Jakobsen herinnert zich Van den Berg als koploper in dramatische Ronde van Polen: 'Zwaaide nog naar hem'

Volgend seizoen worden jeugdvrienden Fabio Jakobsen en Julius Van den Berg opnieuw herenigd. Het Nederlandse duo gaat samen aan de slag bij DSM-firmenich. In een dubbelinterview met AD halen de renners nostalgische herinneringen op.

'We hebben het er weleens over gehad toen we prof werden. Dat het mooi zou zijn als we ooit samen bij elkaar in de ploeg zouden zitten', zegt Van den Berg. 'Maar dat werd nooit concreet. Het was vooral een idee van ons twee. Dat het nu gebeurt, is super.'

Jakobsen en Van den Berg kwamen als piepkuikentjes in 2015 bij de opleidingsploeg SEG Racing Academy terecht. De ex-Europese kampioen werd twee keer na elkaar (2016 en 2017) Nederlands kampioen bij de beloften, Van den Berg deed dat kunststukje in 2018 vlotjes over. Het Nederlandse duo wacht een mooie profcarrière, maar beide renners gaan wel elk hun eigen weg bij Soudal Quick-Step en EF Education EasyPost.

'Dat jaar (2015) zaten er bij SEG vier eerstejaars beloften en wij waren de enige twee Nederlanders. Dan heb je wat eerder een klik. We hebben dezelfde humor. Als renner is Fabio een type dat alles uitzoekt en overal achteraan gaat. Ik ben meer van hard trainen, hard fietsen', aldus Van den Berg.

Jakobsen komt terug op doodsmak in Ronde van Polen: 'Herinner me dat Julius in de kopgroep zat'

Jakobsen zal nadien de ene na de andere overwinning in de wacht slepen, voor Van den Berg houdt het met een rit in de Ronde van Polen van 2021 voorlopig op. Het is tijdens die rittenkoers dat Jakobsen een jaar eerder bijna doodservaring meemaakte. Tijdens de massasprint duwde Dylan Groenewegen hem in de dranghekken, waardoor Jakobsen levensgevaarlijk gewond raakte en dagenlang in coma vertoefde. In diezelfde rit reed Van den Berg nota bene in de aanval, iets wat Jakobsen zich nog herinnert na zijn doodsmak.

'Ik heb nog een aantal heldere momenten van voor het ongeluk. Eén daarvan is dat we voor de plaatselijke lus richting een rotonde rijden op een stuk in het parkoers waar we elkaar kruisen. Ik zit achter mijn ploegmaat Florian Sénéchal en daar kom ik Julius tegen. Ik zwaai nog naar hem en we hebben elkaar gezien en naar elkaar gelachen. Ik dacht nog: leuk voor jou dat je in de kopgroep zit, maar wij gaan zo wel sprinten. Met de verschrikkelijke afloop die volgt, houdt op dat moment niemand rekening.'

De Ronde van Polen had het jaar voordien ook al voor drama