij ook nog altijd een aardige sprint waarmee hij zijn concurrenten kan kloppen. Een moordende combinatie, ook met zijn supervorm in het achterhoofd. Mocht Pogacar niet worden tegengehouden door zichzelf óf door het weer, lijkt hij haast onklopbaar te zijn.
Interessant gaat daarom worden wat de verhoudingen binnen het Sloveense kamp zijn. Naast Pogacar past ook Primoz Roglic perfect in het profiel van de winnaar. Hij heeft alleen als probleem hard te zijn gevallen tijdens de afgelopen Tour. Mocht hij voldoende hersteld zijn én ruimte pakken, kan Pogacar wel eens gevangen raken door het ploegenspel.
Jonas Vingegaard was in de afgelopen Tour de France de enige die het Pogacar een keer lastig heeft gemaakt. Ook dat was onder warme temperaturen op de Mont Ventoux. De Deen is echter niet van de partij in Tokio, waardoor de ogen eerder gericht zullen zijn op de nummer drie van de ronde: Richard Carapaz. De Ecuadoraan weet wat het is om met dit soort temperaturen om te gaan en kwam beter naar voren in de slotweek van la Grande Boucle. Ook in Luik-Bastenaken-Luik was hij al één van de smaakmakers, dus schrijf hem maar op.
Carapaz heeft als nadeel dat hij slechts één landgenoot (Jhonatan Narváez) mee mag nemen, terwijl veel landen juist met een sterk blok vertegenwoordigd zijn. Denk bijvoorbeeld aan de Belgen die Remco Evenepoel (nooit afschrijven) en Wout van Aert (wat kan hij niet?) meenemen. De Britten hebben de gebroeders Adam en Simon Yates mee, terwijl zij ondersteund worden door twee voormalig winnaars van grote rondes (Geraint Thomas en Tao Geoghegan Hart).
Voor de specialisten in het eendagswerk is good-old Alejandro Valverde (Spanje) altijd een man om de gaten te houden. Frankrijk lijkt de meeste kans te maken via de nummer drie van Luik, David Gaudu. Michael Woods (Canada) stapte eerder af in de Tour om hier top te zijn en ook Dan Martin (Ierland) moet op basis van het parcours lang mee kunnen. Voor Portugal is Joäo Almeida de uitgespeelde man, bij Duitsland is dat Maximilian Schachmann.
Bij Italië hebben ze de zo verrassend sterke Damiano Caruso binnen de gelederen, al kunnen zijn vier ploeggenoten ook allemaal hoge ogen gooien. Namens Nederland lijkt Bauke Mollema de beste papieren te hebben, terwijl Patrick Konrad (Oostenrijk) het op een soortgelijke manier zou moeten kunnen. Dat bewees de afgelopen Tour althans nog. George Bennett (Nieuw-Zeeland) en Alexey Lutsenko (Kazachstan) beschouwen we als meer dan gevaarlijke outsiders.
Dan hebben we nog een heel scala aan toprenners niet eens genoemd. Kunnen de Colombianen nog iets extra's onder deze weersomstandigheden? Kunnen jonkies als Tobias Foss zorgen voor een daverende stunt? Misschien zien we wel weer renners als Greg Van Avermaet, Jakob Fuglsang en Rafal Majka, net als in Rio de Janeiro, naar boven komen. Laat in de reacties weten welke renner jij als grote favoriet voor het goud ziet!
Wie wint de wegrace (mannen) volgens In de Leiderstrui?
Pim: Adam Yates
Tom: Primoz Roglic
Bram: Giulio Ciccone
Joëlle: Tadej Pogacar
Gerrit: Primoz Roglic
Wesley: Bauke Mollema
Lex: Primoz Roglic
Jannick: Richard Carapaz
Wat zijn de odds voor de wegwedstrijd in Tokio?
Tadej Pogacar - 4.70
Wout van Aert - 6.95
Primoz Roglic - 7.15
Remco Evenepoel - 9.80
João Almeida - 16.00
Maximilian Schachmann - 21.50
Alejandro Valverde - 21.50
Adam Yates - 22.00
Gianni Moscon - 25.00
Simon Yates - 25.50
Op zoek naar de overige quoteringen? Klik hier voor meer info!
Door: Jannick van der Hooft - j.vanderhooft@indeleiderstrui.nl
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties