Van Aert en Kopecky hebben WK-parcours al verkend: '42 bochten per ronde, kasseistroken in tijdrit'

Geen Wout van Aert in de Giro d'Italia en geen Lotte Kopecky in La Vuelta Femenina. Daar moeten we gebruik van maken, dachten ze bij Belgische nationale ploeg, en zo vertrok een minidelegatie met de twee speerpunten richting Glasgow om het WK parcours al eens te gaan verkennen. Serge Pauwels, development coach bij Belgian Cycling, doet bij Sporza zijn verhaal over de WK-parcoursen.

Wie Schotland zegt, zegt slecht weer. En dat was niet anders bij de verkenning. 'Er was veel wind. Die kan wel een rol spelen op de open vlaktes voor de lokale ronden.' En die lokale rondes, noemt Pauwels 'speciaal.' 'Lotte zei dat het tien keer ergers was dan in Leuven qua draaien en keren. Ik denk dat er zo'n 42 bochten per ronde zijn. De renners moeten ook twee keer door een parkje, waar het ineens heel smal wordt. Heel raar, het lijkt wel een geasfalteerd veldritparcours.'

Dus wat voor wedstrijden mogen we verwachten van zes tot dertien augustus? 'Als er voor de lokale ronden een groepje kan ontsnappen, zal die aanval ver dragen. Het wordt heel moeilijk om als peloton iets te organiseren. Mocht er gesprint worden, zie ik dat niet gebeuren met meer dan 30 renners.'

Tijdritparcours is voor de krachtpatsers, kasseistroken in slotkilomters'

Naast de verkenning van de wegrit, stond ook het tijdritparcours op de planning. Zeker voor Van Aert, die dit jaar in tegenstelling tot vorig jaar wel een gooi zal doen naar de wereldtitel tegen de klok, was het al eens interessant om te kijken wat hij binnen enkele maanden voor de wielen zal krijgen.

'Ik denk dat hij wel blij is met de route. Het is voor krachtpatsers, maar ook niet helemaal biljartvlak. Er zijn kleine heuveltjes waar je – als je doortrapt – wel boven raakt. Maar als je die inspanning niet doet, moet je wel twee à drie tanden terugschakelen. Al bij al zijn er weinig hoogtemeters, tot de finale. Dan gaat het in trapjes omhoog. In de laatste kilometer zitten nog lastige kasseistroken richting het kasteel, waar de streep ligt. Het is niet zo steil als de Paterberg of Koppenberg, maar wel stevige laatste horde om het verschil te maken', aldus Pauwels.