Bam, minuten. Tom Dumoulin kreeg in de eerste serieuze rit van de Giro d'Italia meteen een veeg uit de pan en kon zijn klassementsambities direct opbergen. Maar moet dat slecht zijn? Zeker niet.
Dumoulin trok nochtans met plannen voor de algemene rangschikking naar startplaats Boedapest. 'Ik wil graag een etappe winnen, dat is voor mij een mooi startpunt. Het algemeen klassement zit uiteraard ook in mijn hoofd, maar op het moment ben ik er nog niet volledig zeker over. Het is lang geleden dat ik dat heb geprobeerd en de lente was ook wat messy. Uiteindelijk is het echter wel waarvoor ik hier ben.'
Op dag één bleef hij knap in de eerste groep en de tijdrit was een doel, waar een knappe derde plek werd genoteerd. Op de Etna was het echter direct over and out, bergop komt Dumoulin er naar eigen zeggen gewoon niet meer aan te pas. De verschillen met zijn glorie-jaren 2017 en 2018 zijn levensgroot.
Generatie ronderenners uit 2017/2018 heeft het moeilijk
Dat geldt overigens niet alleen voor de Nederlander, maar voor alle exponenten van die jaren. Nairo Quintana (tweede achter Dumoulin in 2017), Vincenzo Nibali (derde), Thibaut Pinot (vierde), Ilnur Zakarin (vijfde); allemaal hebben ze moeilijkheden om anno 2021/2022 op klassementsniveau te blijven. Hetzelfde geldt voor de Britten Geraint Thomas en Chris Froome, die Dumoulin in 2018 van de eindzege in de Tour en Giro afhielden.
Het waren de hoogtepunten van Tom Dumoulin de klassementsrenner, een ambitie die hij eigenlijk nooit écht heeft gehad. Als geneeskundestudent die uitgeloot werd, richtte hij zich op het profwielrennen. Bij de ploeg van Iwan Spekenbrink ontwikkelde hij zich via de sprinttrein van Marcel Kittel tot één van de grootste tijdrijders van de wereld, tot hij in 2015 plots in pole position lag om de Vuelta te winnen.
Min of meer out of nowhere waren daar de verwachtingen, die hij in de Tour van 2016 maar al te graag van zich afhield. Dumoulin won de koninginnenrit op fenomenale manier, zoals Lennard Kämna dinsdag de Etna temde. In 2017 en 2018 ontkwam de Limburger er niet aan: hij hoorde nu bij dé groten, de mannen die ertoe doen in de grootste wedstrijden van de komende jaren. Maar sneller dan verwacht waren daar de Egan Bernals, Tadej Pogacars, Primoz Roglic's en Remco Evenepoels van deze wereld, die korte metten maakten met alle wielerwetten.
Dumoulin staat op een kruispunt
Na enkele jaren strubbelen met zijn eigen fietsidentiteit - grote rondes, tijdritten of wat? - staat Dumoulin nu andermaal op een kruispunt. Zijn contract bij Jumbo-Visma loopt af, de ambitie om een grote ronde te winnen kan voorlopig in de ijskast en wat vindt hij nu echt leuk? De voorbereiding, de stress, de vrijheid, waar wordt Tom Dumoulin de liefhebber blij van?
Hard fietsen en winnen, zou het logische antwoord zijn. Maar dat kan op vele manier. Neem Lennard Kämna, die opvallend veel gelijkenissen heeft met zijn zes jaar oudere concurrent Dumoulin. De Duitser werd als jong talent opgepikt door Sunweb, de ploeg van Iwan Spekenbrink, en kreeg het predicaat 'rondetalent' op zich geplakt.
Kämna was amper twintig jaar oud toen hij al top tien reed in grote tijdritten en had moeite met de hoge verwachtingen. Om die reden vertrok hij ook bij de ploeg. 'Meer vrijheid en persoonlijke training krijgen was voor mij een belangrijke reden. De filosofie van Sunweb paste niet honderd procent bij me en dat is bij BORA-hansgrohe wel het geval. En je ziet dat je dan ook beter kan presteren', vertelde hij daar begin 2021 over tegen In de Leiderstrui. Het jaar daarvoor won hij al een rit in de Tour de France.
Het Lennard Kämna-pad kan ook voor Dumoulin bevrijdend werken
Die uitspraken bleken te vroeg, want Kämna kreeg net als Dumoulin een terugslag en ook hij nam in 2021 een sabbatical, mede ingegeven door een vervelend virus. 'Met de tijd dat ik uit mijn tunnel moest als prestatiesporter ben ik vaak niet goed omgegaan. Het verschil werd te groot tussen de periodes dat ik gefocust trainde en de tijd dat ik noodgedwongen niets kon doen', vertelde hij daarover tegen Duitse media.
Begin 2022 keerde een frisse Kämna, net als Wilco Kelderman en Jai Hindley vanuit DSM neergestreken bij BORA-hansgrohe, terug in het peloton. Het leverde het toptalent, dat zijn dagen heel precies uitkiest, ritzeges in de Ruta del Sol, Tour of the Alps en nu de Giro op, waar hij in de eerste dagen van de Italiaanse grote ronde zich ook al liet zien in de tijdrit en met een aanval in de openingsetappe.
De ene dag 142e, de andere dag eerste. Maar vooral dat plezier en het winnaarsgevoel terugkrijgen, in plaats van krampachtig vasthouden aan plek zeven of acht. Het klinkt als een bevrijding voor iemand als Tom Dumoulin, die natuurlijk over een potentieel van hier tot Maastricht beschikt. Laten we hopen dat hij die weg al voorzichtig kan bewandelen in het restant van deze Giro.
Tom van der Salm (Twitter: @TomvanderSalm) | e-mail: t.vandersalm@indeleiderstrui.nl)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties