Het wegseizoen zit erop en dus is het tijd om terug te blikken op een waanzinnig wielerjaar 2021. In zeven dagen tijd behandelt In de Leiderstrui de zeven beste renners van het seizoen, op basis van de UCI World Ranking. Vandaag: Wout van Aert, die wederom het peloton kleurde en een geweldig jaar draaide, maar wellicht zijn grootste doelen niet wist te behalen.
Van Aert is áltijd op de afspraak
Van Aert is misschien wel een van de meest constante en best presterende renners van het peloton. De Belg van Jumbo-Visma deed in 2021 van de start tot finish in elke koers mee om de prijzen. Als je stilstaat bij zijn prestaties dit jaar, is het haast niet te bevatten dat die overwinningen op één palmares staan in één jaar. Hij gaf zijn eigen seizoen dan ook een prachtig cijfer: een 8,5, met zeges in het voorjaar, de zomer en het najaar. Toch was het niet alleen maar hosanna. Want in een qua zeges geweldig jaar is, greep Van Aert ook een aantal keer net mis, en laat dat nu net zijn geweest in de grootste koersen van zijn jaar.
Het wegseizoen van Van Aert begint ietwat later dan van de concurrenten. Terwijl Mathieu van der Poel in de UAE Tour start en vervolgens Kuurne-Brussel-Kuurne en GP Le Samyn rijdt in voorbereiding op Strade Bianche, begint de Belg met die laatste koers. Daar wordt meteen duidelijk hoe hoog zijn niveau is, maar ook dat het gebrek aan koersritme hem parten speelt. Hij weet nog vierde te worden achter een ontketende Mathieu en Julian Alaphilippe en Egan Bernal. Daarmee is de toon gezet voor het jaar.
We zetten de indrukwekkende cijfers van zijn voorjaar op een rijtje: twee ritzeges en een tweede plek in het eindklassement in de Tirreno-Adriatico achter Tadej Pogacar (terwijl hij ook nog driemaal in de top drie van een etappe eindigt), winst in Gent-Wevelgem en de Amstel Gold Race en in maar één koers finisht hij níet in de top tien: in de E3 Saxo Bank Classic is hij niet top en eindigt hij in een tweede groepje, een 'miserabele' elfde plaats voor zijn doen. Van Aert laat in de Tirreo zien in koersen van een week al mee te kunnen doen voor het klassement, terwijl hij in de klassiekers vrijwel altijd meedoet in de finale. Rijdend voor een Nederlandse ploeg is de winst in de AGR daarnaast zeer welkom.
Wereldprestatie in de Tour de France
Die geweldige vorm wil Van Aert doorzetten richting de Tour de France, maar onderweg krijgt hij een fikse tegenslag te verduren. Door een blindedarmontsteking wordt een van de favorieten voor de gele trui in het openingsweekend teruggeslagen in zijn voorbereiding. De vraag is of hij wel in topvorm arriveert in de Tour de France. Daags voor La Grande Boucle laat hij van zich horen door het Belgisch wegkampioenschap op zijn naam te schrijven, maar het neemt niet alle vraagtekens weg.
In het openingsweekend van die Tour ligt een parcours klaar voor 'de grote drie', maar dat blijkt de grote twee. Door de verstoorde voorbereiding komt Wout niet in topvorm aan in Frankrijk en hoewel hij nog steeds gewoon meedoet in de voorste regionen van de koers, kan hij niet koersen om de zeges, terwijl concullega's Alaphilippe en Van der Poel de ritzeges en gele truien pakken. Zijn gele droom lijkt vervlogen voor 2021, maar Van Aert geeft niet zomaar op. Met een prachtige ontsnapping, waarbij hij samen met Mathieu lachend in de kopgroep zit, en de tijdrit probeert hij nog een gooi te doen naar de leiding, maar het mag niet baten.
Wanneer vervolgens kopman Primoz Roglic ook nog afhaakt, is het volop misère bij Jumbo-Visma. De Tourwinst moet uit het hoofd gezet worden en de doelen met Van Aert worden vooralsnog niet behaald. Daar brengt de Belgisch kampioen echter hoogstpersoonlijk verandering in. Een magische dag van Wout op de Mont Ventoux bezorgt hem en zijn ploeg een onvergetelijke, heroïsche zege. Hoe kan een renner van zijn type een rit met tweemaal de Ventoux winnen? De prestatie zet hij nog wat kracht bij door in dezelfde Tour ook nog een tijdrit en vervolgens de massasprint op de Champs-Élyseés te winnen. Een ongekende trilogie die vrijwel ondenkbaar is in het moderne wielrennen. Dat Van Aert het weet te presteren, mogen we diep voor buigen.'
In de allergrootste koersen was het telkens nèt niet
Direct na de Tour de France vliegt Van Aert als kopman van België door naar Tokio waar hij voor goud gaat in de weg- en tijdrit op de Olympische Spelen. Daar levert hij volgens hemzelf misschien wel de beste prestatie van zijn seizoen: Op een parcours dat te zwaar voor hem lijkt, met als scherprechter de loeisteile Mikuni Pass van zeven kilometer aan meer dan tien procent, pakt hij zilver. De pijp is vervolgens leeg in de tijdrit, waar hij zesde wordt. Even neemt hij rust, maar zijn ongekend lange seizoen duurt nog even voort. En hoe: hij vervolgt met vier ritzeges in de Tour of Britain en de eindwinst. Vervolgens staan twee van zijn belangrijkste koersen. Eerst een geweldige, maar toch ook teleurstellende, zilveren medaille op de tijdrit. In de wegrit zien we vervolgens iets wat hem dit jaar al vaker overkwam.
Op dat WK zijn alle ogen, zoals zovaak, op hem gericht. In het thuisland, publiek dat in groten getale langs de zijlijn staat om hem goud te zien behalen, moet toezien hoe Van Aert de benen niet heeft en teleurstellend elfde wordt. Gedesillusioneerd huilt wielergek België, maar ook in de Belgische selectie, waar onenigheid de boventoon voert, heerst een zure nasmaak. Een week later is het hetzelfde verhaal in Parijs-Roubaix. Als een van de grote favorieten aan de start, maar op het moment suprème doet hij nèt niet mee. Het is misschien wel het verhaal van zijn seizoen: geweldige zeges, maar op de grote momenten is het telkens net niet: de Ronde van Vlaanderen (zesde), het net missen van de gele trui, de Olympische Spelen (zilver en een zesde plek), het Wereldkampioenschap (goud gemist op zes seconden in de tijdrit en elfde in de wegrit) en Parijs-Roubaix (zevende).
Het seizoen van Wout van Aert was werkelijk waar magnifiek. Hij verlegt de grenzen van de wielersport door met klassementsrenners te kunnen wedijveren in de Tirreno-Adriatico en de Tour de France, om vervolgens in diezelfde koersen massasprints en tijdritten te winnen, en in klassiekerkoersen nooit een échte off-day te hebben. Maar tegelijkertijd moet je je afvragen hoe lang Van Aert tevreden blijft met zeges in de Tour of Britain en Gent-Wevelgem, terwijl dat verlangen naar Monumenten als Parijs-Roubaix en de Ronde van Vlaanderen blijft groeien. Maar Wout blijft Wout, en als die één ding heeft bewezen in zijn carrière, is het dat hij elke koers waar hij start, kan winnen. Ik kan niet wachten op zijn seizoen 2022.
Pim Lansbergen (E-mail: redactie@indeleiderstrui.nl)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties