Drama voor Ciccone en Trek-Segafredo: Italiaan moet dan toch passen voor Giro door coronabesmetting

Het was voor de Italiaanse wielerfan bang afwachten of Giulio Ciccone na zijn positieve coronatest van maandag 24 mei al dan niet klaar zou geraken voor de Giro d'Italia zou staan, en het antwoord is jammer genoeg van niet. Dat maakt zijn ploeg Trek-Segafredo zondagochtend bekend op de ploegsite. De Italiaan heeft last van sinusitis, hoesten en vermoeidheid en is daardoor sinds de positieve coronatest van de fiets moeten blijven. Starten in de Giro aankomende week is daardoor uitgesloten.

'Het opgeven van de Giro breekt mijn hart. Ik kan geen andere woorden vinden om mijn gevoelens op dit moment te beschrijven. Ik zou mijn favoriete wedstrijd hebben gereden na de beste start van een seizoen uit mijn carrière', zo reageert Ciccone. Wat het nog zuurder maakt, is dat de Giro in zijn thuisregio Abruzzen start. 'Ik zou vanuit thuis zijn begonnen, vanuit mijn Abruzzen; een historische gebeurtenis, zelfs uniek. Alles was perfect en toen...'

Ciccone: 'Ik moet naar mijn lichaam luisteren'

'Het voelt absurd. Ik moet een bittere pil slikken en de gedachte aan wat ik in deze Giro had kunnen doen, zal nog lang in mijn hoofd zitten. Aan de andere kant moet ik naar mijn lichaam luisteren. Ik moet op de best mogelijke manier herstellen, want het seizoen is lang en het risico om het in gevaar te brengen zou te groot zijn. Het is een moeilijke beslissing, maar ik moet het accepteren en verder kijken. Zodra ik weer ga koersen, zal ik deze teleurstelling omzetten in vastberadenheid', zo klinkt het.

Ook ploegleider Gregory Rast reageert op het teleurstellende nieuws. 'We verliezen een heel belangrijk deel van onze Giro-ploeg. Met zijn aangeboren talent en met de geweldige conditie die hij in het allereerste deel van het seizoen heeft getoond, had Giulio alles wat nodig was om een van de hoofdrolspelers van de wedstrijd te zijn. Het spijt ons voor hem, want we weten hoe graag hij daar wilde zijn, en het is jammer dat we onze sterkste man voor de beklimmingen niet zullen hebben.'