Met Harrie Lavreysen en Niek Kimmann behaalde Nederland het afgelopen jaar behoorlijk wat successen op de fiets. De twee zijn daarom met recht genomineerd voor de titel Sportman van het Jaar. Maken de twee kans om de prijs ook daadwerkelijk in de wacht te slepen na de wereldtitel van Max Verstappen in de Formule 1? In de Leiderstrui zocht het uit.
Woensdagavond worden wederom de prijzen voor de beste sporters van het jaar in Nederland uitgedeeld. Ieder jaar is de prijs goed voor flink wat discussie, want hoe vergelijk je sporten die in vele facetten uiteenlopen? Ook dit jaar is het een kwestie van appels en peren waar de jury en stemmende sporters zich aan zullen moeten wagen. Een baanwielrenner en BMX'er staan tegenover een Formule 1-coureur: wie verdient die prijs dan het meest? Zeker wanneer allen dit jaar tot de top in hun discipline behoorden...
Lees ook
'Denk dat Harrie en ik er voor de gezelligheid bij zijn'
Als we Kimmann mogen geloven, heeft hij er niet al te veel vertrouwen in dat hij of Lavreysen er woensdag met de prijs vandoor gaat. 'Of we een kans maken? Dat is een retorische vraag zeker? Ik denk dat Harrie en ik er voor de gezelligheid bij zijn', laat de BMX-kampioen weten tegenover de NOS. Lavreysen zelf is wat hoopvoller gestemd: 'Wat Max gedaan heeft, is zó bizar. Maar een kans maken? Het zijn voornamelijk olympische sporters die hun stem uitbrengen. Ik weet niet wat ze zullen stemmen.'
Daarmee snijdt Lavreysen een interessant punt aan. De prijs voor Sportman van het Jaar wordt niet bepaald door het grote publiek, waardoor ook afgevaardigden van wat 'kleinere' sporten een kans maken om er met de prijs vandoor te gaan. De uitslag wordt voor vijftig procent bepaald door een vakjury, de andere vijftig procent is voor de sporters zélf weggelegd. Sporters met een A-, Selectie- of HP-status dus, of sporters die zich bijvoorbeeld al voor de komende Olympische Spelen geplaatst hebben.
Lavreysen rijgt medailles aaneen
Wie één van de sporten goed volgt, zal geneigd zijn om de kandidaat uit die sport naar voren te schuiven als Sportman van het Jaar. Vanuit het perspectief van In de Leiderstrui is het dan ook logisch om een voorkeur te hebben voor Kimmann of Lavreysen. Vooral de prestaties van die laatste vielen op, omdat hij op de baan in staat is om meerdere medailles per toernooi te veroveren. Een totaalaantal van twee gouden en één bronzen plak op de Spelen mag indrukwekkend genoemd worden. De drie wereldtitels op het WK in Roubaix kunnen daar nog eens bij opgeteld worden.
De oprichting van de Champions League of Track zorgde er tevens voor dat hij als baansprinter nóg een prestigieuze titel kon bijschrijven. Op die manier bleef Lavreysen ook al een stuk langer in the picture dan zijn collega-baanwielrenners de voorgaande jaren. Het meest knappe is misschien nog wel dat hij keer op keer zijn grootste concurrent Jeffrey Hoogland weet te verslaan en op een waanzinnig niveau blijft in een sport die hard geraakt is door de coronacrisis.
Kimmann had in zijn sport veel minder ruimte om zichzelf vaak te laten zien aan het grote publiek. Wanneer hij dat moest doen, was hij echter op de afspraak. Hij won de wereldtitel op Papendal, maar vooral zijn olympisch goud was van een bijzonder kaliber. Tijdens een training was hij op een official gebotst, waarbij hij een scheurtje in zijn knie had opgelopen. Het deerde hem niet op de weg naar olympisch goud.
'Verschil in consistentie en grootte van de prestatie'
Wanneer je het een wielerliefhebber dus zou vragen wie de prijs verdient, zijn de namen van Lavreysen en Kimmann logische opties. Voor het andere perspectief vroegen we Chris Moerman, hoofdredacteur van F1Maximaal, naar zijn blik op de zaak. Ook bij beaamt dat het een lastige vergelijking is. Hoewel hij met Verstappen een duidelijke favoriet voor de verkiezing heeft, wil hij vooropstellen dat ieder argument in het voordeel van de autocoureur niks afdoet van de prestaties van Lavreysen of Kimmann: 'Ook dat zijn waanzinnige prestaties.'
Moerman wijst erop dat het winnen van één Grand Prix in de Formule 1 al knap lastig is. 'Laat staan het winnen van tien Grands Prix in één seizoen. Vergis je niet: Verstappen heeft bij Red Bull Racing al sinds 2016 toegewerkt naar een jaar waarin hij voor die titel kon strijden. Dat is dus vier jaar aan voorbereiden, afstellen, oefenen, simuleren, finetunen en trainen. Ik zou dus durven te beargumenteren dat de voorbereiding op een Olympische Spelen dus min of meer op hetzelfde niveau ligt als de voorbereiding van Verstappen op het 2021-seizoen.'
'Wat mij betreft wordt het grootste verschil tussen de prestaties gemaakt in de consistentie en grootte van de prestatie', vervolgt hij zijn verhaal. 'Een seizoen van negen maanden vergt een enorme mate van mentale weerbaarheid. In de hele geschiedenis van de sport wisten slechts drie heren tien Grands Prix of meer te winnen in één jaar: Michael Schumacher, Sebatian Vettel en Lewis Hamilton. Verstappen komt dus in een rijtje terecht met de twee heren die samen gezien worden als de besten aller tijden, en viervoudig titelwinnaar Vettel.'
Kimmann: 'Misschien maken we in andere jaren een kans'
Al met al zouden alle keuzes dus goed te verdedigen zijn, al zal dat altijd betekenen dat enkele grote liefhebbers van een bepaalde sport ontevreden zullen zijn met de uitslag. Er kan er immers maar één de winnaar zijn.
Wanneer Kimmann niet wint, zal hij zelf in ieder geval niet verbaasd zijn: 'Eerder in het jaar heeft Verstappen al Zandvoort kunnen vullen. Ik denk dat geen Nederlander kan tippen aan wat hij gedaan heeft. Misschien dat we in andere jaren een kans zouden maken op deze prijs, maar nu denk ik niet...'
Door: Jannick van der Hooft - j.vanderhooft@indeleiderstrui.nl
Lees ook
Denk jij dat Van der Poel kans maakt op de WK-titel? Kijk hier voor de quotering
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties