Toms Skujins kwam namens Trek-Segafredo als derde over de streep in de vierde etappe van de Giro d'Italia. De Let had op de slotklim net niet de benen om Aurélien Paret-Peintre (AG2R Citroën Team) en Andreas Leknessund (Team DSM) te volgen, maar versloeg wel Vincenzo Albanese (EOLO-Kometa) in een sprint-a-deux. Skujins vertelt op de ploegsite dat hij stiekem op meer had gehoopt.
'Laten we beginnen met het feit dat het geen gemakkelijke dag was', stelt Skujins. 'Het viel te verwachten het een hectische en interessante etappe zou worden. Onze ploeg wilde in de kopgroep zitten, want het was lastig om vanuit het peloton te controleren. Bauke Mollema, Natnael Tesfatsion, Amanuel Ghebreigzabhier en ik mochten het proberen. Het duurde vrij lang tot onze kopgroep ook daadwerkelijk vertrokken was.'
Skujins: 'Ik moet toegeven dat we op meer hoopten'
Succes had de zeventallige kopgroep met Skujins en Ghebreigzabhier wel. De sterke Let heeft daar een verklaring voor. 'We werkten heel goed samen voorin. Amanuel en ik streefden allebei andere doelen na, maar we moesten natuurlijk rekening houden met onze concurrenten. De etappezege was het belangrijkste, al had Amanuel ook de kans om voor de bergtrui te gaan.'
'Ik droomde even van de roze trui, zelfs met de voorsprong van Leknessund', geeft Skujins ruiterlijk toe. 'Daarom probeerde ik ook om vroeg aan te vallen op de slotklim, maar het werd al snel duidelijk dat Leknessund en Paret-Peintre de beste benen hadden. Vanaf dat moment zijn we vol voor Amanuel gegaan. Zij waren gewoon sterker.'
De 31-jarige Skujins houdt uiteindelijk gemengde gevoelens over aan de vierde etappe. 'Derde is zeker geen slecht resultaat, maar ik moet toegeven dat we op meer hoopten. Toch hebben we nergens spijt van. We hebben een mooi gevecht op de mat gelegd en de sterkste renner heeft deze etappe gewonnen.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties