Voor Frank van den Broek valt er minder te Willie Wortelen bij dsm-firmenich PostNL: ‘2024-doel is vrij abstract’

Frank van den Broek is komend seizoen wellicht één van de meest interessante Nederlandse wielerprofs om eens goed in de gaten te houden. De Nederlander is bezig aan een mooie reis in zijn wielerloopbaan, die zijn einde voorlopig nog niet kent. Deze week begint hij in Oman aan zijn eerste volledige seizoen als WorldTour-prof namens dsm-firmenich PostNL. In de Leiderstrui sprak hem.

Wielrenners staan soms bekend als grijze muizen, maar die vlieger gaat allerminst op voor Van den Broek. Zo maakte hij als continentaal renner zijn eigen gelletjes, om de simpele reden dat het goedkoper was dan het kopen van exemplaren. Een soort Willie Wortel in het peloton, maar bij een WorldTour-ploeg als dsm-firmenich PostNL is de omkadering al zo op orde dat er minder te Willie Wortelen valt.

‘Frank is ongelofelijk gedreven en heel energiek, maar we proberen dat te verdelen over de belangrijke zaken’, zo verwoordde sportief directeur Rudi Kemna het eerder al. ‘Hij is een heel leuke jongen. Ik heb hem leren kennen in de Alsace, waar hij zat af te zien als een beer. Maar hij bleef maar lachen. Ik zei hem toen: houd die smile op je smoel, die karaktereigenschappen zijn heel goed’, vat de Tukker het karakter van zijn poulain in één zin samen. Van den Broek lachte breeduit toen we hem ermee confronteerden.

Frank! Allereerst, hoe is ie? De laatste keer dat we elkaar spraken, was na het NK. Toen zat je nog in een ABLOC-shirt na een supergoed NK, maar nu heb je een profcontract tot en met 2026 bij dsm-firmenich PostNL in je broekzak.

‘Dat voelt goed. Het is fijn dat ik voor drie jaar heb kunnen tekenen, dat geeft veel zekerheid.’

De eerste maanden namens de opleidingsploeg heb je al achter de rug. Wat zijn de indrukken na dat kleine halfjaartje?

‘Dat het echt een professioneel bedrijf is, want dat is het eigenlijk gewoon: een bedrijf. De overgang is vrij natuurlijk gegaan, want de eerste wedstrijd die ik met het Development Team heb gereden was eigenlijk direct de laatste. Daarna ben ik alleen nog maar met de WorldTour-ploeg meegegaan.’

In oktober sprak je ook al met ons, en toen wist je eigenlijk nog niet precies wat voor type renner je bent. Nu zijn we enkele maanden verder, is die richting al wat meer duidelijk geworden?

‘Ik ben nu in de klassementsgroep ingedeeld, dus alle trainingsdagen doe ik met de echte klimmers. Maar het programma is echt wel divers, dus ik heb de kans gekregen om er echt wel achter te komen wat het beste bij me past of waar ik het meeste passie voor heb. Dat is wel heel erg fijn.’

Vertel, hoe ziet dat programma er dan uit.

‘Ik begin in Oman, met onder meer Fabio Jakobsen. Dat is één van de enige koersen die ik met de sprinttrein doe, maar daarna volgen er bijvoorbeeld ook wedstrijden als de Ronde van Catalonië. Maar er zitten dan ook weer enkele klassiekers tussen, dus het is een beetje op en neer.’

Is dat op eigen vraag geweest?

‘Volgens mij kwam ik er zelf inderdaad mee, dat ik niet té snel in een bepaald hokje geduwd wilde worden. Maar het plan is wel echt samen met de ploeg gemaakt, uiteindelijk. Het zal ook een combinatie zijn van vrijbuiten en in dienst rijden, ook in de heuvelklassiekers. Mogelijk dat ik in de klassiekers bijvoorbeeld vooruit gestuurd kan worden en op die manier mijn werk kan doen.’

En de tijdritten, want je bewees op het NK dat je dat goed kan? En we zien een trend dat kleinere, compacte renners steeds beter uit de voeten kunnen in dat werk…

‘Daar ligt zeker de focus op. Ik heb al een baantest gedaan, dus we zijn er wel echt mee bezig. Ik probeer er ook zoveel mogelijk op te trainen.’

Je koerst nu inmiddels een half jaar voor dsm-firmenich PostNL. Kun je er al iets over kwijt in hoeverre je beter bent geworden gedurende die periode?

‘Dat durf ik eigenlijk nog niet echt te zeggen, daarvoor moeten we denk ik wachten tot de eerste koersen. Ik heb niet zozeer meer getraind, maar het gaat wel heel erg goed. Ik kan mijn energie steken in het zo goed mogelijk indelen van mijn omgeving, zonder dat ik me druk hoef te maken over randzaken. Er zal ook zeker nog wel wat rek opzitten, omdat het niveau natuurlijk nog een stuk hoger is. Ik heb vorig jaar een aantal koersen met de WorldTour-ploeg gedaan, maar daar zaten nog geen WorldTour-koersen of langere etappewedstrijden bij. Alleen daardoor kan ik hopelijk al een stap maken.’

Zou je dan ook al de Vuelta willen doen?

‘Ik denk het wel. De Giro en Tour staan sowieso niet op mijn planning, maar aan het einde van de eerste seizoenshelft moeten we maar eens kijken of de Vuelta er nog inzit. Als alles goed gaat, dan zou ik graag de Vuelta rijden. Maar dat hangt natuurlijk ook af van het eerste half jaar..’

Hoe ben je ontvangen bij die klassementsploeg, hoe is die vibe? Op papier is er een mooie balans met Romain Bardet en Warren Barguil, maar ook jonge gasten als jijzelf, Gijs Leemreize, Max Poole, Oscar Onley en ga zo maar door…

‘Het is een heel goede combinatie. Die jonge jongens brengen echt wel de honger, om het zo te zeggen. Maar aan de andere kant hebben de Fransen weer de ervaring, dus het is echt wel een leuke groep bij elkaar.’

Hoe kijk jij naar zo’n jongen als Bardet dan?

‘Ik sliep de eerste paar dagen bij hem op de kamer, dus dan probeer je toch wel wat op te steken van de ervaring die hij heeft. Hij is heel erg bezig met zijn aanpak richting de Giro, maar wat me nog het meeste opviel is hoe hard hij voor zichzelf is op training. Hij rijdt wel écht goed door en daarbij ziet hij ook af. Ik laat hem dan gewoon gaan, dan rijd ik beter mijn eigen tempo.’

Hahaha, je hebt groot gelijk. Is dat leren en dingen opsteken dan ook je kernambitie voor 2024? Wanneer zie je je jaar als geslaagd?

‘Dat klinkt heel abstract, maar ik zie komend seizoen – ook omdat ik voor drie jaar heb getekend – echt als voorbereiding voor de twee jaren die erna komen. Als ik in 2025 en 2026 kan presteren, dan zie ik 2024 als geslaagd jaar. Dat klinkt misschien een beetje raar. Misschien kan ik dit jaar ook al wat uitslagen rijden of mijn steentje bijdragen, dan ben ik sowieso al tevreden. Maar ook als ik geen deuk in een pakje boter rijdt en wél een hoop kan leren, ben ik blij. Zo zie ik het.’

Tom van der Salm (Twitter: @TomvanderSalm) | e-mail: t.vandersalm@indeleiderstrui.nl)