Serene beelden van oneindige Spaanse, lege velden en mooie bergen op de achtergrond. Een kopgroep van vier als vogel voor de kat. En dan... 'Caida, caida!', schreeuwt de Spaanse commentator via de stream. Een massale valpartij in de tweede etappe van de Ronde van Burgos. Alweer. Net als op dag één. Ditmaal met vele slachtoffers. Grote namen. Klasserenners, die hun zinnen hadden gezet op een fraai najaar, te beginnen met een mooie klassering in de Ronde van Burgos. Helaas. Ook deze voorbereidingskoers wordt er één van gebroken dromen en kapotte botten.
Want het wielerjaar 2024 kent inmiddels een rode draad: vele prachtige battles, of het nou in het voorjaar was tussen de klassiekerspecialisten, of in de zomer onder de grootste klassementsmannen, kwamen er niet (echt). Vele wedstrijden vóór de echt grote wedstrijden, resulteerden in dramatische massavalpartijen en opgeborgen ambities. En dat terwijl veel renners die wedstrijden niet eens reden om te winnen, maar slechts om in vorm te komen. Het is een merkwaardige tendens. Een tendens die de aspiraties van Wout van Aert, Mads Pedersen, Jonas Vingegaard, Remco Evenepoel, Tao Geoghegan Hart en vele anderen bemoeilijkte en in vele gevallen zelfs kapotmaakte.
Burgos past in rijtje Dwars door Vlaanderen, Baskenland en Dauphiné
In de Ronde van Burgos zien we een groot contingent aan mannen die hun zinnen hebben gezet op een mooie ereplaats in de Vuelta. Damiano Caruso, Geoghegan Hart en Nairo Quintana bijvoorbeeld. Zij zitten inmiddels of thuis, of in een verlaten hotel, of als een mummie op de fiets. Maar voort ploeterend, tegengehouden door brute pech. Door een steentje, een stuurfout of iets anders onbenulligs. Thymen Arensman overleefde alle valpartijen, ternauwernood. Hij en anderen rijden nog rond in Burgos, duimend en biddend op niet nog meer onnodige valpartijen.
Lees verder onder de foto
De malaise in Burgos past in een lange rij aan vervloekte voorbereidingskoersen. Wedstrijden, waar een resultaat voor de grootste deelnemers mooi meegenomen is, maar de stappen in het proces naar topvorm veel belangrijker zijn. Dwars door Vlaanderen sloeg Van Aert tijdenlang uit competitie en gooide diens jaar op zijn kop. Het Baskenland zorgde voor een horrorval, terwijl de groteren der aarde daar alleen maar reden om hun vorm richting de Tour op te bouwen. En de Dauphiné leverde een karrevracht aan uitvallers op, vlak voor de La Grande Boucle. Voor Dylan van Baarle en Steven Kruijswijk en vele anderen kon er meteen een kruis over de Tour-ambities. Voor Kruijswijk was het zelfs de derde (!) keer dat de Dauphiné hem de Tour-deelname kostte.
Koersen of op stage? Burgos geen reclame voor old-school-voorbereiding op grootste doelen
Dat de grootste renners van het peloton - met Tadej Pogacar in 2024 als beste voorbeeld - zich steeds meer afzonderen van kleinere koersen, is evident. Maar ook voor de subtoppers en de rest van het peloton moet de angst voor de kleinere koersen toenemen. Nu straks Evenepoel, Vingegaard en Pogacar niet aanwezig zijn in de Vuelta, ligt voor een mooie lijn renners de weg open naar een top vijf in Spanje. Voor veel renners is het rijden van de Spaanse ronde op zichzelf al een droom. Zij stomen zich klaar in Burgos. Zij storten zich, op de smalle, korrelige Spaanse wegen in lastige flessenhalzen en zwarte gaten. Renners die een podium of een andere droom nastreven. Niet nu, niet in Burgos. Straks, in de Vuelta.
Lees verder onder de foto
Wie zal in de toekomst nog de verraderlijke Ronde van het Baskenland rijden in aanloop naar Tourtopvorm? Wie waagt zich op weg naar de kassei-Monumenten nog aan de boobytraps van Dwars door Vlaanderen? En wie zet zijn Vuelta-ambities op het spel op de listige wegen in en rondom Burgos, om daar te oefenen op één aankomst bergop, te midden van vier zenuwachtige andere aankomsten? Steeds meer renners zullen zichzelf deze vragen stellen. Hun programma erop aanpassen. Veilig gaan trainen op hoogte of thuis bij de familie. Steeds minder wedstrijdprikkels, om vervolgens in de allergrootste, carrière-makende koersen te kunnen vlammen.
Maar ook daar zit een keerzijde aan. Zie ze daar dan aankomen, zonder wedstrijdritme. Een deel van het gevaar van het koersen zoeken de renners zelf op. Met enorme snelheden, steeds sneller en beter materiaal. Zij hebben zelf de risico's in handen, ondanks de gevaren die de kleinere wedstrijden schijnbaar bieden. En dan rest er nog het argument dat valpartijen 'erbij' horen. Als valpartijen in deze tijden van sneller, beter, completer, gecombineerd met een peloton waarin bijna elk team meelift op deze standaarden, erbij horen, dan mogen we ons nog schrap zetten voor de toekomst. En dat terwijl echte discussies over de toename (en daarmee het voorkomen) van horrorcrashes niet echt loskomt. Hoort dat er dan niet ook bij?
Voortaan zullen de klinkende namen vast wel een tweede keer nadenken: 'Dit jaar de Ronde van Burgos? Misschien neem ik het risico maar niet...'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties