Ploeg waakzaam na sterk optreden Vermeersch: 'Zo plaats je een hakmes boven zijn hoofd'

Florian Vermeersch verraste afgelopen weekend in Parijs-Roubaix met een ijzersterke tweede plaats bij de eindafrekening. Een prestatie waarvan de harten van Belgische wielerfans sneller gaan kloppen, maar één zwaluw maakt nog geen zomer. Ploegleider Nikolas Maes is extreem waakzaam voor foute verwachtingspatronen op basis van deze prestatie.

Ex-profcoureur Maes windt er geen doekjes om in gesprek met Het Nieuwsblad: 'Het is belachelijk nu te verkondigen dat Florian volgend jaar grote klassiekers zal winnen. Florian is nog steeds erg jong (22, red.). Hij heeft veel potentieel, maar vandaag kunnen we nog niet zeggen hoe ver hij zal geraken.'De ploegleider vindt het belangrijk dat zijn renner eerst nog leert - veel finales rijdt- en daarna pas mikt op het winnen van grote klassiekers. Een plan dat pas in 2024 tot ontplooiing moet komen, samen met leeftijdsgenoot Brent Van Moer.

Maes is ervan overtuigd dat Vermeersch het in zich heeft om de toppers vaker te volgen in klassiekers, zoals hij zondag al liet zien. 'Met de nadruk op 'op termijn'', zo voegt hij daaraan toe. Het lijkt hem eerder verstandig om voor volgend seizoen te kijken hoe zijn renner presteert in wedstrijden als GP Le Samyn: 'De precieze invulling van 2022 moeten we nog uittekenen, maar dat is een redenering die steek houdt.'

Vergelijkingen met Boonen en Evenepoel

Een onjuist verwachtingspatroon zou voor Vermeersch negatieve gevolgen kunnen hebben, zo vermoedt de ploegleider. Zeker niet met alleen de uitzonderlijke prestatie in Roubaix in het achterhoofd: 'Op basis van één koers vergelijkingen maken met (Tom, red.) Boonen, daarmee doen we Florian zeker geen plezier. Zo plaats je eigenlijk een hakmes boven zijn hoofd en kan hij enkel teleurstellen.'

Daar sluit Kurt Van de Wouwer, teammanager bij de beloftenploeg van Lotto Soudal, zich bij aan. Hij werkte samen met Vermeersch en tempert de verwachtingen. Hij wijst daarbij naar de ontwikkeling van Remco Evenepoel. 'De jeugd kijkt nu op naar hem, maar hij is een uitzonderlijk fenomeen. Daardoor willen jonge renners soms té snel gaan', vertelt hij bij Het Laatste Nieuws. 'Zijn niveau kan nooit de norm zijn. En op zijn niveau mag je renners ook niet afrekenen.'