Mathieu van der Poel gaat lekker, alleen ziet de wielerwereld dat in de Tour de France nauwelijks. De wereldkampioen rijdt naar eigen zeggen met uitstekende benen rond, maar maandagavond bij Sporza legde hij uit dat die normaliter voor de Olympische Spelen en het WK zijn. In de Tour valt weinig te halen...
Van der Poel zat wel een paar keer mee in de vlucht, en hij piloteerde Jasper Philipsen met een geweldige lead-out al naar een ritzege. Dat hij nog niet één keer voor eigen kans tot de streep kon rijden, kwam vooral door de klassementsmannen, die dag na dag het tempo verschroeiend hoog legden. 'Ik kan er zelf niet veel aan veranderen. Vooraf had ik al gezegd dat er weinig kansen zijn voor types zoals ik. Dan wordt het moeilijk. Te weinig kansen? Ieder zijn gedacht, maar het is jammer. Als het zo blijft evolueren, heeft het weinig zin voor types zoals ik om naar een grote ronde te komen. Het is wel zonde. Zoals zondag kun je niet veel anders doen dan binnen de tijd te finishen.'
De regenboogtrui is zodoende bezig aan een verkapt trainingskamp, om straks na de Tour uit te pakken. In dat opzicht ligt Van der Poel op schema, zo merkt hij zelf. 'Ik heb zelf nog het geluk dat ik niet zo heel veel afzie, maar het tempo ligt zo hoog, het valt niet stil en de ritten zijn extreem lastig. Mentaal is het soms meer afzien dan fysiek', zegt hij over de anonieme dagen in het peloton (of erachter). Over z'n weg richting de Spelen en het WK: 'Ik heb gekozen voor een soortgelijke opbouw. Ik voel me nu wel beter dan vorig jaar op dit moment. In 2023 was ik wat ziekjes. Ik voel me best oké, maar dat is zeker geen zekerheid op dezelfde vorm.'
Lees verder onder de foto
Van der Poel kijkt met open mond naar Pogacar
In de Tour is het naast hard fietsen ook genieten, beaamt Van der Poel. Dat Tadej Pogacar een fenomeen is, ondervond hij al in wedstrijden als de Ronde van Vlaanderen en de Amstel Gold Race, maar in de Tour ziet hij de absolute kleppers op nog een heel ander niveau. 'Ik kijk er vol bewondering naar. Ook voor mij is het moeilijk te begrijpen dat je zo hard met je fiets bergop kan rijden. Het zijn andere types, maar het is alsof ze elke dag harder rijden en beter herstellen. Het is ongelofelijk. Ik weet wat ik zondag heb moeten doen om op meer dan veertig minuten binnen te komen. Wij hebben ook niet stilgestaan.'
'Ja, ik denk dat Pogacar de strafste is tegen wie ik al gefietst heb', klinkt het dan. Het werkt bijna troostend om de Sloveen zo bezig te zien, vervolgt hij grappend. 'Ik heb het in de Ronde van Vlaanderen ook al meegemaakt dat hij zijn dag heeft. Nu ik dit zie, voel ik me er al iets beter bij.' Trainingsmaatje Remco Evenepoel doet het in z'n eerste Tour de France ook uitstekend en stevent af op de derde plaats op het eindpodium in Nice. Een 'exceptionele' prestatie, vindt Van der Poel. 'Of Remco de kloof nog kan dichten op Pogacar en Vingegaard? Het wordt heel moeilijk, maar ik geloof erin. Wat hij nu doet, is enorm straf. En hij heeft zijn tijdrit als wapen. Ik denk dat het moet kunnen.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties