Roubaix zweefde in Schoten al beetje door hoofd van Philipsen: 'Geen zin om grote kwakken uit te delen'

Jasper Philipsen kwam woensdag één plaatsje tekort om zijn derde zege in de Scheldeprijs te boeken. De Belg van Alpecin-Deceuninck kon niet volledig zijn sprint rijden en moest zodoende Tim Merlier voorlaten. Volgende grote afspraak is uiteraard Parijs-Roubaix op zondag, zo vertrouwde hij na afloop toe aan onder meer In de Leiderstrui.

'We hadden met de ploeg een plan en dat hebben we zo goed mogelijk proberen uit te voeren, maar op het einde verloren we elkaar een beetje', aldus de rappe man uit Ham na afloop. 'Toen zag ik Bert Van Lerberghe met Tim komen en zat ik niet volledig in het wiel, waardoor ik links wat ingesloten zat en er niet volledig uit kon komen. Toen kon ik niet volledig mijn sprint rijden.'

Philipsen werd pas afgelopen weekeinde toegevoegd aan de startlijst van de Scheldeprijs, ten faveure van deelname aan de Ronde van Vlaanderen. 'De omstandigheden waren niet superuitdagend, dus dat sprak wel in het voordeel van een massasprint. Ik wilde hier graag winnen, maar in de aanloop naar zondag was dit ook niet slecht. Kaden Groves, normaal onze sprinter hier, was ook niet volledig op niveau door wat knieproblemen. Dus probeerde ik deze koers te winnen', vatte hij het droogjes samen.

Philipsen nam geen onnodige risico's met oog op Parijs-Roubaix

Had Philipsen in de finale dan iets beter kunnen doen? Niet echt, zo oordeelt hij. 'De winnaar heeft altijd gelijk en ik ben wel tevreden met het gevoel en dat we recht zijn gebleven, maar ik had ook wel graag gewonnen. Ik had graag Tim zijn wiel, maar Hugo Hofstetter kwam er zitten en die gaf het ook niet zomaar af. En ik had ook geen zin om grote kwakken uit te delen met het oog op zondag. Misschien had ik iets agressiever moeten zijn, maar het was toch een mooie sprint.'

Dat hij deze editie misschien niet alle risico's nam, betekent niet dat de Scheldeprijs voor hem een tweederangskoers is geworden. 'Dit is een wedstrijd die je zoveel mogelijk wil winnen en ik kom zeker nog terug de komende jaren. Misschien dat Roubaix misschien toch wel in het achterhoofd zat.' Want dat die koers speelt, is wel duidelijk. 'Roubaix zit al langs in ons hoofd, net zoals de andere monumenten. Het is niet zo dat ik bij voorbaat de eerste man ben, daarvoor moeten we kijken hoe ver we komen. Voor Carrefour de l'Arbre is er waarschijnlijk al een hoop gebeurd. Ik geloof in een overwinning, maar alles moet natuurlijk meezitten', aldus de ploegmaat van titelverdediger Mathieu van der Poel.