Hoe een opgestoken hand van Asgreen op de persconferentie het geloof in zichzelf voor Roubaix in de verf zette

'De balans wordt opgemaakt na Luik-Bastenaken-Luik.' Het is steevast het antwoord van ploegmanager Patrick Lefevere wanneer hem gevraagd wordt naar het mindere voorjaar van zijn ploeg Soudal-Quick Step. Luik-Bastenaken-Luik is nog twee weken verwijderd, maar voor de kern voor de kasseiklassiekers is Parijs-Roubaix deze zondag de laatste kans om het voorjaar toch wat kleur te geven. Kasper Asgreen gelooft er alvast in, zo getuige zijn opgestoken hand op een wel heel directe vraag.

Bij Soudal-Quick Step worden niet enkel de kopmannen opgetrommeld voor de persconferentie. Alle zeven renners plus ploegleider Wilfried Peeters melden zich in het NOA Outdoor Living Park van sponsor Renson. Toch wordt de hiërarchie binnen de ploeg duidelijk door de plaats die elke renner krijgt toegewezen. Speerpunten Asgreen, Yves Lampert en Florian Sénéchal nemen plaats op de eerste rij, Bert Van Lerberghe, Tim Merlier, Davide Ballerini en Tim Declercq mogen achter hun kopmannen gaan zitten.

Het voorjaar heeft Soudal-Quick Step nog niet gebracht wat ze ervan verwacht hadden, en dat zou het zelfvertrouwen van de renners wel eens kunnen aantasten. Bij één man lijkt het met het zelfvertrouwen alvast snor te zitten. Wanneer een journalist de vraag stelt wie denkt dat hij Parijs-Roubaix kan winnen, wordt duidelijk wie er in zichzelf gelooft. Terwijl Lampaert zijn hand aarzelend en vooral niet te hoog in de lucht steekt, twijfelt Asgreen geen seconde. Vol zelfvertrouwen en zo hoog als hij kan, steekt hij zijn arm op. Zonder ook maar één greintje twijfel.

Dat Asgreen vol vertrouwen zit, is misschien al een overwinning op zich. Na maandenlange revalidatie door een knieblessure, begon Asgreen niet met het beste gevoel aan het seizoen 2023. In zijn eerste wedstrijd van het seizoen, de Trofeo Andratx, eindigde de Deen in barre weersomstandigheden buiten tijd (net zoals meer dan de helft van het peloton). Tot vorige zondag reed Asgreen zelfs geen enkele keer top tien, op een ploegentijdrit in Parijs-Nice na. Die zevende plaats in de Ronde van Vlaanderen was dan ook een welgekomen boost voor het zelfvertrouwen.

Asgreen heeft moeite met piekwaardes trappen, maar dat is in Roubaix veel minder nodig dan in Vlaanderen.

'Ik denk dat mijn basisconditie er wel is en dat ik goed genoeg ben om in de diepe finale aanwezig te zijn, maar ik mis nog wat op het gebied van piekwaardes trappen. Daarom dat ik nog niet mee kon als de allerbesten gingen, terwijl ik vroeger dan wel mee kon', zo antwoordt Asgreen op de vraag hoe het met de conditie gesteld is. 'In De Ronde geraakte ik vooral dankzij een goede tactiek in de finale.'

Maar die piekwaardes heb je veel minder nodig in Parijs-Roubaix. Dat weet ook Asgreen. 'Roubaix is een andere wedstrijd. Je hebt geen drie à vier minuten superhoge waardes nodig, omdat het vlak is. Ik denk dat Roubaix mij met de conditie die ik nu heb beter ligt. Ik voel dat ik beter en beter word.'

En als Asgreen er in de diepe finale nog bij is, kan hij altijd rekenen op zijn sterke sprint na een zware wedstrijd. Vraag maar aan Mathieu van der Poel hoe snel Asgreen aan de meet is. En op een piste sprinten zou nu ook geen geheimen meer moeten hebben voor de winnaar van de Ronde van Vlaanderen in 2021, want daarvoor kreeg hij tips van ploegleider en ex-sprinter Tom Steels.

'Toen we woensdag verkenden, hadden we de mogelijkheid om een paar ronden te doen op de piste. Tom gaf me een paar referentiepunten op de piste mee. Het duurde slechts tien minuten, maar we hadden het over hoe je het beste vanboven kan beginnen en naar beneden kan duiken om zoveel mogelijk snelheid mee te nemen.'

Peeters: 'We moeten gebruik maken van het 'spel' tussen Jumbo-Visma en Alpecin-Deceuninck.

Ook aanwezig op de persconferentie: Wilfried Peeters. De Belgische ploegleider heeft er alvast een goed oog in. 'We hebben inderdaad niet één van de grote favorieten, maar we hebben zeven sterke, ervaren renners. En wij, ploegleiders, hebben ook veel ervaring in Parijs-Roubaix. En het is echt wel een andere koers dan de Ronde van Vlaanderen. Roubaix is een speciale wedstrijd. We moeten zien dat we met verschillende renners in de finale geraken en dan kunnen gebruik maken van ‘het spel’ tussen Jumbo-Visma en Alpecin-Deceuninck. Zo kunnen wij winnen.'