Een opvallend moment in de finale van de Amstel Gold Race: de auto van koersdirecteur Leo van Vliet rijdt voor een tijdje vlak voor Tadej Pogacar, die daar voordeel uit kon halen. Het leidde op zondag meteen tot ophef op social media en een dag later raakten ook de media er niet over uitgepraat.
Pogacar begon als grote favoriet aan de Amstel Gold Race. De renner van UAE Team Emirates maakte die status meer dan waar. Op negentig kilometer van de finish sprong hij weg met een sterke groep. Nadat hij die op de Eyserbosweg uitdunde, besliste hij de koers door Tom Pidcock en Ben Healy te lossen op de Keutenberg. Daarna maakte hij het met een solo af, waarbij hij dus wel een beetje hulp had van de wagen met Van Vliet...
'Op een bepaald punt was hij inderdaad erg dicht bij', zei de winnaar. 'Ik vind het niet leuk. Maar dit gebeurt heel de tijd als ze in de kop van de koers zijn. Ze passeren, ze zakken weer naar achteren. Zo gaat het altijd in de koers. Ik kan er niet veel aan doen. Ik kan alleen zo hard mogelijk fietsen. De auto was te dichtbij, maar ik denk niet dat het moment te lang duurde.'
Koersdirecteur Van Vliet stelde na afloop bij het AD dat hij zich van geen kwaad bewust was. 'We rijden er wel voor, maar daar heeft hij (Pogacar, red.) helemaal niets aan. Ik heb zelf gefietst, ik kan me er niets bij voorstellen', zo zei de Nederlander onder meer. 'Wat voor baat heb ik er bij om dat te doen? We reden er ver genoeg voor.'
Van Vliet wuift kritiek weg, de harde cijfers niet...
Daar is professor Bert Blocken van de KU in Leuven het niet mee eens. De Belg is expert in deze materie en bij Knack laat hij weten dat draften wél een groot verschil maakt. 'Uit die studie blijkt dat wanneer een renner in een rechte lijn achter een auto rijdt, de luchtweerstand opmerkelijk daalt. Bedraagt de afstand tien meter, dan daalt de luchtweerstand met twintig procent. Is de afstand veertig meter, dan daalt hij met nog altijd zeven procent. Het tijdsvoordeel dat die renner daaruit haalt, kan zo tot enkele seconden per kilometer oplopen.’
Na bestudering van de finale laat Blocken er een berekening op los: 'In de finale heeft Pogacar mínstens een kleine twee minuten dicht achter de wagen van de koersdirectie en een motor kunnen rijden, een afstand die varieerde tussen tien à veertig meter. Dat heeft hem mínstens tien seconden voordeel opgeleverd. De meest voorzichtige inschatting, want Pogacar was niet altijd in beeld. Ik schat dus in totaal ergens tussen de tien à twintig seconden tijdswinst.'
'En dan moet je nog die voorlaatste passage aan finish erbij rekenen, waar de auto van koersdirecteur Leo van Vliet amper een tiental meter achter Pogacar reed', voegt Blocken nog toe. 'Dat levert een voordeel op omdat de wagen deels de onderdruk achter de renner wegneemt. In dat geval geldt ook: hoe kleiner de afstand tussen de fietser en de auto, hoe groter het volgwageneffect. Hierdoor kon Pogacar ook enkele seconden rapper fietsen.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties