Het wielerjaar 2024 zit erop en daarmee zijn er een hoop glansrijke carrières ten einde gekomen. Misschien wel het meest besproken wielerpensioen, om uiteenlopende redenen, is dat van Mark Cavendish. De 39-jarige sprinter die zijn laatste jaren in het peloton sleet met maar één doel: een 35e Tourritzege. Dat lukte. Vandaag blikken we uitgebreid terug op zijn loopbaan, die gekenmerkt werd door horten, stoten, drama en vooral héél veel gebalde vuisten.
Dat Mark Cavendish een goede wielrenner zou worden, wisten kenners en insiders al vroeg. Vanaf 2005 was hij prof, na een fantastische reputatie te hebben opgebouwd, met name op de baan, bij de jeugd. Team Sparkasse was zijn eerste werkgever in 2005 en 2006. Daarna klopte het op instorten staande T-Mobile op de deur. Vanaf 2007 ontstond een zegeteller die bijna geen einde kende.
Columbia en HTC als meest geoliede machines ooit: Cavendish monopoliseert de sprints vanaf 2008
De eerste grote zege van Cavendish is symbolisch voor de pure sprinter die hij was. In 2007 verslaat hij de sprinttop in de Scheldeprijs, een biljartvlakke eendagskoers. Hij houdt onder meer Robbie McEwen achter zich. Cav heeft die jaren één voordeel: eigenlijk zijn alle topsprinters op leeftijd. Oscar Freire, McEwen, Alessandro petacchi, allemaal zijn ze dertig of ouder. Pech weerhoudt hem in 2007 nog van succes in de Tour, in 2008 is dat anders. Cavendish is de kroonprins van de sprint en staat aan de vooravond van zijn doorbraak.
Na een nieuw succes in de Scheldeprijs rijst de ster van Cavendish vanaf begin juli tot grote hoogten. Op een lager niveau boekte hij al vele zeges in kleinere rondjes en ook in de Giro van dat jaar wint hij twee etappes. In de Tour de France staat de wielerwereld echter pas écht versteld. The Manx Missile wint vier etappes en de manier waarop is verbluffend. 'Ja hoor, 27 lengtes', is het veelzeggende commentaar van Maarten Ducrot bij wéér een zege van de dan pas 23-jarige Brit. Er kondigt zich een heerschappij in de vlakke etappes aan die ze in Frankrijk lang niet hadden gezien.
Lees verder onder de foto
Tussen 2009 en 2011 volgen zestien (!) sprintzeges. Montpellier, Chateauroux, Bordeaux, Montargis, Cap Fréhel, Valence en natuurlijk drie keer Parijs. Geen enkele middelgrote stad die de finish huisvest na een vlakke middag in de warme julimaand ontkomt aan de Britse storm. Cavendish is in die jaren idioot goed. Hij hoeft niet na te denken hóé hij gaat winnen. Hij zal winnen. En vaak met grote voorsprong. Hij is de snelste man op aarde, met afstand. Bovendien toont hij zich ook nog eens veelzijdig. The Manx Missile overleeft de Poggio en kroont zich in 2009 tot winnaar van Milaan-Sanremo.
Maar het succes bestaat niet zonder een goede sprinttrein. Die is in die dagen angstaanjagend geolied. Bij eerst HTC-Columbia en later HTC-Highroad fietsen Tony Martin, latere rivaal André Greipel, Bernhard Eisel, Matthew Goss en natuurlijk Mark Renshaw zich het snot voor de ogen om hun sprinter goed af te zetten. Het maakt Cavendish trots, maar ook dankbaar. Pas vele jaren later lijkt de Brit het belang van een sterk team, dat hij dondersgoed op waarde weet te schatten, te beseffen en in de openbaarheid te kunnen slingeren. Op zijn 26e heeft Cavendish al 33 sprintzeges in grote rondes behaald. Het zijn duizelingwekkende cijfers.
Lees verder onder de video
Hoe de komst van Kittel, Greipel en Sagan de grillen van Cavendish soms pijnlijk blootlegden
Eind 2011 markeert enerzijds een absoluut hoogtepunt en anderzijds een blijvende kentering in de loopbaan van Cavendish. In Kopenhagen wordt hij wereldkampioen, voor Greipel en Goss. Het is de ultieme kroon op de titel 'beste sprinter ter wereld'. Onklopbaar, de snelste, de allersterkste. Dat zou vanaf 2012 veranderen. Gedurende grofweg het tweede deel van zijn rijke loopbaan, tussen 2012 en 2016, verdwijnt de dominantie en worden de sprints spannender dan ooit.
Het wegvallen van de HTC-Highroad-ploeg is daarin de doorslaggevende factor geweest. Het sprintbolwerk klapt uiteen, renners verspreiden zich over allerlei ploegen. Cavendish komt als logisch uit bij het Britse Team Sky, maar daar is een andere ontwikkeling gaande. Die ploeg wil de Tour winnen, voor het eerst in jaren is Cavendish niet het enige speerpunt binnen een ploeg. Bradley Wiggins wint de Tour de France, The Manx Missile wint drie ritten. Een stuk minder dan de jaren ervoor, bovendien boekt hij twee ervan pas in het laatste weekend. We zien Cavendish die zomer bidons halen in bergritten en werk doen op het vlakke. Een beel dat voor 2012 absoluut ondenkbaar was. Wie weet hoeveel ritten hij had gewonnen met volle steun van een sprinttrein.
Lees verder onder de video
Want de sprinttop wordt die jaren snel breder en de andere ploegen die ook gokken op een snelle man, worden steeds sterker. Peter Sagen en Greipel winnen in diezelfde Tour ook drie ritten en kloppen Cavendish meerdere keren op niet mis te verstane wijze, deels door sterke sprinttreinen. In 2013 is het succes nog minimaler. Cavendish gaat, inmiddels in dienst van Omega-Pharma Quick-Step, naar huis met maar twee zeges. En dat jaar heeft hij wel weer een luxe ploeg mee voor op het vlakke. De magie van Man lijkt voorbij, het is dringen in de sprints. Cavendish blijkt ook steeds vaker een slechte verliezer.
Zo geeft hij Tom Veelers in de volle finale van de tiende etappe een stevige schouderduw, die tot een gevaarlijke val in de sprint leidt. Van excuses maken is even later geen sprake. Het gedrag van de Brit stoort steeds meer mensen. Cavendish is aan de oppervlakte nog altijd die stoere en grote sprinter, die in de diepte stevig moet afkicken van het hiervoor bijna vanzelfsprekende succes. In 2013 wordt hij voor het eerst in vier jaar geklopt in Parijs, door Marcel Kittel. Die staat als afmaker symbool voor de succesvolle, frisse sprinttrein van Argos-Shimano. In de Giro heeft Cavendish geen last van de andere snelle mannen in opkomst. Daar scoort hij nog acht ritoverwinningen in twee deelnames.
De jaren nadien zijn onvoorspelbaar en tonen Cavendish in alle soorten en maten. 2014 moet hét summum worden: een Tourstart in Engeland, met een finish in zíjn plaats Harrogate. De druk blijkt te hoog, Cav wringt zich in een gat dat niet bestaat met de sprint op komst. Kittel pakt het geel, de eilander moet de Tour al na één dag verlaten. 2015 biedt eveneens geen voldoening. Zijn ene overwinning verbleekt bij de vier etappezeges van Greipel, ooit ploeggenoot en sprintaantrekker.
In 2016 volgt dan juist weer een bijzondere opleving. Vier etappezeges en bovenal het geel, waar Cavendish al jaren van droomde, is de prachtige opbrengst van een bijzondere wederopstanding. Want wat je ook van Cavendish vindt én vond, doorzetten was de man van Man niet onbekend. Tussen Kittel, Sagan en Greipel veerde de Brit zichzelf terug omhoog de sprint-rots op. Het jaar erop eindigde zijn Tour dan weer vroeg, en haast exemplarisch. Dit keer kreeg de Manx Missile zelf een enorme duw van Sagan. Boem, meteen weer einde Tour. En dit keer was de figuurlijke val van het sprinticoon een stuk serieuzer.
Lees verder onder de foto
Vallend, maar meermaals opstaand vecht Cavendish door tot die ene recordzege in 2024
Voor een van de sterren van zijn wielergeneratie volgt een ongekend dal voor Cavendish. Hij is door Sagan niet alleen letterlijk, maar ook symbolisch de kant in geduwd. In 2018 boekt de Brit maar één zege en hierna volgt een gitzwarte periode. Zijn ploeg Dimension Data, dat hem in 2016 als trotse overwinnaar in de Tour zag, duwt hem richting de uitgang. Bahrain McLaren vist hem op, stelt hem ook op, maar het mag niet baten. Cavendish rijdt geen grote ronde tussen 2018 en 2021. Het regent niet uitgereden koersen en er is vooral leegte. Cav wordt depressief en spuit in 2020, tijdens de herfsteditie van Gent-Wevelgem in het coronajaar, zelfs dat hij misschien wel stopt als wielrenner. Het lijkt spel, maar later zien we in de documentaire Never Enough hoe diep Cavendish die periode zonk.
De docu geeft een schrikbarend portret van een man die steeds verder wegzakt, fysiek en mentaal, door allerlei tegenslagen en signalen dat hij het misschien wel niet meer kan. En dat terwijl hij altijd één ding kon en nastreefde: winnen. De winter richting 2021 loopt over van eenvoud: Cavendish is veel bij zijn kinderen en koestert de tijd thuis, weg van kansloze koersexpedities en regenachtige trainingen. De rust daalt in. Hij krijgt zowaar een nieuwe kans, van oude bekende Patrick Lefevere. Voor een klein salaris, dat wel. Het blijkt een gouden greep. Zijn eerste zege in dik drie jaar boekt hij in de Ronde van Turkije. Die zege krijgt nog meer glans, omdat de van een horrorval teruggekeerde Fabio Jakobsen de lead-out optuigt.
Lees verder onder de foto
Zelden was een overwinning zo symbolisch als deze. Cavendish begeeft zich op de feelgood-trein en dwingt later met een zege in de Ronde van België een Tourstart af. Daar gebeurt het schier onmogelijke: de oude sprinttijden herleven. Fougères, opnieuw Valence en Chateauroux, Carcassonne. Alsof de tijd stilstond, zo snel was Cavendish in de Tour van 2021. Als klap op de vuurpijl mocht hij op de Champs-Élysées de groene puntentrui aantrekken. Een ultiem bewijs: Cavendish kon nog steeds de snelste zijn, nee, was opnieuw de snelste.
Meer dan ooit hadden deze overwinningen een veel zachter karakter dan de zeges in zijn topjaren. Cavendish huilde tranen met tuiten als het over zijn ploegmaats ging, leek zich eindelijk bewust van zijn niet vanzelfsprekende successen en reed met een glimlach rond in Frankrijk. De Tour, zijn terrein, was opnieuw van hem. Op 36-jarige leeftijd werd hij opnieuw geknuffeld. Nu niet omdat hij de allerbeste was, maar omdat dat gegeven samen kon gaan met die aardige, zachte kerel die verstopt zat onder de grillen van de jaren ervoor. Cav maakte als het ware een renaissance door. Bovendien lonkte nog altijd het Tourrecord: samen met Eddy Merckx stond hij nu op 34 ritzeges.
De twee ritzeges in de Giro in 2022 en 2023 waren mooi, het gewenste afscheid moest en zou zijn 35e overwinning in de Tour worden. In 2022 mocht hij niet naar Frankrijk, waarop een wanhopige zoektocht naar nieuw onderdak leidde naar Astana. Daar mislukte poging één in 2023, waarna Cavendish zijn pensioen opnieuw uitstelde. Het moest en het zou. En het gebeurde. Met volharding als toverwoord lukte het dan toch: rit vijf bracht in de Tour van 2024 de inmiddels bijna veertigjarige topsporter naar eenzame hoogte. In Saint-Vulbas pakte hij zijn recordzege, ouderwets een fietslengte voor de rest uit. Iedereen gunde het hem. De rest van de Tour kon Cavendish met een big smile rondrijden. Al die succesvolle, absurde jaren hadden hem zestien seizoenen later aan een vredig afscheid gebracht. De achtbaan kon nu langzaam tot stilstand komen.
Lees verder onder de video
Duizel weg bij de cijfers: dit won Mark Cavendish allemaal in zijn loopbaan
De meeste aandacht van Cavendish ging altijd uit naar de julimaand. Maar zijn totale aantal overwinningen in grote rondes ligt met Vuelta- en Giroritzeges erbij op 54(!). En de algehele productie is nog onwaarschijnlijker. Meerdere malen de Scheldeprijs, Kuurne-Brussel-Kuurne, Milaan-Sanremo, het WK. Vier zeges in Tirreno-Adriatico, drie in Catalonië, drie in Romandië, tien in Californië, tien in Groot-Brittannië, drie in Zwitserland. Dubai, Qatar, Turkije, Denemarken, Spanje, Kroatië, België, Hongarije, Colombia, Algarve, nog héél veel plekken in Frankrijk. Cavendish won overal, 165 keer in totaal. Het peloton neemt afscheid van een onvervalste overwinningenmachine, die productief was van zijn 22e tot zijn 39e.
Mark Cavendish was een renner die zich niet liet samenvatten. Qua successen niet, qua karakter niet. Steengoed, onklopbaar in zijn topjaren. Bloedirritant en dramatisch op momenten dat het niet meezat. Een dankbare kopman, tranen huilend van geluk op momenten dat succes schaarser werd. Een koppige coureur die zich een slecht verliezer en bij vlagen zelfs onsportieve aap op de rots toonde. Hij is, op het sportieve af, echter vooral de beste sprinter aller tijden, de man die zijn sprinttrein geweldig naar de finish kon fietsen.
Cavendish was jarenlang de sprintmaatstaf, en toen anderen die benaderden of overtroffen, bleef hij dringen en bonken op de sprintdeur. Tot hij zelf, opnieuw, steeds weer de maatstaf was. Dat bijzondere doorzettingsvermogen leidde uiteindelijk tot die geweldige recordmiddag in Saint-Vulbas, nog maar eens een middelgrote, Franse plaats die het einde was van een vlakke Tourmiddag. Zoals er zo veel van die middagen waren, uiteindelijk 35 in totaal.
Mark Cavendish is voor altijd wielergeschiedenis.
Huub Mol
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties